Belijdenissen
Aurelius Augustinus
Aurelius Augustinus (Auteur), Izak Wisse (Vertaler), Raf Debaene (Vertaler), Anthony Dupont (Inleider), Mathijs Lamberigts (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Klement, 2014 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GODSDIENST : 233.23 AUGU |
30/06/2014
Augustinus (354-430) was een van de belangrijkste katholieke theologen. Een gedeelte van zijn werk bestaat uit theologische discussies met de pelagianen. Tegenover deze groep christenen stelde hij dat de mens niet in staat is om zonder de hulp van Gods genade een goed leven te leiden en getekend is door de oorsprongszonde van Adam (de erfzonde). De inleiding van Vier antipelagiaanse geschriften geeft een gedetailleerd overzicht van de fasen in het conflict met de pelagianen Caelestius, Pelagius, Julianus en de monniken van Hadrumetum. Het was een ingewikkelde strijd, waarbij de oosterse, Italiaanse en Noord-Afrikaanse bisschoppen vaak een verschillend standpunt innamen. En ook ging de discussie dikwijls over details: nadat Julianus beweerde dat Augustinus zijn oude manicheïsche leermeesters trouw bleef, kwam Augustinus met een aantal uitspraken van Julianus die heel dicht bij het manicheïsme aanleunden. De inleiding wijst er ook op dat recent onderzoek het traditionele beeld van Pelagius en Julianus in positieve zin gecorrigeerd heeft.
Deze uitgave bundelt de vertaling van vier werken waarin Augustinus het tegen de pelagianen opneemt. In 'Over de straf voor en de vergeving van de zonden' stelt Augustinus onder meer dat Adam door de zondeval zijn onsterfelijkheid verloor, en dat door de erfzonde het lot van de gestorven ongedoopte kinderen het eeuwige vuur is. 'Over de menselijke natuur en de genade' verdedigt de opvatting dat de menselijke natuur bij de schepping onschuldig was, maar door de erfzonde alleen maar door de genade kan gered worden; die genade is niet afhankelijk van onze verdiensten, en het is bijzonder hoogmoedig te beweren dat we zonder de hulp van Gods genade iets kunnen bereiken. Volgens 'Over de voorbestemming van de heiligen' is ook geloven afhankelijk van de genade, die aan de vrije wil voorafgaat. En in 'Over het geschenk van de volharding' wordt ook de volharding in het geloof een gevolg van de genade en een soort predestinatie genoemd, maar waarom de ene mens uitverkoren is om gered te worden en de andere niet, weet alleen God.
Mede door de goede en vlotte vertaling zijn deze theologische teksten aangename en boeiende lectuur. Augustinus argumenteert op basis van honderden Bijbelcitaten en fragmenten uit de kerkvaders, en daarbij gaat hij dikwijls bijzonder ingenieus te werk. Toch overtuigt hij niet altijd onder meer omdat zijn premissen (voor ons) niet altijd evident zijn. Zo bewijst hij het bestaan van de erfzonde door erop te wijzen dat het doopsel bedoeld is om de mens van zonden te zuiveren en dat er bij kinderen alleen maar sprake kan zijn van een erfzonde; wanneer hij dan eens hoort zeggen dat kleine kinderen niet gedoopt worden om vergeving van hun zonden te ontvangen, maar om 'in Christus geheiligd te worden', wordt hij 'door die nieuwigheid geschokt'. De vertalers hebben de bronvermeldingen in de tekst opgenomen en geven geen verklarende noten. [Jef Ector]
J. Windmeijer
De in 2011 overleden theoloog Izak Wisse (predikant Nederlandse Hervormde Kerk) en Raf Debaene, docent filosofie aan de Gentse Arteveldhogeschool, vertaalden vier antipelagiaanse geschriften. Hierin zet Augustinus zijn ideeën over de genadeleer uiteen: iedere mens heeft te maken met de erfzonde en heeft dus bij alles Gods genade nodig. Volgens de pelagianen had de mens ook na de zondeval nog steeds een vrije wil en was er geen erfzonde. Iedere mens heeft de opdracht goed te leven en heeft hier in principe ook de capaciteiten van God voor gekregen. Deze spanning tussen voorbestemming versus vrijheid speelt, schrijft hoogleraar kerkgeschiedenis Paul van Geest (KUB) in zijn voorwoord, ook heden nog een grote rol in het filosofische debat. In hun heldere inleiding leggen de godsdienstwetenschappers Anthony Dupont en Mathijs Lamberigts van de KU Leuven de pelagiaanse controverse helder uit. De inhoud van de geschriften zelf is niet altijd gemakkelijk, maar door de soepele vertaling toch toegankelijk. Geschikt voor een ieder die geïnteresseerd is in (vroeg)christelijke dogmatiek. Met literatuurlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.