Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders)
Benno Barnard
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERZAMELBUNDEL : BARN |
Paul Demets
rt/aa/02 m
De Zweedse literatuurhistoricus Thomas von Vegesack stelt in De intellectuelen (1989) dat echte intellectuelen geen passagier kunnen zijn op de trein van de geschiedenis die bestuurd wordt door radicale, linkse hervormers van de maatschappij. Ware intellectuelen moeten de richting van de reis voortdurend ter discussie stellen. Benno Barnard (°1954) is zo'n kritische observator in zijn leesnotities Mijn gedichtenschrift.
Speels en ernstig
Barnard houdt van de verbondenheid tussen het heden en het verleden, tussen levenden en doden. Met wat goed was, blijft hij graag in gesprek. Dat standpunt maakt hij expliciet duidelijk in zijn boodschap aan de lezer in Mijn gedichtenschrift. Hij verwijst daar naar de negentiende eeuw, waarin dames uit de burgerij hun favoriete gedichten overschreven. En hij voegt er, speels en ernstig als altijd, aan toe: 'De wereld begon te vergaan toen dames ophielden een gedichtenschrift bij te houden.'
Benno Barnard heeft natuurlijk meer gedaan dan gedichten overschrijven. Elk hoofdstukje is gewijd aan één gedicht. Barnard becommentarieert, vertaalt soms, situeert het gedicht nu eens in de tijd, voegt er dan weer beschouwingen over de dichter aan toe..., allemaal om nader bij de poëzie te komen en zich het gedicht en de dichter tot zijn gezelschap te maken.
Hij hanteert bewust geen chronologische ordening, want ook de doden zijn tijdgenoten en welkom aan zijn schrijftafel. Ze komen uit allerlei windstreken aangewaaid: uit Friesland en Groot-Brittannië, maar net zo goed uit Duitsland, Polen en Rusland, Frankrijk of Italië.
Vaak situeert Barnard de dichters trouwens in zijn persoonlijk leven. Zo opent hij dit hoogstpersoonlijke boek met leesnotities met een herinnering aan zijn te vroeg overleden vriend Herman de Coninck. Die probeerde zijn echtscheiding te verwerken in de bundel De hectaren van het geheugen (1985). Barnard spaart zijn vroegere kompaan niet: 'Ik kan geen regel lezen in die gedichten of ik hoor hem weer van alles beweren, veel dwaasheden ook, allemaal gelardeerd met meer zelfmedelijden dan zelfspot.'
Minzamer is hij als hij het over zijn overleden vader, de dichter Guillaume van der Graft, heeft. Na een mislukte operatie, vier jaar voor zijn dood, zegt de vader tegen de zoon: 'Voor ik inslaap lig ik altijd smaakvolle overlijdensadvertenties op te stellen.' De zoon bedenkt daarbij: 'Werkelijk, het laatste wat bij een Barnard wordt aangetast, is het spraakcentrum.'
Is die eloquente zoon dan bereid om zijn mening bij te stellen, anders dan de volbloed conservatief? Zeker. In zijn notitie bij T.S. Eliot, bij een fragment uit diens The Waste Land, wrijft hij Paul Claes, een soort Indiana Jones van de hermetische poëzie, aan dat hij een te autobiografische lezing van het gedicht hanteerde. Maar dan vervolgt hij met de bedenking over Eliot: 'Is het dan werkelijk helemaal uitgesloten dat de emotioneel onvolgroeide maar hyperrationele Tom inderdaad bewust heeft zitten coderen, in plaats van op z'n Freuds?'
Dit is een heerlijk idiosyncratisch leescahier. Als gedichten graag ergens gesavoureerd worden, dan ten huize van Benno Barnard.
T. van Deel
'Mijn gedichtenschrift' is een privé-bloemlezing die Benno Barnard (1954) de laatste jaren heeft aangelegd van gedichten die hem om de een of andere reden troffen. Hij nam ze over in de originele taal – Nederlands, Frans, Duits, Engels – en als er geen vertaling van voorhanden bleek, zorgde hij daar zelf voor. Bovendien hechtte hij aan elk gedicht een persoonlijke, min of meer essayerende tekst die als commentaar kon gelden. Op die manier is een bijzonder levendig en gevarieerd aanbod van veelal weinig bekende poëzie ontstaan, waar Barnard met de verbale brille die hem eigen is een vloed van eigen, existentiële en literaire, ook literair-historische associaties op een uiterst leesbare en animerende manier mee verbindt. De titels laten dat al merken: 'God loslaten', 'Denkend aan mijn vader', 'Zingend marmer', 'Een rijm dat de twintigste eeuw samenvat'. Voor hem staat poëzie in het middelpunt. Enkele dichters die hij bespreekt: De Coninck, Eliot, Brodsky, Auden, Claus, Leeflang, Benn, Stevens, Mandelsjtam, Hooft, Celan, Van Toorn. Zijn gedichtenboek is nu gelukkig mogelijk het onze.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.