Na de dood van haar Deense man probeert de jonge weduwe haar leven weer op te bouwen; ze gaat terug naar haar geboortedorp en sluit vriendschap met vroegere klasgenoten.
Na de dood van zijn aan alcohol verslaafde moeder wil een jonge man afstand nemen van zijn verleden. Hij verbreekt het contact met zijn familie en trouwt met een jeugdliefde.
Een jonge vrouw heeft een slechte verhouding met haar moeder, maar als zij in de problemen komt, is haar ouderlijk huis de enige plek waar zij terecht kan.
De nieuwe manager van een hotel-restaurant roept bij de eigenares negatieve herinneringen op, terwijl ook haar man de nieuwe werknemer steeds minder vertrouwt.
Een vrouw gaat na de dood van haar moeder naar Denemarken, waar ze een man ontmoet met wie een romance ontstaat. Maar hij blijkt thuis te zorgen voor zijn gehandicapte zus, en ze twijfelt of ze een nieuwe taak als mantelzorger ziet zitten.
Dankzij haar beide kleinzoons leert een vrouw te praten over haar jeugd tijdens de bezetting in Nederlands-Indië, een verleden dat later grote invloed heeft op de relatie met haar jongste dochter.