Vincent van Gogh verbleef van 1878 tot 1880 in de Borinage, de legendarische mijnstreek in België. Het was een cruciale periode in zijn leven. In "Duistere wegen" volgt Pascal Verbeken het spoor van Vincent van Gogh. Hij tekent de turbulente geschiedenis op van de Borinage aan het einde van de negentiende eeuw en verkent de wereld die de schilder achterliet. In protestantse kerken, volkshuizen en mijncités luistert Verbeken naar de laatste getuigen van een verzonken België en hij registreert de tekenen des tijds in een streek die altijd mythisch gebleven is.
Frida heeft meteen al een hekel aan de nieuwe leraar Pat, die ze Relmuis noemt. Hij noemt hen ‘kindjes’, geeft veel leerstof en houdt er geen rekening mee dat Frida in een rolstoel zit. In dagboekvorm, met chats, cartoons, screenshots, dagboekfragmenten en telefoongesprekken.
Een visserszoon met een uitzonderlijk muzikaal talent groeit op tijdens de crisisjaren en wordt in de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met de Jodenvervolging en collaboratie.
Na een moord in de Antwerpse haven wordt een aanwijzing gevonden die hoofdinspecteur Cools op het spoor brengt van milieuactivisten die de stad terroriseren met protestacties die hoe langer hoe meer escaleren naar geweld.
De verlegen Jutta wordt tijdens een natuurkamp verliefd op de vlotte Anton, maar als hun relatie inniger wordt, is ze zo bang dat hij weg zal gaan dat ze de relatie onmogelijk maakt. Vanaf ca. 15 jaar.
Odessa kent haar vader niet; haar moeder weigert te zeggen wie en waar hij is. Als haar moeder ook plots verdwijnt, verandert alles voor Odessa. Met een pratende kanarie als gids gaat ze naar Scribopolis, een stad waar alleen schrijvers wonen. Ze heeft aanwijzingen dat haar vader daar is. Ze komt niet op een goed moment, want de schrijver Mabarak wil er de macht overnemen en stelt alles in het werk om de andere schrijvers hun inspiratie te ontnemen.
Kort voor zijn dood vertelt een Antwerpse slager zijn levensverhaal aan de auteur, die dat in romanvorm met onder andere dialogen vastlegde. Als soldaat maakt Albert Tytgadt, geboren 1917, in mei 1940 de Duitse inval in België mee, wordt krijgsgevangen, maar kan terugkeren naar zijn slagerij. Daar wordt hij om een incident in 1943 gearresteerd. Hij komt uiteindelijk in Blechhammer, onderdeel van Auschwitz, waar hij als dwangarbeider werkt. In de ziekenbarak wordt hij door de Russen bevrijd. Dit is het zorgvuldig geschreven, ontroerende relaas van het bijzondere leven van een kleurrijk mens waarin de oorlog dominant aanwezig was, maar niet voor verbittering zorgde.
Dublin, jaren zestig. Kevin groeit op met een dubbelganger, Gerald, een jongen die zo griezelig veel op hem lijkt dat ze altijd voor elkaar worden aangezien. Hoewel ze, net als de stad, verdeeld worden door verschillen in klasse en achtergrond, hebben ze dezelfde geur, hetzelfde uiterlijk, en misschien, zo realiseert Kevin zich, ook wel dezelfde ziel. Ze nemen elkaars identiteit aan als het hen uitkomt, maar als het lot hen naar Engeland en Amerika voert, ontdekken ze dat het aannemen van de identiteit van de ander gevolgen kan hebben die geen van beiden ooit had voorzien.
Nel, een alleenstaande moeder, wordt dood aangetroffen in de lokale rivier. Eerder die zomer sprong een tienermeisje op dezelfde plek haar dood tegemoet. Ze zijn niet de eerste vrouwen die ten prooi vallen aan deze donkere wateren, en hun dood veroorzaakt een golf van onrust over de rivier en zijn geschiedenis. De 15-jarige dochter van Nel blijft alleen achter. Daarom moet Nels zus, Jules, terugkeren naar het stadje dat ze jaren geleden de rug heeft toegekeerd. Voorgoed, dacht ze toen.