Het stuk speelt in de (nabije) toekomst, waarin de werking van tewerkstellingsbureaus al vrij goed ingeburgerd is. Een langdurige werkloze staat terecht op beschuldiging van het toebrengen van slagen en verwondingen aan een bedrijfsmanager tijdens een sollicitatiegesprek. Zo luidt de offici-ële aanklacht. Want algauw blijkt dat hier eigenlijk het proces wordt gemaakt van zijn carrière als werkloze. De man heeft zich steeds hardnekkig verzet tegen pogingen van allerlei werkgevers om hem door middel van onbetaalde overuren en extreem lage lonen uit te buiten. Een houding die in onze moderne maatschappij absoluut niet wordt geapprecieerd. Uiteindelijk wordt hij veroordeeld tot een alternatieve straf die op gelegaliseerde uitbuiting neerkomt (cop. VTA).