Waar ik liever niet aan denk
Jente Posthuma
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Uitgeverij Atlas Contact, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13994 |
Dirk Leyman
ob/kt/12 o
Disfunctionele gezinnen met een puberende dochter of zoon die richtingloos door het leven zwalpt. Het is tegenwoordig een wel erg frequent thema in de polderliteratuur. Je komt vingers op beide handen tekort om de meestal flinterdunne romannetjes op te sommen waarin coming-of-ageperikelen een voorrangsrol krijgen. Vaak zijn ze gegoten in een schrale taal waarin met licht absurdisme verslag wordt uitgebracht van het intermenselijke ongerief en een voortkrasselend leven.
Ook de roman Mensen zonder uitstraling van de Nederlandse schrijfster Jente Posthuma lijkt op het eerste gezicht feilloos bij deze trend aan te haken. De 42-jarige debutante werd in Nederland op de schouders gehesen, onder meer omdat haar boek zo "lekker gewoontjes" is. Maar ook omdat ze "een vakvrouw" is "die precies weet wat ze doet". Posthuma kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Ze schreef onder meer voor de Volkskrant en De Groene Amsterdammer en won in 2012 de A.L. Snijdersprijs voor het beste 'zeer korte verhaal'.
Dat Posthuma houdt van korte baantjes, valt op in de diverse hoofdstukken van Mensen zonder uitstraling. Het zijn uitsnedes van een grijs en onopvallend bestaan, slechts losjes aan elkaar geregen tot een roman. Toch knoopte het ik-personage zich de woorden van haar bewonderde moeder en actrice goed in de oren: "Het gaat erom dat je jezelf uitdrukt in de wereld. Laat jezelf zien." Uitstraling, dat is wat telt. Dus zet ze alles op alles om iets uit te stralen: "Ik spande mijn spieren en klemde mijn kaken op elkaar tot mijn hoofd ervan ging suizen. Daarna probeerde ik zo expressief mogelijk naar buiten te lopen."
Sluimerende trauma's
Toch lukt het de vertelster amper om zich te affirmeren, laat staan zichzélf in de schijnwerpers te wurmen. Zeker nadat haar moeder aan de gevolgen van kanker is overleden, raakt haar bestaan flink uit balans. Het meisje blijft alleen over met haar licht excentrieke vader, die een psychiatrische instelling leidt en bij het eten smakgeluiden maakt (iets waar ze een half trauma aan overhoudt). "Mijn vader had wel een gezin gewild, maar toen ik er eenmaal was, raakte hij overspannen." Het duo zit enigszins met elkaar opgezadeld, zij het niet altijd op onaangename wijze.
We volgen de stuntelende dochter naar Parijs, waar ze zich - o cliché - voorneemt een boek te schrijven. Maar ook daar rimpelt niet veel, behalve dat ze zich naïef overgeeft aan een obscure massagesessie. Een autotocht met haar vader door Frankrijk levert wél vermakelijke scènes op. En er is een romance met een schrijver, die haar af en toe in bed lult en duldt, maar al bij al liefst bij zijn schele (ex?-)vriendin blijft.
Het liefdesleven van het stuurloze schepsel blijft sowieso aanharken: "Dit zijn de beste jaren van mijn kont, dacht ik weemoedig. En ik doe er zo weinig mee." Tot er plots een baby in de maak is: Bob. Toch valt de treurnis niet weg te wissen: "Meestal kwam het verdriet vanzelf. Het zat niet meer hoog in mijn keel, maar was ergens in mijn borst gaan liggen." Trauma's sluimeren en gisten in Mensen zonder uitstraling en steken weer de kop op. In een mooie slotscène grijpt Posthuma terug naar het sterfbed van de moeder.
Lijzige toon
Mensen zonder uitstraling is geen verhaal dat je werkelijk van je à propos brengt. Daarvoor is het allemaal nét iets te vlak opgeschreven - al is dat lijzige toontje ongetwijfeld de bedoeling. Posthuma is op haar best in taferelen waarin ze haar laconieke observatievermogen botviert én uitpakt met dead pan-humor, geserveerd met een Buster Keaton-pokerface. Je leeft geregeld mee met het tot mislukken gedoemde verlangen naar zichtbaarheid van het hoofdpersonage. Maar net als de vertelster lijkt ook de taal zich volkomen weg te cijferen.
Mensen zonder uitstraling spiegelt zich aan de boeken van schrijfsters als Esther Gerritsen, Sanneke van Hassel en Elke Geurts. Auteurs die in Nederland een gretig publiek vonden maar waar Vlaanderen nauwelijks voor overstag gaat. De debutante leent trouwens ook een vleugje Maartje Wortel-parfum. Zoveel is zeker: wie van een goed geoutilleerde volzin houdt, zal gruwelen bij de naar anorexia neigende, stakerige frasen van Posthuma.
Atlas/Contact, 186 p., 19,99 euro.
C. la Roi
Een naamloze, vrouwelijke ik observeert zichzelf, haar ouders en de mannen met wie zij een relatie heeft (gehad). In twaalf getitelde hoofdstukken passeren episodes uit haar leven, van haar achtste tot haar veertigste, de revue. De titels van de hoofdstukken zijn raadselachtig, maar betekenisvol. Begin en einde draaien om de dood van de moeder, een altijd kwade actrice omdat haar carrière niet van de grond kwam. De vader, een depressieve psychiater, ‘doorziet mensen met uitzondering van wat zich voor zijn oog afspeelt.’ Hij adviseert zijn dochter wat hij ook zijn patiënten voorhoudt: stel jezelf kleine doelen. De vorm van deze debuutroman volgt dit advies. Er bestaan overeenkomsten tussen de biografie van de schrijfster en de belevenissen van haar hoofdpersoon. Elk hoofdstuk op zich is een zeer kort verhaal. Het blijft tot het laatst onduidelijk waar het heen gaat. De afstandelijke schrijfstijl, met aparte samentrekkingen en vergelijkingen, houden de lezer in de ban tot het schrijnende eind. Daarin valt veel op zijn plek, waaronder de symbolische betekenis van de blauwe letters.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.