Een boerenzoon groeit na de dood van zijn moeder op bij zijn grootouders. Op veertienjarige leeftijd gaat hij terug naar het nieuwe gezin van zijn vader.
Jan Willem en Mar zijn met hun gezin de oorlog goed doorgekomen op de boerderij. In de tijd van wederopbouw moeten zij er echter alles aan doen om hun bedrijf rendabel te houden.
Nadat haar tweede man na een aantal gelukkige jaren samen bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen, staat de eigenaresse van een bouwbedrijf er opnieuw alleen voor.