Hoe is het precies gesteld met het functioneren en welbevinden van directeurs in het basisonderwijs? Hoe beleven ze hun job en hoe vatten ze hun taken op? Welke persoonlijke kenmerken én welke omgevingsfactoren bepalen hoe ze hun functie beleven? Hoe komt het dat sommige directeurs beter opgewassen blijken te zijn tegen hun taak, een positief schoolklimaat weten te scheppen en een tevreden leerkrachtenteam achter zich hebben, dan sommige collega's? Dit boek beschrijft de resultaten van een onderzoek dat op deze vragen een antwoord zocht en sluit af met een aantal dringende beleidsaanbevelingen om de overbelasting van directeurs te ondervangen. De problematieken die aan bod komen zijn herkenbaar voor al wie zich bekommerd om de leiding van een ondewijsinstelling.
