Nauwelijks enkele passen voor me verschijnt iemand. Opnieuw een angstaanjagende jonge krijger, met een strakgespannen boog deze keer. Ach, het is mijn broer Reigeroog! Hij kijkt me koud aan, zijn dodelijke pijl is op mijn hart gericht. Het is dagen gelden dat Reigeroog iets tegen me heeft gezegd, maar nu doet hij toch zijn mond open. Alle levenskracht vloeit uit mijn lijf...