Tijdens een reis naar Amsterdam gaat de 47-jarige Henk de Melker eindelijk de confrontatie aan met zichzelf en zijn verleden. Zijn tante Zan heeft hem een woning aan de grachten nagelaten. De enige voorwaarde: hij moet dan in Nederland blijven wonen en zijn geboorteland Zuid-Afrika definitief verlaten. Henk krijgt hij dertig dagen om zijn beslissing te nemen. Hij wordt meegezogen in een waterval van gebeurtenissen waar hij aanvankelijk geen verband tussen ziet, maar die hem uiteindelijk zullen verzoenen met zijn familie en diens geheimen.
Wanneer een politierechter de dood van een jongetje dat in een boorput is gevallen onderzoekt, worden de familieverhoudingen van vier generaties zichtbaar.