Zoekresultaten

Mrs. Lilly Piper is werkster op het kantoor van George Hamilton, die samen met Bill Collins, Alan Brewster en Mr. Andrews een maatschappij heeft opgericht, die zich bezighoudt met op de markt brengen van nieuwe uitvindingen. Nu wil het geval, dat testamentair bepaald is, dat bij overlijden van één van de vennoten zijn aandeel voor een habbekrats naar de anderen gaat. Het wekt dan ook weinig verwondering, dat Mr. Andrews al in de eerste scène op mysterieuze wijze vermoord wordt op het kantoor van Hamilton, net op het moment dat Lily Piper de boel aan het schoonmaken is. Commissaris Harry Baxter, een oude kennis van Lily, wordt ingeschakeld om deze moord tot klaarheid te brengen. Dan blijkt dat Lily in haar schoonmaakwoede alle aanwijzingen (vingerafdrukken enz.) heeft uitgewist en dat is voor Baxter aanleiding om Lily als hoofdverdachte te bestempelen. Reden genoeg voor Mrs. Piper om samen met haar nicht en vriendin Aimee Watson op onderzoek uit te gaan als de politie het kantoor verlaten heeft. Als een tweede Sherlock Holmes zoekt zij naar nieuwe aanwijzingen en zij vindt inderdaad een stukje touw, waarmee zij de dader denkt te vinden, alleen hoe is nog niet duidelijk. Baxter voelt zich danig in de wielen gereden door het zelfstandige optreden van Lily en dat leidt tot een pittige discussie, die wordt onderbroken door het nieuws dat er ook een mislukte aanslag op Hamilton is gepleegd. De volgende dag, als Hamilton rustig op zijn kantoor zit te werken, staat er plotseling een indringer voor zijn neus. Hamilton reageert onmiddellijk en schiet de man neer: onder de vermomming blijkt zich mededirecteur Collins te verschuilen. Als Brewster even later zogenaamd zelfmoord heeft gepleegd, zit Baxter pas goed in de problemen, want hij kan niet bewijzen, dat Hamilton de dader van alle moorden is. Maar Mrs. Piper zou Mrs. Piper niet zijn als zij niet via een zeer ingenieuze (en amusante) reconstructie, de zaak oplost en Hamilton ontmaskert. (cop. NCA)

Genre

Toneelteksten

Uitgever

De Toneelcentrale (jaar van uitgave onbekend)

Taal

Nederlands

Boek

Een meisje om te stelen

Jack Popplewell (Auteur), Wim Kubbenga (Vertaler)

Bij het opgaan van het doek is er een dief in huis. David Warren, en zijn butler, Wilkenson, zullen hem eens eventjes betrappen. Maar de dief betrapt hen en blijkt een zeer charmante dievegge, om te stelen. Wat er dan allemaal gaat gebeuren is te veel om op te noemen. Zij heeft al drie geslaagde inbraken in hetzelfde flatgebouw volbracht en na een zeer boeiende scène begeleidt David haar met haar koffer vol buit naar de taxi, zodat de politie niet op het idee komt haar te arresteren. De volgende morgen begint het pas goed - rechercheur Pidgeon komt eens informeren. David weet natuurlijk van niets. De dievegge, Penelope geheten, dwarrelt binnen en flapt zonder de rechercheur te zien er van alles uit. Zij heeft haar koffertje bij zich. Pidgeon beveelt haar het open te maken. Zij schaamt zich dit te doen in het bijzijn van mannen. Helen, Davids verloofde, komt binnen. Zij kijkt en hoort van alles wel op. Wanneer het koffertje opengaat en de fijnste dameslingerie oplevert en geen juwelen, weet Helen wel wat ze ervan moet denken. Zij slaat de deur achter zich dicht. Dan is er Davids moeder en een oom, Sir George Martin, die in dit alles mee gaan spelen. En niet te vergeten de vader van Penelope, Henry Shawn, die de zonderlingste duiten in het zakje doen komt: hij beschuldigt David ervan, dat hij zijn dochter in moeilijkheden gebracht heeft. Dit geeft misverstand. Penelope wordt heel eerlijk, maar zij is zo op en top vrouw en zo'n voortreffelijk dievegge, dat zij zelfs 'n man weet te stelen - dat is David. Haar is geen middel vreemd. Voeg daarbij een doorlopend gezakkenrol, verwarringen, betrappingen, steeds weer Pidgeon, die achter het net vist en we hebben alle mogelijkheden voor een schitterend blijspel. Dat is het dan ook geworden. (cop. NCA)

Genre

Toneelteksten

Uitgever

Heijnis (jaar van uitgave onbekend)

Taal

Nederlands

Boek