Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand
Joke van Leeuwen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Querido, 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : VANL |
Aanwezig |
Querido, 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : VANL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
JEUGD : GEDICHTEN : VANL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
Kinderhoek : LEEU |
31/03/2013
Joke van Leeuwens verzenbundel Ozo heppie (2000) werd meermaals herdrukt en nu al voor de tweede maal uitgebreid. Tien gedichten zijn speciaal voor Ozo heppiejer geschreven. Daarnaast bevat het boek ook eerder verschenen werk, zoals ‘Bedtijd’ en ‘Toe tje’ uit Querido’s Poëziespektakel 1.
Een groot aandeel van de gedichten speelt nadrukkelijk met klanken: gemompelde, gestamelde of gesliste woorden. De vaak fonetische spelling maakt dat spel nog explicieter.
Deze bundel kan met zijn gevarieerde aanbod een divers publiek aanspreken. Een versje als ‘Snel’ roept herinneringen op aan Miep Diekmanns kleuterpoëzie, terwijl ‘Blijfe sitte’ met zijn mix van spreek- en schrijftaal en dubbele betekenis van ‘blijven zitten’ vooral gewaardeerd zal worden door wie die worsteling met taal zelf al heeft doorgemaakt. Ook verschillende andere gedichten, zoals ‘Verwarrende werkwoorden’, ‘Klnkrs’ of ‘Over het beginnen aan een verhaal’, richten zich tot het oudere, talig al wat rijpere kind.
Het speelse, klankgerichte gedicht blijft Van Leeuwens handelsmerk. Ze breekt de taal open en maakt haar toegankelijk. Zo krijgt een woord als ‘moemewazze’ betekenis in het licht van de titel ‘Versje om te mompelen als je niet goed wakker kunt worden’.
De zwart-witafbeeldingen in gravurestijl zijn typisch Van Leeuwen. Hoewel het samenspel van woord en beeld minder op de voorgrond treedt dan in haar ander werk, openen ze doorgaans de interpretatie door een context te bieden of een bevreemdend personage te scheppen. Van Leeuwen heeft een voorkeur voor het afwijkende: spitse of net heel grote, ronde neuzen, piekerige haren en doordringende kraalogen. Ook slaagt ze erin eenvoudige voorwerpen door het spel met licht en donker tot leven te wekken, zoals de stoel bij het gedicht ‘Vluchten’, die krom lijkt te staan van verdriet.
Het spel en taalplezier staan te allen tijde centraal. Toch valt op dat de recentst toegevoegde gedichten sterker filosofisch getint zijn en nauwer aansluiten bij haar poëzie voor volwassenen. In het gedicht ‘Daarom’ bijvoorbeeld dist de ik-figuur een reeks absurde verontschuldigingen op voor het te laat komen. Maar onder de humor sluimert onrust, die daardoor des te harder toeslaat.
Van Leeuwens gedichten tonen hoe taal een spel kan zijn, waarin veel meer kan dan je op het eerste gezicht zou denken. Anderzijds glijden sommige gedichten na een glimlach meteen weer weg, in plaats van de kiem te leggen voor nieuwe gedachten, zoals dat wel gebeurt in bijvoorbeeld ‘Een blauwe gedachte’ of ‘Klimmen’, waarin de oma ‘mij niet naar boven [kan] dromen’.
Misschien was deze heruitgave een gelegenheid om de minst sterke teksten uit Ozo heppie weg te filteren en een strakker geheel te componeren. Anderzijds lijkt het muggenziften om een bundel met als ‘rondslingerende versjes’ gepresenteerde teksten zo scherp te beoordelen. Het taalspel staat voorop en daarin heeft Van Leeuwen een geheel unieke stem. Ze slaagt erin humor en verwondering te rijmen met klank en ritme, zodat vele van haar teksten zich in je hoofd nestelen en daar nog heel lang blijven hangen.
(Dit is een abstract van een artikel van Frauke Pauwels. De volledige tekst is verschenen in De Leeswelp 7 2012.)
[Frauke Pauwels]
Ton Jansen
Een vernuftig spel met taal. Grotere en kleinere emoties zijn gegoten in klankdichten, grappige woordspelingen, prettig ritmisch rijm en speels vormgegeven poëzie. Dat alles in deze vijfde, uitgebreide druk met in totaliteit 51 gedichten. Diepzinnigheid en eenvoud wisselen elkaar af. Ruim twintig gedichten verschenen nooit eerder in boekvorm en een tiental is zelfs gloednieuw ten opzichte van de vierde, uitgebreide druk uit 2008. Het formaat is dat van de oorspronkelijke uitgave uit 2000 (en niet die van de verkleinde editie uit 2008), waarbij het omslag wel een andere kleurstelling heeft gekregen. Andere gedichten komen onder meer uit haar boeken 'Een huis met zeven kamers', 'Deesje' en 'Hoor je wat ik doe?'. De zwart-witillustraties, die niet bij elk gedicht aanwezig zijn, zijn trefzeker in hun eenvoud. Achterin is een overzicht van het oeuvre van Joke van Leeuwen opgenomen. De auteur verwierf vele prijzen (o.a. Theo Thijssenprijs, Gouden Ganzenveer) voor haar eigenzinnige vorm van proza en poëzie. In deze bundel zijn enige gedichten geschikt voor de kleuterleeftijd, maar de meeste gedichten zijn toegespitst op kinderen vanaf ca. 7 t/m 10 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Voor deze heruitgave van 'Ozo heppie' verrijkte Joke van Leeuwen haar oorspronkelijke dichtbundel uit 2000 opnieuw met tien nieuwe gedichten. Met als resultaat dat je inderdaad alleen maar heppiejer kan worden. Soms omwille van de mooie beschrijving van de aardbol, vertrekkend van je bed tot de andere kant van de wereld, alwaar “hun ochtend is net mooi de bocht om gekomen” (p. 15). Of evengoed omwille van de eindeloze opsomming van onwaarschijnlijke gebeurtenissen die uitmondt in de wereldproblematiek en dan zo heerlijk op z’n pootjes valt met “Daarom was ik vanmorgen, daarom was ik te laat.” (p. 53).
Als je Joke van Leeuwen eenmaal aan het woord gehoord hebt, kan je niet anders dan haar stem horen bij het lezen, in haar droge laconieke stijl, wat de humor alleen maar verhoogt. Het is trouwens bij een aantal gedichten aan te raden ze voor te lezen of luidop te lezen, omdat soms pas dan duidelijk wordt wat er bedoeld wordt met een woord als “izzolekkewarmier” (p. 17). Dit is bij uitstek het geval bij het toch niet evidente “oefniejoor” (p. 59).
Joke van Leeuwen is een taalvirtuoos, dat is bekend. Ze speelt graag taalspelletjes, steekt de draak met taal in bv. “Lopen wordt liep, maar hopen niet hiep. Laten wordt liet, maar praten niet priet. (...) (p. 54). Soms zijn die spelletjes al voor jonge kinderen toegankelijk, maar dat is al veel minder het geval in het mooie gedicht waar drie stenen beeldjes van een vogeltje, een veulentje en een varkentje stuk vallen en niet helemaal goed gelijmd worden tot “Een volentje. Een veukentje. Een vargeltje. (p. 28). Maar zeggen dat het hier enkel om spelen met taal gaat, zou de auteur oneer aandoen. Joke van Leeuwen spreidt daarnaast een geweldig mededogen tentoon met wie het moeilijk heeft met die taal bv. Dat spreekt uit de onlogica van de sterke werkwoorden hierboven, maar vooral uit het heel gevoelige 'Blijfe sitte' waarin de overgang van blijven zitten naar zittenblijven wordt gemaakt met de volgende eerste en laatste regels:
“Blijfe sitte ken ik nie
je kun nie alles kenne
(...)
en ik ken ook nie sgrijfe ik
ik sal wel sitte blijve ik.” (p. 23)
Tot slot verdienen ook haar eigen illustraties een vermelding, met haar kriebelige ets-stijl in zwart-wit, waarin zelfs een stoel gevoelens uitstraalt.
Een must in huis, en dat bovendien voor maar tien euro.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.