De katten Pebles en Pipi lezen in de krant dat de koningin ineens groen haar heft gekregen. Zouden ze haar kunnen helpen? AVI-M5. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Pinguïn Bo woont sinds kort bij Pepe op een eiland. Hij heeft vaak heimwee. Samen bouwen ze een zandkasteel. Als het kasteel vernield is, gaan ze op zoek naar de dader. AVI-E3. Vanaf ca. 6,5 jaar.
Een depressieve vrouw zit een gevangenisstraf uit voor een misdrijf dat ze heeft gepleegd door een onverwerkt jeugdtrauma en moet daarna weer een nieuw leven zien op te bouwen.
Na hun scheiding vliegen Mel en Sven elkaar nog regelmatig in de haren; beiden hebben te kampen met stress in hun nieuwe leven, waarvan hun vijftienjarige tweeling de dupe wordt.
Rick, de vriend van Donna, is ziek en gaat dood. Het maakt Donna boos, verdrietig en in de war. Hoe kan ze hiermee omgaan? Verhaal met informatie over omgaan met de dood en gevoelens, tips en vragen. Vanaf ca. 8 t/m 12 jaar.
De pinguïns Pepe en Bo zijn ver van huis. Ze willen terug naar de Zuidpool. Maar de tocht naar huis verloopt anders dan verwacht. Ze komen in Afrika terecht! AVI-M4. Vanaf ca. 7 jaar.
Jamila is met haar familie gevlucht uit het door oorlog verscheurde Syrië en woont nu al een tijdje in een vluchtelingenkamp. Ze gaat er ook naar school. Daar ontmoet ze de jongen Jamil. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Jamil en Jamila zijn vanwege de oorlog in Syrië gevlucht. Ze wonen nu in een vluchtelingenkamp. Maar ze missen hun huis en hun familie. Met informatie over Syrië. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
De 8-jarige Jamil en Jamila wonen in een Syrisch vluchtelingenkamp. Wanneer Jamil met zijn zieke zusje naar Duitsland gaat, is Jamila ontroostbaar. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Hoe heeft de literatuur zich [sinds 2010] ontwikkeld? Welke poëtica’s en politieke strategieën ontplooiden auteurs, hoe stelden zij hun kompas af om in dit landschap te navigeren? In dit boeknummer van DW B wordt die vraag beantwoord in tien essays, geschreven door Nederlandse en Vlaamse letterkundigen. Het doel is daarbij niet om een uitputtende beschrijving van de literaire ontwikkelingen te geven: de essays hebben vaak een persoonlijke toon en het accent ligt in dit nummer meer op Nederland dan op Vlaanderen.