Honingdauw
Edith Pearlman (Auteur), Rob Kuitenbrouwer (Vertaler), Paul van der Lecq (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lebowski, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14008 |
Besprekingen
Diva's van het korte werk
Sofie De Smyter
i /un/10 j
Met Honingdauw, haar eerste in het Nederlands vertaalde bundel, bewijst de 78-jarige Amerikaanse Edith Pearlman dat ze het metier in de vingers heeft. In de twintig verhalen van haar vijfde bundel toont ze dat je geen kunstgrepen moet uithalen om te scoren: gewoon is spectaculair genoeg.
Het beeld van het dagelijkse leven als een vat met dubbele bodem loopt dan ook als een rode draad door het boek, en ook door het titelverhaal. Het beschrijft een zwangere alleenstaande docente, bekvechtende ouders en een meisje met anorexia dat gefascineerd is door insecten. Haar uiteenzetting over het spijsverteringsstelsel van mieren geeft een bijtende toets aan haar magerzucht. Wanneer ze uitlegt dat honingdauw, het Bijbelse manna, eigenlijk uit het achterste van schildluizen komt, wordt ze zowat de messias van alle verhalen: wat stront is voor de een, is voedsel voor de ander, het hangt er maar van af hoe je het bekijkt.
Uitgepuurd
Vele van de misleidend eenvoudige verhalen spelen zich af in het fictionele Godolphin. Ze voeren jonge en (vooral) oudere vrouwen op, maar ook een bijna-onzichtbare anesthesist, een tweeling op een cruiseschip en een bijzonder muf koppel. Er zijn vrouwen met andere mannen dan hun eigen man en vrouwen zonder mannen. Mannen die luisteren en zwijgen, en vrouwen die alleen maar spreken, zoals in 'Doodlopende straat', een van de sterkste verhalen in de bundel. Het schetst het stereotiepe beeld van de babbelzieke buurvrouw die alle vrouwen in de straat ontlopen. Ze verwijten haar dat ze hen tot één oor gereduceerd lijkt te hebben, terwijl ze zelf nergens oor voor heeft. Tot een van hen bij de vrouw thuis over de vloer komt en haar ziet 'dampen van geluk' tussen de verhalen van haar huisgenoten. En dan, het besef dat zij, de andere buurvrouwen, 'zo weinig voor elkaar betekenden'.
Veel van Pearlmans verhalen doen wat goede korte verhalen doen: met welgebouwde zinnen en scherpe opmerkingen komen ze over als uitgepuurde romans. Pearlman had er goed aan gedaan net zo kritisch te zijn in haar selectie van de verhalen zelf: twintig is te veel voor één bundel.
Walgelijk eerlijk
Op dat vlak is Lynx en andere verhalen van Rebecca Lee (48) spaarzamer en sterker. Lee scoorde eerder met de roman The City Is a Rising Tide en verzamelde in deze bundel slechts zeven verhalen. In tegenstelling tot Pearlman eindigt ze niet met het titelverhaal, maar begint ze ermee. Die keuze vergt lef: het is makkelijker de lezer te laten geloven dat het beste nog moet komen. 'Lynx' zet echter de trend voor wat volgt en laat zien dat de Amerikaanse zowel formeel als thematisch vuur in de pen heeft.
Het verhaal start sterk met een zootje dinerende egotrippers in een New Yorks appartement. Een van de gasten is een vrouw wier arm is afgebeten door een lynx, een verhaal waar meerdere mensen hun twijfels bij hebben. Ook Susan, de vermangelde vrouw in kwestie, laat in het midden of het nu een echt of denkbeeldig beest was. Al vindt de zwangere gastvrouw haar uitlatingen net iets te new age, Susans overlevingstips misstaan niet bij de bijna onzichtbare gevechten tijdens het diner: de strijd om een manuscript, de strijd om de waarheid en de eeuwenoude strijd tussen man en vrouw.
De kracht van Lee zit in de manier waarop ze het leven telkens weer als een ui van zijn schillen ontdoet. Ze schenkt haar vertellers de gedachten die enkel tijdens slapeloze nachten komen en is walgelijk eerlijk en onverbiddelijk ambigu. Er is de vrouw die op haar elfde een depressie kreeg en het geluk dat ze in zich had zag wegvliegen 'als vogels die opvliegen uit een boom'. Er is de architectuurstudent die de vrouw die hij begeert moet afstaan aan zijn leermeester, die hem steeds de schitterende behoefte gaf 'zo hard als hij kon te rennen om zijn idee van wat hij zou kunnen bereiken in te halen'.
Eén deel verlangen
Waar het beide auteurs uiteindelijk om gaat, is dat er altijd iets groters is dan onszelf én dat we onszelf kunnen overstijgen. In 'Min', een van de mooiste verhalen uit Lees bundel, beschrijft ze hoe een Amerikaanse studente in China een vrouw moet kiezen voor haar beste vriend. Ze vindt er de notities van zijn grootmoeder, die een waardige vrouw beschreef als een combinatie van 'twee delen tevredenheid en één deel verlangen'. Als ze de vluchtelingen ziet over wiens lot Mins vader moet beschikken, vraagt ze zich af of de wereld zelf ooit zo'n evenwicht zal kennen.
Allicht niet, maar deze twee bijzonder fijne bundels dragen er wel aardig toe bij.
SOFIE DE SMYTER ■
Tevreden met wat je hebt
Annelies Verbeke
i /ul/10 j
Honingdauw is de vijfde verhalenbundel van Edith Pearlman, die tot dusver geen uitstappen naar andere literaire genres ondernam. Pas op haar zeventigste brak ze door bij een groter publiek met Binocular vision. Intussen is ze 79. Dat ze de beste korteverhalenschrijver ter wereld is, zoals The Times beweert, daar ben ik het niet mee eens.Honingdauw wist me in gelijke mate te irriteren en te intrigeren. Na een tijdje besefte ik dat wat me irriteerde net datgene was wat me intrigeerde. Deze korte verhalen deden me twijfelen, ze bleven aan me kleven met de suggestie dat iets me was ontgaan. Uiteindelijk raakte ik vooral geboeid door het onderliggende gevoel dat de verhalen met elkaar verbindt.
De hoofdpersonages in Honingdauw zijn bemiddelde blanken, de meesten op een leeftijd waarop niet meer alles mogelijk is. De auteur belicht hen binnen de grenzen van Godolphin, Massachusetts, een fictionele voorstad van Boston. Er is een schoolgebouw dat in meer dan één verhaal wordt genoemd, en ook het personage van Rennie, die een antiekwinkel drijft, duikt enkele keren op. Rennie is een luisterend oor voor haar klanten. Ze is gescheiden, tevreden en discreet. In het verhaal 'Puck' doorbreekt ze die houding voor het eerst wanneer ze meent dat ze de voormalige geheime minnaar van een van haar klanten over de vloer heeft gehad. Haar kalmte en discretie zijn plots minder belangrijk dan dat deze beminden elkaar terugvinden. Ook in het verhaal 'Begeleid wonen' zijn we getuige van een barstje in Rennies betrouwbare stabiliteit, wanneer ze op de rand van het doodsbed van haar oudere vriendin Muffie tot een schokkend zelfinzicht komt: 'Wat stroomde daar, afgunst? Deze verwende Muffie had steeds geweten wat ze wilde en het vervolgens gekocht. Wat een zeldzame prestatie. [...] Aan de capabele vrouw die op het bed zat, die niet van spullen hield hoewel ze erin handelde, die niet van mensen hield hoewel ze hun plezier gaf, ontsnapte iets wat ze lang had binnengehouden.'
Eenzaam
Het is een van die passages waarin Pearlman plots een sluier weghaalt. Dat heeft effect omdat in de rest van de bundel wordt gehamerd op de idee dat je best tevreden kunt zijn met wat je hebt. De herhaling daarvan werkt verstikkend, de gedachte wordt een waarheid die niet langer geldt, maar krampachtig in stand wordt gehouden, omdat de alternatieven op dit punt in het leven van de protagonisten enkel erger kunnen zijn. Veel van Pearlmans personages houden zich aan het voornemen realistisch in het leven te staan. In 'Steen' verlaat een vrouw haar jongere minnaar, omdat ze vooruitziet: 'Ik zie je treuren om het verlies van je verlangen.' Vaak blijven echter ook de realisten en de geslaagde helpers zoals Rennie eenzaam achter. Er klinken stille spijtbetuigingen over een leven dat niet werd geleid. Dit zijn volgens mij geen verhalen over gelukkige mensen. Het zijn verhalen over mensen die worstelen met de spanning tussen waardigheid en verlangen in het aanschijn van de dood. Ik ben er niet zeker van of de auteur het zo bedoelt. Ik denk het wel. In ieder geval is het deze ambiguïteit die de bundel interessant maakt.
Wanneer de personages een uitstap maken naar iemand die anders is dan zij, dan zoeken zij daar in wezen slechts bevestiging. Bij tegenkanting raken ze in paniek. In 'Wat de bijl vergeet, zal de boom onthouden' neemt Gabrielle het op voor slachtoffers van vrouwenbesnijdenis. Een van hen wil geen slachtoffer zijn, beweert nog te kunnen genieten van seks, want seks is gelaagd. Gabrielle, boos en gekwetst, valt letterlijk van haar stoel.
Fabuleren
In sommige verhalen omhelst Pearlman de kant van de beheersing en de nederigheid op geloofwaardige wijze. In 'Gezegende Harry' krijgt een brave leraar Latijn het aanbod om aan King's College in Londen een lezing te gaan geven met als thema 'Leven en dood'. Voor zijn vrouw en kinderen is het meteen duidelijk dat het om een vergissing gaat. Is ook zo. De leraar heeft even gedroomd van een grootser leven, maar nestelt zich alweer knus in herinneringen aan zijn kinderen toen ze klein waren, gaat dan slapen. 'Waar het op aankwam was hoe je je gedroeg zolang de dood je in leven liet en hoe je de dood tegemoet trad als het leven je losliet.' Het liefhebbende gezin lijkt mislukkingen te kanaliseren via een kamerplant, die ze om beurten met allerhande rotzooi voeden. De plant overleeft met verve, net als zij.
Die plant is een van de magisch-realistische elementen die Pearlman te midden van de soms saaie alledaagsheid van haar verhalen oproept. In het verhaal 'Kasteel 4', waarin een ziekenhuis voor terminale patiënten het decor is voor enkele romances, slaat ze helemaal aan het fabuleren.
Een beschrijving van een woonkamer aan het begin van het verhaal 'Bloemen' vat de onderhuidse spanning in de hele bundel samen: 'grijze muren, grijze tapijten, grijze meubels. Het was het type kamer waarmee je een paniekaanval kon onderdrukken, of teweegbrengen.' Het is de spanning tussen 'tevreden zijn met wat je hebt' en 'tevreden moeten zijn met wat je hebt' die de hele bundel lang onder het oppervlak sluipt.
EDITH PEARLMAN
Honingdauw.
Vertaald door Rob Kuitenbrouwer en Paul van der Lecq, Lebowski, 304 blz., 19,99 euro (e-boek 9,99 euro). Oorspronkelijke titel: 'Honeydew'.
Drs. Catharina B.E. de Koster-Schneider
De bekroonde Amerikaanse auteur (1936) breekt met deze vijfde verhalenbundel terecht door bij het grote publiek. Pearlman zet vanaf regel één mensen van vlees en bloed neer en trekt de lezer mee in hun gedachtewereld, hun belevenissen en hun reacties. Ze beschrijft en analyseert in haar, vaak in Massachusetts gesitueerde, verhalen de meest uiteenlopende hedendaagse kwesties. Somalische vrouwen die in de VS een bestaan proberen op te bouwen; cultuurverschillen; oorlogsweduwen en -wezen; kunst, handicaps, werken en ouder worden; een cruise; lesbische relaties; huwelijkse trouw en ontrouw; leven en dood; ambitie; carrière-eisen versus menselijke relaties; liefde, predestinatie en keuzevrijheid; angst; anorexia; school en drugs. Soms beschrijft Pearlman een moment in iemands leven; een andere keer volgt ze mensen over jaren. Maar altijd staan de gevoelens, de reacties, de interacties en de consequenties centraal. Pearlman schrijft met verwondering en sympathie in een boeiend, levendig en kleurrijk proza met soms zeer onverwachte plotwendingen. Uitstekend vertaald.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.