De kunst van het wachten : roman
David Nolens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10374 |
Dirk Leyman
em/ec/14 d
Elke roman van David Nolens (°1973) neemt je in een houdgreep, van zijn debuut Vrint (2002) tot De kunst van het wachten (2011). Vaak vallen zijn personages ten prooi aan een mentale verlamming of lopen ze met een boog om het volle leven heen.
Ook zijn vijfde roman De waan van Cotard is compromisloze literatuur. Het is een bizar universum waarin Nolens ons meezuigt, een pandemonium waarin nauwelijks een sprankel licht valt te bespeuren. Toch is dit een boek van een zeldzaam rauwe intensiteit.
'Hoe verschrikkelijk is het niet om tweeëntwintig jaar verder in zijn leven geen stap te hebben gezet, nog steeds dezelfde getormenteerde puber van weleer te zijn?'
Bibliotheekbediende Jean wordt op zijn 37ste teruggeslingerd naar zijn 15de levensjaar en belandt in een psychose. Op dat moment gaf hij de brui aan zijn wiskundetentamen en besloot hij nooit meer naar zijn ouderlijk huis terug te keren.
De oorzaak van zijn hernieuwde aanval: een Facebookpost van zijn vriendin Anna. Een foto waarop Jean te zien is met een rotte appel die op ieder ogenblik van zijn hoofd kan tuimelen. Jean is behekst door de waan van Cotard, een identificatiesyndroom waarbij het slachtoffer levend dood denkt te zijn. Zijn vriendin Anna doet er intussen alles aan om zich te bevrijden van de dwanggedachten aan haar door abortus weggehaalde fantoomkind Apple (hebt u 'm?). Dat kan slechts door een hernieuwde zwangerschap.
Maar wat 'een probleem zou een kind wel niet vormen, als je het beschouwt als de meest letterlijke manifestatie van een leven tezamen'? Jean beweegt zich voort als een plank, 'hij wordt de militair van zijn eigen dood'. Dan weer wiegt hij zijn hoofd 'als de metronoom van een intrieste dodenwals'.
Zijn vriend Jack werkt in een afkickkliniek en lijkt Jean te begrijpen. Zelf raakt Jack onprofessioneel verslingerd aan Nassima, een heroïneverslaafde transgender met levercirrose. Ook dat verhaal is daas en duister, elk personage treedt buiten zijn lichaam.
Nolens deinst niet terug voor talloze perspectiefwisselingen, zelfs in een en dezelfde alinea. Wat dit ongewone boek vooruitjakkert, is de stijl - uiterst rijk, poëtisch of kordaat, soms sluw spelend met het hulpverlenersjargon.
Wie De waan van Cotard leest, moet zich - net als het personage Anna - voegen naar 'een zwaarmoedigheid, waarbij ze in een steeds donkerder grot afdaalt'. Het effect van deze onorthodoxe roman, die herinnert aan het vroege werk van Thomas Bernhard of de vergeten Franse schrijver Marcel Béalu, is als een mokerslag. Deze clash tussen waan en werkelijkheid drijft je over de pijngrens.
Mark Cloostermans
em/ov/04 n
Jean lijdt aan het syndroom van J. Cotard, dat wil zeggen dat hij denkt dat hij dood is. Zijn vriendin Anna wordt achtervolgd door de foetus die ze heeft laten aborteren. En Jack, een gemeenschappelijke vriend van Jean en Anna, wordt verliefd op Nassima, een transseksuele patiënte uit de ontwenningskliniek waar hij werkt.
David Nolens is geen schrijver maar een denker; de poppetjes die hij in De waan van Cotard gebruikt om zijn thema's aan te snijden, doen er niet toe. Dat schrijft hij zelf: 'Een roman — als de tussen twee kaften kunstmatige vulling van op elkaar gestapelde en aan elkaar geregen, plaatsgebonden anekdotes die als een paternoster de tijd ritmeren en van betekenis voorzien — zullen zij (de drie personages, red.) nooit worden.' Is dit een afwijzen van de romanvorm, of de frustratie van een auteur die maar niet zijn draai vindt in het genre dat hij wenst te beoefenen? De waan van Cotard is het verhaal van een identiteitscrisis, maar daar doorheen schemert het verslag van een schrijverscrisis.
Veel overkomt er Jean, Anna en Jack inderdaad niet. Jean doorleeft een psychose. Zowel Anna als Jack realiseert zich dat de mensen op wie zij verliefd zijn 'thuislozen' zijn: mensen die in de eerste plaats een thuis zoeken, en wie die thuis met hen deelt, heeft minder belang. Rond deze ijskoude waarheid moeten zij hun relaties opnieuw zien op te bouwen.
Jeans proces van zelfverlies begint na een Facebookbericht. Nolens' kritiek op de sociale netwerken snijdt hout. De op het internet rondzwermende foto's van Jean, zegt hij, hebben hem 'geobjectiveerd, zoals een lijk een dood spoor is van eens een leven'. De netwerken vormen 'een enorme cultus van het ik'. Maar wat is 'het ik'? Een lichaam of de geest? En in welke verhouding staan zij? Jean kan opeens niet meer leven met 'het lichaam waarin het eigen “ik” als een tent wordt opgezet'. Nassima 'hoort bij' deze thematiek: de transseksueel voelt immers een disconnect tussen lichaam en geest.
Terzijdes
Geleidelijk komen we ook enkele dingen over Jeans jeugd te weten. Nolens zorgt ervoor dat die aansluiten bij de thematiek, maar geen echte verklaringen voor zijn crisis aandragen: zo verrijkt hij de thematiek van zijn boek én deelt een sneer uit naar de romantechniek van de alles verklarende flashback.
In een Nassima-hoofdstuk stelt Nolens onverwacht dat elke verslaafde een controlefreak is. De verslaafde wil niet de slaaf zijn van zijn of haar gevoelens; die moeten chemisch gestuurd kunnen worden. Zo wordt verslaving gedefinieerd als een gevecht tegen zelfverlies en uiteindelijk, de dood. Dat soort achteloze, interessante terzijdes bewijzen voor mij dat De waan van Cotard het werk is van een intelligent man — maar een genoegen zal het lezen van Nolens' werk nooit worden. Daarvoor is het te doordesemd van neerslachtigheid en frustratie met de romanvorm.
Ik kan Nolens In de donkere kamer van Susan Faludi aanbevelen: literaire non-fictie (d.w.z. feiten in romanvorm) over een transseksuele vader, waarin al Nolens' identiteitskwesties worden aangesneden, plus de politieke dimensies daarvan. Het kan dus wel, diepgang mengen met klassieke romantechnieken.
De Bezige Bij, 173 blz., 17,99 € (e-boek 12,99 €).
M.V.
ob/kt/12 o
Jean ligt slechts half bij bewustzijn op bed. Hij is 37, maar in zijn hoofd is hij teruggekeerd naar 15. Zoals iedere dag gaat Anna schrijlings op zijn ochtenderectie rijden tot ze zijn verlossende zaad in zich voelt spuiten. Dan gaat ze met haar bekken omhoog op de zwangerschap liggen hopen waardoor ze uit de greep van het fantoomkind Apple zou kunnen ontsnappen want sinds die oude abortus heeft zij haar in haar macht. Het is geen pretje om een personage te zijn in een roman van David Nolens, denk je dan.
Naast Anna en Jean komen nog twee andere figuren voor in De waan van Cotard : Namissa, een aan heroïne verslaafde transgender met levercirrose die voor de Antwerpse zoo uit de goot wordt geraapt en Jack, een maatschappelijk werker die als nachtwaker werkt in het opvangtehuis waar Namissa vaste klant is. Hij heeft nog nooit een relatie gehad, maar wel veel vriendinnen die hij naar een orgasme masseerde. Hij is de zoon van een schoenlapper en hij valt als een blok voor Namissa. Onbewust ziet hij in haar ‘een afgetrapte schoen die een uitzonderlijke charme heeft behouden omdat hij doet dromen van een catastrofaal avontuur’.
De waan van Cotard is een psychotische toestand waarbij de patiënt denkt dood te zijn. Wanneer Anna een foto van Jean op Facebook plaatst en deze zich daardoor ontdubbeld voelt in hier en daar, sterft zijn huidige ik en keert hij terug naar zijn problematische jeugd. Nolens kruipt in Jeans hoofd en beschrijft de wereld tegelijkertijd vanuit de eerste en de derde persoon, wat een bijzonder indringende roman oplevert. Soms overrompelend grotesk, andere keren innemend teder, maar altijd even boeiend en overtuigend pakt Nolens je in dit boek bij je nekvel en confronteert hij je met de bittere realiteit die je liever niet zou zien. Of hoe een zorgvuldig uitgedachte en uitgewerkte roman toch heel rauw en realistisch kan zijn.
****
De Bezige Bij, 173 blz., € 17,99.
Marc De Pril
‘De waan van Cotard’ van David Nolens (1973) is tevens synoniem voor het syndroom van Cotard, zijnde een psychische stoornis waarbij waanbeelden tegenover het eigen lichaam optreden zoals het zich inbeelden dood te zijn of niet te bestaan, vaak gecombineerd met depressie. Dit overkomt het hoofdpersonage Jean. Nadat een welbepaalde foto van hem op het internet werd geplaatst wordt Jean in de tijd gekatapulteerd naar de leeftijd van vijftien jaar. Hij neemt deel aan een examen wiskunde en plots verlaat hij zonder uitleg het examen, de school maar ook zijn ouderlijk huis. Volwassen valt hij in een zware psychose en daalt af in zijn niet verwerkte jeugdjaren. Het ‘hij’ en ‘ik’ worden volkomen inwisselbaar. Duistere personages kruisen hierbij het pad van Jean. Een nachtwachter, een dakloze transgender, het waanbeeld van een meisje. Op vreemde wijze ontmoeten zij elkaar en werken op elkaar in. Maar wat is werkelijkheid en wat is schijn? Deze vraag wordt op een bombastische, vaak groteske, soms poëtische maar vooral verwarrende wijze geschetst, hetgeen een bijzonder grote inspanning vergt van de lezer. Het is een moeilijk te lezen studie van een psychologische stoornis van de hoofdpersoon.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.