Een 11-jarige vertelt hoe op een dag een weesjongen bij het gezin gedropt wordt en hoe zijn aanwezigheid het beste en slechtste bij iedereen bovenhaalt. Het verhaal is gesitueerd in Korea en ademt voluit de geuren en kleuren van die cultuur. Het is een trip naar een wondere wereld, waar het maatschappelijke en sociale leven geordend is volgens heel eigen codes.