Hoe ik talent voor het leven kreeg
Rodaan Al Galidi
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij Antwerpen, 2012 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : GALI |
31/10/2012
Op de achterflap van de nieuwe bundel van Rodaan Al Galidi staat dat De maat van de eenzaamheid zonder schroom toegankelijk is en dat de verwondering van het kind erin doorklinkt. Dat klopt, al gaat het dan wel om een vroegrijp en spitsvondig kind. Een grappig kind, ook. Al Galidi gebruikt veel humor. Het openingsgedicht is bijvoorbeeld getiteld ‘Ik hou van Holland’; het blijkt om een opschrift op een paraplu te gaan, en de ondertoon is zoals zo vaak in humor een beetje, of misschien zelfs heel, triest: ‘“Ik hou van Holland”, zei de paraplu. / “Het is mijn land. / Ik kan me geen ander land voorstellen / waar ik altijd zo mezelf kan zijn / en zo open voor iedereen”’. Vermoedelijk gaat het hier niet alleen over het klimaat. Het gedicht ‘Niet meer’ kan gelezen worden als een nog veel scherpere cultuurkritiek: ‘Begraaf mij / ver / en alleen. / Ik wil niet meer / tussen de doden liggen’. ‘[V]er’ zou kunnen verwijzen naar het thuisland dat de ik-figuur moest ontvluchten door de oorlog, die hier geregeld aan bod komt — de auteur is van oorsprong Irakees.
Al Galidi vertelt vaak verhaaltjes, hij schept situaties om iets abstracts concreet te maken. Een voorbeeld hiervan is het titelgedicht: ‘Verkoop je hond, / betaal een mooie vrouw / om mee te gaan naar het strand / en denk zo: / het kostte mij de hond / om hier te zijn met de schoonheid. / Vrij en eindeloos. / Als de vrouw weggaat, / kijk dan naar de lege handdoek op het strand. / Het is de maat van je eenzaamheid, / niet groter’. Het lijkt slechts een relativerende noot in dit boek waarin de eenzaamheid immens is. Het feit dat er naast de ik-figuur geregeld een personage opduikt dat Rodaan heet, dat de ik-figuur over zichzelf in de derde persoon lijkt te spreken, kan ook wat zeggen over de maat van de eenzaamheid. De dichter wordt geregeld wat melig — hij gebruikt een stokoud symbool als het hart bijvoorbeeld iets te vaak. Zijn vondsten en aardigheidjes zijn niet altijd even geslaagd, en waar hij de imperatief gebruikt, wordt het al gauw wat drammerig, zoals in: ‘Leven, / kom met mij samenwonen. / Deel met mij / niet alleen de woonkamer / en de slaapkamer, / maar ook mijn hart / en elke seconde’. De versschikking kan hier en daar wat puberaal genoemd worden — bijvoorbeeld een geïsoleerd ‘jij’ in een gedicht vol lange verzen als ‘Ik zal een gedicht over je schrijven’. Maar al bij al is De maat van de eenzaamheid een bundel die er mag wezen, en die ook door de grote toegankelijkheid vele lezers zal kunnen bekoren.
[Anneleen De Coux]
Ko van Geemert
De bundel begint weinig veelbelovend. Het eerste gedicht gaat over een paraplu in Holland die altijd ‘zo open voor iedereen’ is, het tweede heeft twee titels: 1. Ik denk dat de kat een psychiater nodig heeft, en een beetje meditatie, en 2. De kat van mevrouw Jansen leest Shakespeare. Maar ongeveer halverwege de bundel moet de lezer zich gewonnen geven: hier is een schrijver aan het woord met een ontegenzeggelijk eigen stem, en meer kun je eigenlijk niet wensen: ‘Je bent gek, / maar je vrienden vertelden je dat niet, / omdat ze ook gek zijn.’ Rodaan Al Galidi (1971) is van Irakese afkomst; dankzij het generaal pardon in 2007 kon hij in Nederland blijven. Hij schrijft naast poëzie ook proza, dit is zijn zesde dichtbundel.
Janita Monna
i /ul/29 j
Arme Jelena. Haar schoonheid bracht licht in het asielzoekerscentrum. Een Russische vrouw, zó mooi dat alle asielzoekers zich afvroegen hoe zij uit handen van 'pooiers, loverboys en meisjeshandelaren' had weten te blijven.
Waarom ze haar land ontvluchtte? Hoe ze tussen de muren van een Nederlands azc terechtkwam? Dat vertelt de geschiedenis niet. Wel dat ze liefde zocht. Dat ze die even vond, bij de Nederlandse Maarten, en bij Soefian die haar zwanger schopte en daarna eiste dat ze het kind liet weghalen. Dat ze uit het asielzoekerscentrum verdween en uiteindelijk de illusie van liefde aanbood op de Amsterdamse Wallen.
Jelena. Ze kruisthet pad van Semmier Kariem. En Semmier is een romanpersonage dat nogal lijkt op Rodaan Al Galidi, de Irakees die zelf negen jaar in een asielzoekerscentrum wachtte tot zijn leven kon beginnen -hij noemt zich sindsdien dan ook maar 'asielzoeker des vaderlands', zo was onlangs in Trouw te lezen.
Over die negen jaar verscheen vorig jaar de roman 'Hoe ik talent voor het leven kreeg'. Maar al lang daarvoor, al voor hij - dankzij het generaal pardon in 2007 - wist dat hij in Nederland kon blijven, was hij ingelijfd bij de Nederlandse literatuur. Werd zijn dichtbundel 'De herfst van Zorro' genomineerd voor de VSB Poëzieprijs - kunst trekt zich gelukkig niks aan van verblijfspapieren en status.
Al Galidi's gedichten gaan vaak over liefde. Ze barsten van verlangen. Maar achter alle hunkering zit een eenzaamheid verstopt die pijn doet. 'Vandaag, toen ik thuiskwam,/ voelde ik dat je hier moest zijn./ Mijn lippen struikelden over je afwezigheid'. Zijn droeve toon gaat vaak hand in hand met een droge, bijna Hollands soort humor, en altijd is er die naïeve blik van de buitenstaander.
Uitzichtloosheid kan zich in de regels van Al Galidi flink uitrekken. Zoals hier, waar saaiheid en verveling om voorrang strijden en alleen vrouwen de boel nog een beetje kleur kunnen geven - als er tenminste genoeg zijn.
De Bezige Bij Antwerpen; 64 blz.€ 4,99 (e-book).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.