De klokkenluider van de Notre-Dame
Victor Hugo
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANA XXL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANA |
Bert Wagendorp
il/pr/18 a
Je stelt je Jan van Aken voor, aan zijn laptop (misschien schrijft hij nog met een vulpen of bezit hij een oude Oost-Duitse typemachine), reizend door zijn geest, door de dingen die hij heeft gelezen voor hij met schrijven begon en die hij ergens heeft genoteerd, gerubriceerd - of die hij mogelijk allemaal heeft opgeslagen in zijn geheugen, volgens de methode die Joshua Foer beschrijft in Het geheugenpaleis, het geheugen als een gebouw vol kamers, en die eerder werd beschreven in Rhetorica ad Herennium uit 80 voor Chr., door een vergeten auteur.
Ergens staat bijvoorbeeld 'Bellalanda' als de naam van het klooster waar de pasgeboren Isidorus rond 1373 te vondeling wordt gelegd.
Jan van Aken (1961) begint nooit aan een boek met het expliciete doel er een dikke pil van te maken. Hij kán ook best verhalen schrijven van mindere omvang (Het oog van de Basilisk, De dwaas van Palmyra). Maar net als in De valse dageraad (2001) en De afvallige (2013) is het ook in De ommegang gelukkig weer finaal uit de hand gelopen.
Zodra een roman van Van Aken ongeremd begint te stromen, neemt hij je mee naar onbekende verten en ongekende avonturen en wil je maar één ding: doorlezen. Dat kan gelukkig, met meer dan zeshonderd pagina's. De ommegang is het derde grote werk in wat bezig is uit te groeien tot een uniek oeuvre van historische romans.
Cruciale ontmoeting
Bellalanda bestond, in Yorkshire, en wordt in de historische annalen meestal het klooster van Byland genoemd. Robert, heet de abt in Van Akens zevende roman. Dat is geen willekeurige naam, maar nauwkeurige research: Robert de Helmeslay heette de abt van Bellalanda in 1373.
'De ommegang' is de naam van Isidorus van Rillingtons geheugenpaleis, dat langzaam maar zeker uitgroeit tot een geheugenstad waarin eindeloos veel kennis is opgeslagen, misschien wel alle kennis waarover de 15de-eeuwer kon beschikken. Te beginnen met Rhetorica ad Herennium en gevolgd door Vitruvius' De architectura, de tien boeken over de bouwkunde. Daar zijn ze meteen al, de twee boeken die Isidorus nodig heeft om zijn leven vorm te geven en die Jan van Aken gebruikt als fundament voor zijn roman. Het ene een handleiding voor het bouwwerk van de geest en het andere een gids voor de bouwwerken van de architect.
Isidorus heeft de kennis nodig om zijn ideaal te verwezenlijken, het bouwen van een kathedraal waarin alle beschikbare kennis omtrent religie, filosofie en natuurkunde is verwerkt en in steen is gehouwen.
En omdat Isidorus zoekt, staat Van Aken weinig anders te doen dan mee te zoeken, en antwoorden te vinden. In Parijs, waar hij studeert, in Bologna, waar hij zich specialiseert in de medicijnen. En verder, steeds maar verder. Van Aken liet ook in De valse dageraad en De afvallige zijn hoofdpersonen al de halve wereld afzwerven, en Isidorus trekt er ook weer op uit, al dan niet vrijwillig. En steeds met zijn grote ambitie voor ogen. Als hij daarvoor een moskee moet bouwen in Samarkand, de hoofdstad van de wrede veroveraar Timoer Lenk, dan doet hij dat.
De ommegang begint wanneer Isidorus, na een veelbewogen bestaan dat hem tot in China heeft gebracht, een oude bekende ontmoet die op weg is naar Konstanz, waar een concilie een einde moet maken aan het grote schisma in de katholieke kerk - Van Aken is dol op schisma's, in De afvallige gaat het daar ook over. De oude bekende is een oude man, Maelgys, die Isidorus nog kent van lang geleden en op wiens vrouw hij mateloos verliefd is geweest. Maelgys wordt vergezeld door zijn dochter, Lorea.
Het is een cruciale ontmoeting, want Maelgys draagt een geheim met zich mee. 'Het inzicht' heet het hoofdstuk halverwege het boek waarin dat wordt onthuld, zonder dat het overigens echt wordt onthuld. Want hier komt de mysticus Meister Eckhart om de hoek kijken, die als eerste het filosofische begrip Wirklichkeit muntte.
'Het was maar een kleine verschuiving, een minieme sprong van de geest, maar een waardoor alles anders werd. Het was er altijd al geweest, maar ik had het niet gezien.' Het is het besef van de oneindige complexiteit van de werkelijkheid, en de hoogmoedige gedachte dat hij die met alle kennis in zijn hoofd kan sturen, betekent Isidorus' ondergang.
Bijgeloof en jaloezie
De ommegang is een avonturenroman, maar ook veel meer dan dat. In Isidorus zien we onszelf, ons heilige vertrouwen in rationele kennis en wat we daarmee zullen gaan bewerkstelligen. En we zien hoe plannen om kathedralen te bouwen - ter ere van de Allerhoogste maar vooral van onszelf - stuklopen op bijgeloof en jaloezie en hoe ze eindigen in duisternis en vergetelheid: Isidorus' ommegang leidt nog slechts langs ruïnes.
De ommegang van Jan van Aken zelf staat intussen glorieus overeind: rijk in ontwerp en fantastisch in de details, de auteur heeft weer een kathedraal van een boek voltooid.
Querido, 627 pagina's, 22,50 euro.
John Vervoort
rt/aa/30 m
Een weesjongen die wordt opgevoed in een klooster, klassieker kan een roman over de verre middeleeuwen niet beginnen. Na zijn vorige succesvolle historische roman De afvallige, over de Romeinse keizer Julianus en zijn strijd tegen de christenen, schuift de Nederlandse auteur Jan van Aken (56) in zijn zevende roman De ommegang bijna een millennium op om het verhaal te vertellen van een man die op het einde van de veertiende en in het begin van de vijftiende eeuw door Europa en Azië reist, op zoek naar kennis en succes.
Al uit de eerste regels blijkt dat de verteller, Isidorus van Rillington, in een donkere kerker zit en zijn leven vertelt aan een anonieme lotgenoot die lijdzaam aanhoort op welke wonderlijke plaatsen Isidoor geweest is, welke opvallende mensen hij ontmoet heeft en hoe hij uiteindelijk in de gevangenis is beland.
Vitruvius
Als wees werd Isidoor opgevangen door de conciërge van een abdij in Yorkshire. Die leerde hem de 'geheugenkunst' en hoe je door een gebouw in je hoofd te construeren, oneindig veel informatie kunt opslaan. De jonge Isidoor is leergierig en droomt ervan om naar het einde van de wereld te wandelen. Hij krijgt De architectura libri decem (De bouwkunst in tien delen) van de Romeinse architect Vitruvius in handen. Dat boek zal zijn leven bepalen, want hij wil niet alleen gebouwen in zijn hoofd kunnen optrekken. De broeders zien hem liever als arts. Waarom de twee studies niet combineren? Bouwmeester en heelmeester zal hij dus worden.
Maar de tijden zijn onzeker en de Zwarte Dood teistert Europa. Velen zien als de oorzaak van al het onheil de 'rampzalige kerkscheuring en de corruptie en de morele verloedering die er het gevolg van waren'. Isidoor studeert in Oxford, Parijs en Bologna en haalt zijn twee diploma's. Hij wordt geneesheer, leert ledematen amputeren en specialiseert zich in schedelboringen. De professor die hem onderricht, wil het verband onderzoeken tussen hersenen en waanzin. Uiteindelijk brengen zijn tochten Isidoor tot in Samarkand, de hoofdstad van het rijk van de Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk, waar hij de opdracht krijgt om een moskee te bouwen.
De lange hoofdstukken waarin Isidoor het verhaal van zijn reizen en avonturen vertelt, worden onderbroken door kortere hoofdstukken die allemaal 'De weg naar Konstanz' heten en waarin hij in 1415 samen met zijn oude leermeester Maelgys en diens dochter Lorea op weg is naar de stad aan het Bodenmeer. Daar zal onder leiding van Sigismund, de keizer van het Heilige Roomse Rijk, een einde gemaakt worden aan het westers schisma. Destijds claimden liefst drie pausen de Heilige Stoel.
Kamelenworstelen
Jan van Aken moet je bewonderen om zijn uitmuntende research. De geschiedenis, filosofie, theologie, geneeskunde en kunst van de tijd heeft hij uitputtend bestudeerd. Hij vertelt over de ketter Jan Hus die in Konstanz op de brandstapel belandde, over de machine waarmee theoloog en uitvinder Ramon Llull op een logische manier kon bewijzen dat God bestond, over kamelenworstelen bij de Clan van de Witte Schapen in Mongolië, over de wonderlijke toepassingen van bamboe, over de lollardisten die het celibaat en de macht van de paus in twijfel trokken ... Isidoor wil graag alle kennis van de wereld beheersen, alleen de wereldse liefde blijft voor hem een vreemde bezigheid.
Soms vermoeit dit boek. Dat komt vooral omdat het hoofdpersonage nooit echt tot leven komt. Hij blijft een schim in zijn verhaal; je mist de ziel van Isidorus. Wanneer hij op het einde zijn 'Grote Inzicht', zoals het laatste hoofdstuk heet, aan keizer Sigismund wil verkondigen, is dat een ontgoocheling.
Uiteindelijk gaat De ommegang over de botsing tussen de volmaakte wereld die je in je hoofd kunt creëren en de echte wereld die nooit aan dat ideaal kan voldoen. Dat conflict kan Van Aken niet helemaal voelbaar maken, maar De ommegang is wel een roman waar het vertelplezier vanaf spat.
Querido, 628 blz., 22,50 € (e-boek 14,99 €)
Bert Wagendorp
il/pr/14 a
Je stelt je Jan van Aken voor, achter zijn laptop (misschien schrijft hij nog met een vulpen of bezit hij een oude Oost-Duitse typemachine), reizend door zijn geest, door de dingen die hij heeft gelezen voor hij met schrijven begon en die hij ergens heeft genoteerd, gerubriceerd - of die hij mogelijk allemaal heeft opgeslagen in zijn geheugen, volgens de methode die Joshua Foer beschrijft in Het geheugenpaleis, het geheugen als een gebouw vol kamers, en die eerder werd beschreven in Rhetorica ad Herennium uit 80 voor Chr., door een vergeten auteur.
Ergens staat bijvoorbeeld 'Bellalanda' als de naam van het klooster waar de pasgeboren Isidorus rond 1373 te vondeling wordt gelegd.
Jan van Aken (1961) begint nooit aan een boek met het expliciete doel er een dikke pil van te maken. Hij kán ook best verhalen schrijven van mindere omvang (Het oog van de Basilisk, De dwaas van Palmyra). Maar net als in De valse dageraad (2001) en De afvallige (2013) is het ook in De ommegang gelukkig weer finaal uit de klauwen gelopen. Zodra een roman van Van Aken ongeremd begint te stromen neemt hij je mee naar onbekende verten en ongekende avonturen en wil je maar één ding: doorlezen. Dat kan gelukkig, met meer dan zeshonderd pagina's. De ommegang is het derde grote werk in wat bezig is uit te groeien tot een uniek oeuvre van historische romans.
Bellalanda bestond, in Yorkshire, en wordt in de historische annalen meestal het klooster van Byland genoemd. Robert, heet de abt in Van Akens zevende roman. Dat is geen willekeurige naam, maar nauwkeurige research: Robert de Helmeslay heette de abt van Bellalanda in 1373.
'De ommegang' is de naam van Isidorus van Rillingtons geheugenpaleis - dat langzaam maar zeker uitgroeit tot een geheugenstad waarin eindeloos veel kennis is opgeslagen, misschien wel alle kennis waarover de 15de-eeuwer kon beschikken. Te beginnen met Rhetorica ad Herennium en gevolgd door Vitruvius' De architectura, de tien boeken over de bouwkunde. Daar zijn ze meteen al, de twee boeken die Isidorus nodig heeft om zijn leven vorm te geven en die Jan van Aken gebruikt als fundament voor zijn roman. Het ene een handleiding voor het bouwwerk van de geest en het andere een gids voor de bouwwerken van de architect. Isidorus heeft de kennis nodig om zijn ideaal te verwezenlijken, het bouwen van een kathedraal waarin alle beschikbare kennis omtrent religie, filosofie en natuurkunde is verwerkt en in steen is gehouwen.
En omdat Isidorus zoekt, staat van Aken weinig anders te doen dan mee te zoeken - en antwoorden te vinden. In Parijs, waar hij studeert, in Bologna, waar hij zich specialiseert in de medicijnen. En verder, steeds maar verder. Van Aken liet ook in De valse dageraad en De afvallige zijn hoofdpersonen al de halve wereld afzwerven, en Isidorus trekt er ook weer op uit, al dan niet vrijwillig. En steeds met zijn grote ambitie voor ogen. Als hij daarvoor een moskee moet bouwen in Samarkand, de hoofdstad van de wrede veroveraar Timoer Lenk, dan doet hij dat.
De ommegang begint wanneer Isidorus, na een veelbewogen bestaan dat hem tot in China heeft gebracht, een oude bekende ontmoet die op weg is naar Konstanz, waar een concilie een einde moet maken aan het grote schisma in de katholieke kerk - Van Aken is dol op schisma's, in De afvallige gaat het daar ook over. De oude bekende is een oude man, Maelgys, die Isidorus nog kent van lang geleden en op wiens vrouw hij mateloos verliefd is geweest. Maelgys wordt vergezeld door zijn dochter, Lorea.
Het is een cruciale ontmoeting, want Maelgys draagt een geheim met zich mee. 'Het inzicht', heet het hoofdstuk halverwege het boek waarin dat wordt onthuld, zonder dat het overigens echt wordt onthuld. Want hier komt de mysticus Meister Eckhart om te hoek kijken, die als eerste het filosofische begrip Wirklichkeit muntte.
'Het was maar een kleine verschuiving, een minieme sprong van de geest, maar een waardoor alles anders werd. Het was er altijd al geweest, maar ik had het niet gezien.' Het is het besef van de oneindige complexiteit van de werkelijkheid, en de hoogmoedige gedachte dat hij die met alle kennis in zijn hoofd kan sturen betekent Isidorus' ondergang.
De ommegang is een avonturenroman, maar ook veel meer dan dat. In Isidorus zien we onszelf, ons heilige vertrouwen in rationele kennis en wat we daarmee zullen gaan bewerkstelligen. En we zien hoe plannen kathedralen te bouwen - ter ere van de Allerhoogste maar vooral van onszelf - stuklopen op bijgeloof en jaloezie en hoe ze eindigen in duisternis en vergetelheid: Isidorus' ommegang leidt nog slechts langs ruïnes.
De ommegang van Jan van Aken zelf staat intussen glorieus overeind: rijk in ontwerp en fantastisch in de details, de auteur heeft weer een kathedraal van een boek voltooid.
AVONTUUR
Zodra een roman van Van Aken ongeremd begint te stromen neemt hij je mee naar onbekende verten en wil je maar één ding: doorlezen. De ommegang is een avonturenroman, maar ook veel meer dan dat.
*****
Querido; 627 pagina's; €22,50.
Herman Jacobs
rt/aa/28 m
Isidoor van Rillington, een vondeling, groeit eind veertiende eeuw op in het klooster Bellalanda in Yorkshire. Hij krijgt er les van Giles, de poortwachter, die hem onder meer inwijdt in de geheugenkunst uit Cicero’s Ad Herennium . Net zoals zijn leermeester blijkt de jongen een geheugenwonder. ‘Ommegang’ is de term die hij gebruikt voor de tocht in zijn immer groeiende geheugenpaleis.
Isidoor zal zich, na studies in onder meer Oxford en Parijs, ontwikkelen tot architect én geneesheer. En tot wereldreiziger, wiens omzwervingen hem in China en aan het hof van Timoer Lenk in Samarkand zullen brengen. Tot hij, samen met de twee reizigers uit de eerste zin (zijn oude Gentse vriend Maelgys en diens dochter Lorea) op weg gaat naar Konstanz aan het Bodenmeer, waar een concilie aan de gang is dat het Westers Schisma uit de wereld moet helpen...
Het is ondoenlijk dit uitstekend opgebouwde multiversum van verhalen hier zelfs maar kort samen te vatten. Het is jongensboekachtig, maar dan zonder de onnozelheid en leeghoofdigheid die dat genre vaak aankleven: uiteindelijk wordt De ommegang een machtige viering van de Wirklichkeit van de middeleeuwse filosoof en theoloog Meister Eckhart – en zijn navrante kern, iets voorbij de helft, komt aan als een stomp in je maag –, die Van Aken naar een borgesiaans slot toeleidt. Gewéldig boek.
****
Querido, 627 blz., € 22,50.
Mick K. Zwart
Isidorus van Rillington, kloostervondeling en later geneesheer, bouwmeester en bovenal geheugenkunstenaar, heeft een niet te stillen honger naar kennis. Om deze honger te voeden reist hij begin vijftiende eeuw door heel Europa en ver daarbuiten, terwijl hij de opgedane kennis opslaat in de gebouwen van zijn geheugen, waardoorheen hij dagelijks een ommegang maakt om de kennis bij te houden. Hij beheerst deze kunst als geen ander en het brengt hem avontuur, rijkdom, inzicht en invloedrijke vrienden. Op weg naar Konstanz, waar het concilie plaatsvindt om het schisma in de kerk te beëindigen, ontmoet Isidoor een oude bekende, die hem inwijdt in een groot geheim. Langzamerhand wordt echter duidelijk dat de kennis die hij met zich meedraagt ook een keerzijde heeft. Prachtige historische roman over de mogelijkheden en beperkingen van het geheugen, die een kleurrijk en gedetailleerd beeld schetst van het leven in de middeleeuwen, waarin kennis, macht en rijkdom hand in hand gaan met ketterij, geloof en angst. De auteur (1961) schreef reeds een aantal bekende en voor literatuurprijzen genomineerde historische romans, waaronder 'de Afvallige'*, dat de Gouden Vullings won. Shortlist Libris Literatuur Prijs 2019.
Gerwin Van Der Werf
rt/aa/24 m
De wereld rond 1400: de pestepidemie is net geweken, de bevolking gedecimeerd. In de steden krabbelt men op, de handel en het intellectuele leven komen weer tot bloei, op vele plaatsen in Europa worden universiteiten opgericht. In Konstanz, een stadje aan het Bodenmeer, proberen kerkleiders een einde te maken aan het Grote Schisma. Kettergerichten moeten de beschadigde reputatie van de kerk herstellen. Ondertussen rammelen de Turken aan de poort van Europa, het Byzantijnse keizerrijk wankelt, en nog verder van huis gaat Timoer Lenk tekeer, een van de wreedste krijgsheren die de wereld ooit gezien heeft.
Heel wat aan de hand dus, in de periode die Jan van Aken uitkoos voor zijn historische roman 'De Ommegang'. Benieuwd op welke plaats en welke gebeurtenis in deze turbulente tijd de schrijver zijn blik zal richten? Dan ken je Van Aken niet. Net zoals in zijn vorige veelgeprezen boek 'De Afvallige' - dat zich afspeelde in de nadagen van het Romeinse Rijk - bestrijkt hij in 'De Ommegang' met bravoure het gehele speelveld van de geschiedenis, van Noord-Engeland tot China.
In 'De Ommegang' vertelt geleerde, arts en zelfverklaard bouwmeester Isidoor van Rillington zijn levensverhaal. Als vondeling wordt hij opgenomen in een klooster in Yorkshire. Hij leert er zo snel Latijn dat hij mag studeren in Oxford, op voorwaarde dat hij terugkomt. Maar teruggaan doet hij niet, hij reist verder naar Parijs en Bologna, waar hij medicijnen studeert. Voort gaat het, naar Klein-Azië waar hij een fortuin maakt als dokter, en nog oostelijker, naar het rijk van Timoer Lenk waar hij een moskee mag bouwen omdat hij in staat was met papier en bamboe een schaalmodel van de kathedraal van Salisbury te knutselen. Uit zijn hoofd.
Hoe komt hij aan zo'n fabelachtig geheugen? Dat geheugen is nu juist het onderwerp van het boek. Dagelijks maakt Isidoor zijn 'ommegang', een wandeling door zijn geest. Hij beoefent een door de Romeinen ontwikkelde vorm van geheugenkunst waarbij hij bouwwerken optrekt, in die bouwsels bewaart hij zijn kennis. Hij bouwt zijn geheugen uit tot een stad waarin hij kan rondwandelen. Alle boeken die hij onder ogen heeft gekregen kent hij uit zijn hoofd.
Aha, een roman over het belang van kennis, zo denk je, de betekenis strekt zich natuurlijk uit naar het heden: hoe het lezen innerlijke rijkdom geeft en een wereld opent. Inderdaad heeft Van Aken daar wat over te zeggen, en de wereld die hij opent zien wij voor ons, van Engeland tot Oezbekistan. Maar toch is het niet zo eenvoudig. Het nut van dat ongelooflijke geheugen, behalve het faciliteren van opschepperij, wordt nergens in het boek duidelijk, en ook daar lijkt wat achter te zitten...
Ondertussen blinkt Van Aken uit in de beschrijvingen van studentikoze feesten, bordelen en drinkgelagen en talloze kleurrijke types die zijn roman bevolken. Nog beter zijn de surrealistische scènes zoals die waarin Isidoor in een tapijt gerold als een postpakket naar de grote Timoer in Samarkand wordt gestuurd, of zijn ontmoeting met een Tataarse magiër die voor Isidoors ogen lachend al diens wijsheid uit zijn hoofd tovert en als een papiertje verfrommelt. Fantastisch, grappig én veelzeggend, want het is ook een kantelpunt in het boek en een vooruitwijzing naar de ondergang van de zelfingenomen arts.
In het laatste deel van het boek zien we hem terug op het concilie van Konstanz, waar Isidoor zich vol bluf presenteert als meesterbouwer. Hij heeft een plan voor een nieuwe kathedraal. Maar tussen de religieuze scherpslijpers dreigt hij zijn hand ernstig te overspelen. Isidoor ontwikkelt zich zo van een leergierige jongen tot een arrogante wetenschapper die ten prooi valt aan de eerste hoofdzonde: superbia, hoogmoed. Die deftige geheugenstad van hem heeft iets bovenmenselijks, de ommegang is een prachtig literair gegeven.
Een klein minpuntje is misschien hoe makkelijk Isidoor alle gruwelen die op zijn pad komen van zich af laat glijden. Een mens zou van heel wat minder narigheid de kluts kwijtraken. Zijn koude doelgerichtheid maakt van Isidoor een wat klinisch personage. Alleen als hij radeloos verliefd wordt op de vrouw van een vriend zien we hem van zijn menselijke kant.
Echt storend vond ik het niet. Bedenkelijker is de rol die de vrouwen in het boek spelen. Goed, het zijn de Middeleeuwen, dus de mannen maken de dienst uit. Maar om van alle vrouwen (op één na, die hoofse, onbereikbare geliefde) nu prostituees te maken? De vrolijke hoertjes beoefenen hun vak met overgave en met Isidoor doen ze het gratis. Ik vroeg me tijdens deze passages soms af of ik een historische roman of een oververhitte jongensfantasie las.
Jan van Aken wordt wel eens vergeleken met Umberto Eco, en dat is goed te begrijpen. Beide schrijvers hebben een voorkeur voor avontuurlijke verhalen waarbij de ideeënleer uit de beschreven tijd een hoofdrol speelt. De psychologie van de personages is ondergeschikt aan het verhaal en het centrale idee. Tegelijk gaat de vergelijking mank, want waar Eco zich als belezen academicus nog al eens verliest in lange traktaten, blijft de autodidact Van Aken smakelijke scènes schrijven die het verhaal voortstuwen. Er staat werkelijk geen saaie bladzijde in dit vuistdikke boek. Iedere zin staat als een huis en de schrijfstijl doet op een prettige manier archaïsch aan. Regen is hemelwater, de lezer spreekt hij aan met 'duisterling', het geheugen noemt hij 'innerlijke kwartieren' en - tja, probeer die maar eens níet te onthouden - orale seks heet 'de serafijnse kus'.
De geroemde geheugenstad blijkt ten slotte zo vergankelijk als de mens zelf, en het maken van zo'n ommegang een vorm van ijdel escapisme. Of de schrijver ons daarmee nog iets wil vertellen over de condition humaine blijft enigszins in nevelen, maar dat doet niets af aan het geweldige avontuur dat deze roman is. Meeslepend wordt te vaak gebruikt als aanprijzing van romans, maar Van Aken sleept je heen en terug over twee continenten. Wat wil je nog meer?
Querido; 628 blz. € 22,50
oordeel
Meeslepende ideeënroman vol smakelijke scènes.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.