Een geniale Leuvense professor genetica en virologie, is geïntrigeerd door de boeken over het wolfskind Kaspar Hauser. Hij sluit zijn zoon, Kaspar zestien jaar lang op in een streng beveiligde atoomkelder onder zijn villa. Hij wil hem indoctrineren en klaarstomen als leider voor een nieuwe wereld, ‘gereinigd en gereed voor een superieur genetisch ras’.
Drie levens, ogenschijnlijk zonder onderlinge linken : Ronan Willems in Vlaanderen, Murhula Muhini in Oost-Congo en Dieumerci Dumont, kind van een Belgische ontwikkelingswerker en een Congolese activiste. Eén gebeurtenis brengt een kettingreactie op gang die de levens van de drie jongens ingrijpend zal veranderen.
Maurits Matthijs werd vroeger op school gepest, door zijn vier klasgenoten (klein klasje dus) alsmede door een leraar. Hij zal het ze betaald zetten op een door hem georganiseerde reünie.