Cantecleir is een fiere haan. Voor dag en dauw begint hij te kraaien. Veel te vroeg, vinden zowel de dag- als nachtdieren. Maar Cantecleir blijft kraaien. Op een dag wordt hij verliefd op mevrouw Fazant. Zij laat Cantecleir beloven niet meer te kraaien. De haan kan het echter niet laten. 's Nachts sluipt hij stiekem weg en kraait aan de rand van het bos. Cantecleir weet immers zeker dat de zon niet opkomt zonder zijn 'kukeluku'.
Een multicultureel groepje jongeren schrijft zich in voor toneellessen en debuteert op de parade. Hun toneeljuffen zijn eigenlijk de heksen uit Shakespeare’s MacBeth. De derde heks is van gedaante gewisseld. Het toneelspel van de kinderen moet haar terugveranderen.