"Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn", zegt men wel eens. Jef, Pol (beiden gepensioneerd) en Robert Verhuizen hebben daar echter nooit bij stilgestaan. Hoewel zij er warmpjes inzitten vinden zij dat een vrouw teveel kost. Met de huuropbrengst van hun huizen, twee pensioenen en het loon van Robert hebben zij geld genoeg. Toch bijten zij "een solleke in twee". Roza, de hardhorige buurvrouw, is smoorverliefd op Jef, den oudste. Die denkt echter alleen maar aan zijn duiven. Pol, de tweede broer, is de dupe van heel de historie. Hij moet wassen, plassen, patatten schillen en sjalottensaus maken. Dat alles, ondanks het vliegend "flissijn" in z'n schouder. Voor hem komt de zegen echter uit de Ardennen. Op zekere dag komt Mireille, de dochter (?) van hun broer bij hen op "taalvakantie". Zij opent de ogen van de vrijgezellen. Samen met haar vriend Geert laat zij hen de mooie kanten van de liefde zien. Maar is elke liefde wel zo mooi? Samen met Suzanne, lesgeefster in callanetics, probeert zij de broertjes wat sportiever te maken, wat onvermijdelijk leidt tot dolkomische situaties en "practical jokes". Is callanetics wel zo verantwoord voor dit slag van mensen? Nest de facteur, wielertoerist eerste klas en een niet al te snuggere grootprater, leert Jef de liefde voor de fiets kennen. Komisch aangestoten waagt hij zich op zijn aftandse tweewieler. Is fietsen voor hem echter wel de ideale sport? De vraag blijft of de broers, door al dat sportieve gedoe de ware liefde wel zullen ontdekken. Onder het motto "Als bokser heb je meer kans op slagen" meent Robert in Geert nochtans de ideale partner te ontdekken. De madam van het huwelijksbureau is met dit alles echter niet akkoord. Hopelijk komt alles op z'n sportieve pootjes terecht! Alhoewel, de buren Lea en Leo (de klappeien van het dorp) hebben er niet zo'n goed oog in (cop. BERGHMANS)