Happening : de aanslag in de Inno : roman
Johan M. Swinnen
Johan M. Swinnen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pelckmans, 2014 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : ONDERWIJS : 497.3 SWIN |
30/09/2014
Het cultuurbeleid in Vlaanderen is volgens fotografie- en filmkenner en professor beeldcultuur Johan Swinnen onder afscheidnemend minister van Cultuur Joke Schauvliege (verder) in slaap gedommeld. Met de in De teen van Heraclitus en het penseel van Teniers voorgelegde ideeën wil Swinnen echter een frisse wind door het culturele landschap laten waaien. Aan de hand van een soort artistieke en politieke coming of age doet deze kunstminnaar zijn standpunten uit de doeken. Hij maakt ons deelgenoot van zijn prille politieke engagement als maoïst, het ontluiken van zijn artistieke roeping, zijn omzwervingen in de wereld van de kunsten, zijn engagement bij de Gravensteengroep en zijn voornemen om vanuit de partijpolitiek een nieuw elan te geven aan kunst en cultuur in Vlaanderen. Via hoofdstukken die de lof zingen van het nationalisme en het gemeenschapsdenken betoogt Swinnen uiteindelijk dat een vernieuwende visie op kunst- en cultuurbeleid dient uit te gaan van een gemeenschapsvormend narratief binnen een Vlaams kader. Dat een Vlaams-nationalistische visie – meer specifiek zoals die uitgedragen wordt door de N-VA – vanuit de culturele wereld niet altijd op veel bijval kan rekenen, mocht Swinnen aan den lijve ondervinden.
In mei 2014 had normalerwijze de fotohistorische tentoonstelling Portrait imaginé de la Flandre moeten plaatsvinden in het Musée de la photographie in Charleroi. De expositie die Swinnen samenstelde beoogde aan de hand van 175 foto’s een staalkaart te brengen van 175 jaar fotografie in Vlaanderen. De tentoonstelling werd echter afgelast omdat een aantal fotografen hun deelname introkken vanwege de politieke signatuur van Swinnen. Hoewel het project beklonken werd vooraleer Swinnen zich engageerde binnenin de N-VA valt het – de verkiezingen van 25 mei indachtig – te begrijpen dat kunstenaars liever niet de schijn willen wekken als zouden ze zich liëren aan een bepaalde partij of ideologie. Dat het culturele veld een vernieuwend cultuurbeleid veelal vijandig gezind is, wijt Swinnen aan het heersende conformisme in de sector.
De meest lezenswaardige en prikkelende hoofdstukken in dit boek zijn die waarin Swinnen terugblikt op zijn periode aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Onder het 12-jarige directeurschap van Swinnen groeide het HISK, dat voorziet in een posthogeschoolvorming, uit tot een multidisciplinair artistiek labo met internationale aantrekkingskracht. Swinnen geeft hierin blijk van een enorm inzicht in de psychologie van het kunstenaarschap. Gedreven door een authentieke, haast vaderlijke, bekommernis getuigt hij als ervaringsdeskundige én kunstenaar over de mogelijke valkuilen en de noden van de jonge artiest. Het laat zich vlot lezen als een handleiding voor alle kunstenaars in de dop. Daartegenover staat het door de auteur omhelsde primaat van het gemeenschapsvormende effect van cultuur. Allemaal goed en wel dat het beleid het best zo dicht mogelijk bij de mensen gevoerd wordt, maar wat met de kritische en subversieve functie van cultuur; kunst die – ook buiten de grote cultuurhuizen – juist de verbeelde gemeenschap bevraagt, ontregelt en verontrust?
De tik- en schrijffouten (ethnieën i.p.v. etnieën bijvoorbeeld), en de soms eigenaardige formuleringen tonen aan dat Swinnen bovenal een man is van het beeld.
[Frederik Polfliet]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.