De vrouw uit Uruguay
Pedro Mairal
Pedro Mairal (Auteur), Corrie Rasink (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAIR |
31/10/2012
Wereldwijd worden jonge romanschrijvers alsmaar vaker onthaald als betrof het de nouveau Beaujolais. In Latijns-Amerika is dat niet anders. Onder de naam ‘Bogotá39’ maakte een vakjury in 2007 een selectie van negenendertig schrijvers van onder de negenendertig jaar die de toekomst van de continentale letteren zouden kleuren. De laureaten werden samengebracht op een festival en hun verhalen werden gebundeld in een bloemlezing — je zou het initiatief kunnen vergelijken met het boek 20 onder de 40 dat De Bezige Bij hier onlangs samenstelde met de bedoeling de schijnwerpers te richten op een nieuwe generatie Vlaamse schrijvers. Mede dankzij de aan ‘Bogotá39’ verbonden promotie vinden velen onder de geselecteerden tegenwoordig internationale weerklank. Enkelen zagen hun werk ook al in het Nederlands vertaald, bijvoorbeeld de Colombiaan Juan Gabriel Vásquez, de Peruaan Santiago Roncagliolo, de Dominicaans-Amerikaanse Junot Díaz, de Chileen Alejandro Zambra en de Argentijnen Andrés Neuman en Pedro Mairal. Van die laatste lanceert uitgeverij Athenaeum nu de korte roman Het verdwenen jaar van Salvatierra.
De internationale aandacht die deze in de jaren zeventig of aan het eind van de jaren zestig geboren romanciers te beurt valt, is in sommige gevallen wel degelijk verdiend. Maar dat neemt niet weg dat velen van hun voorgangers nooit de nodige internationale erkenning hebben gekregen. Neem nu bijvoorbeeld de Argentijn Ricardo Piglia (°1940). Terwijl die in de Spaanstalige literaire wereld ondertussen de status van levende legende bereikt heeft, is Signatuur de enige Nederlandstalige uitgeverij die het tot nog toe heeft aangedurfd om een van zijn boeken te publiceren, namelijk de roman Brandend geld (2009). Maar aangezien de schrijver hier nog geen ronkende naam had, werd er in de pers weinig aandacht aan besteed en kan je zowat iedereen gerust wijsmaken dat Ricardo Piglia de diepe spits van Boca Juniors is.
Een initiatief als ‘Bogotá39’ zal Piglia’s haren waarschijnlijk te berge hebben doen rijzen. Of toch tenminste die van Steve Ratliff, een van de personages van Piglia’s novelle Prisión perpetua (‘Levenslang’). Ratliff is een mislukte schrijver van bijna veertig die er maar niet in slaagt de laatste hand te leggen aan een eindeloze roman. In de plaats daarvan frequenteert hij de bar Ambos Mundos in Mar del Plata om er zijn verhalen te vertellen en zijn literaire theorieën te verkondigen. “Voor je veertigste kan je geen groot romancier zijn”, luidt een van zijn straffe stellingen. “Vertellen is gemakkelijk”, legt hij uit, “op voorwaarde dat je lang genoeg geleefd hebt om in staat te zijn de volgorde van de ervaringen te vatten”.
Dit alles natuurlijk geheel, of toch een beetje, terzijde. Over naar een jongere Argentijn, Pedro Mairal (°1970). Mairal, die ook poëzie en kortverhalen schrijft, debuteerde op achtentwintigjarige leeftijd als romanschrijver met Una noche con Sabrina Love (‘Een nacht met Sabrina Love’). Het boek vertelt het verhaal van een adolescent die als winnaar van een loting een nacht mag doorbrengen met zijn favoriete pornoster. De roman was zo’n succes dat hij meteen verfilmd werd. Ook Mairals tweede roman, El año del desierto (‘Het jaar van de woestijn’, 2005), een fantasie over de Apocalyps van Buenos Aires, oogstte uitstekende kritieken. In 2008 verscheen Salvatierra. Vreemd genoeg is deze derde, op het eerste gezicht meer ingetogen roman, de eerste die in het Nederlands werd vertaald.
In Het verdwenen jaar van Salvatierra gaat verteller Miguel Salvatierra op zoek naar het verborgen verleden van zijn overleden vader, de schilder Juan Salvatierra. Door een ongelukkige val van een paard was die sinds negenjarige leeftijd stom. Op zijn twintigste vatte hij het plan op om de gebeurtenissen in zijn dorp Barrancales jaarlijks vast te leggen op een gigantisch doek. Wanneer hij op tachtigjarige leeftijd sterft, laat Salvatierra een kilometerslang levenswerk achter. Jaren later proberen zijn zonen Miguel en Luis het buitenproportionele kunstwerk tentoongesteld te krijgen, iets waar Salvatierra zich zelf altijd tegen verzet had. Een Nederlands museum toont interesse en stuurt zijn gezanten naar Argentinië. Maar dan ontdekken Miguel en Luis opeens dat er een rol canvas, een jaar dus, ontbreekt. Terwijl Luis verkiest om het verleden te laten rusten, kan Miguel het niet laten op zoek te gaan naar de rol om zo te achterhalen wat er gebeurd is in dat bewuste jaar.
Op zich is dit best een intrigerend uitgangspunt. In het begin concentreert de verteller zich op Salvatierra en diens visie op de schilderkunst. Jammer genoeg worden deze uitweidingen, die de parallellen en contrasten tussen schrijven en schilderen schijnen af te tasten, niet uitgediept. In de plaats daarvan focust Miguel zich al snel op het verhaal van zijn zoektocht naar het ontbrekende doek. Door het overhaaste verteltempo — het amper honderdveertig bladzijden tellende boekje is opgedeeld in negenendertig korte hoofdstukjes —, de vlakke personages — protagonist Salvatierra is de enige met ietwat psychologische diepgang — de fletse dialogen en de ongeloofwaardige plotwendingen, komt het geheel echter zelden overtuigend over.
Wanneer Miguel kennismaakt met Hanna, een van de twee gezanten van het Nederlandse museum, bekent hij: “Ik fantaseerde over een heimelijke seksuele ontmoeting met deze mooie vrouw, maar er is niks gebeurd. Ik heb het niet geprobeerd, en ik geloof ook niet dat naar bed gaan met iemand als ik binnen haar ideeën over het exotische van Latijns-Amerika viel”. Wat Mairal ons in Salvatierra voorschotelt, beantwoordt anders wél perfect aan wat een weinig kritische westerling doorgaans van Latijns-Amerikaanse literatuur verwacht: een familiekroniekje, een cyclische tijdsbeleving, een mysterieus dorp, een mythische, mistige vaderfiguur, enfin: de stereotiepe, goed verkopende ingrediënten. [Jasper Vervaeke]
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Roman over de zoektocht van twee zoons naar het leven van hun overleden vader, die jarenlang nauwkeurig schilderde wat er gebeurde in zijn omgeving, een Argentijns gehucht. Als een Amsterdams museum belangstelling toont voor het kilometerslange schilderstuk en medewerkers stuurt om het werk te digitaliseren, ontdekken de broers dat er een jaar ontbreekt. Tegelijk met het ontbrekende stuk proberen ze te achterhalen wat er toen gebeurd is. De Argentijnse schrijver (1970) doceert Engels en debuteerde in 1996 met de dichtbundel 'Tigre como los pájaros', gevolgd door de roman 'Una noche con Sabrina Love' (1998) dat verfilmd werd in 2000 en veel succes had. Intrigerend beeld van een gesloten dorpsgemeenschap in helder taalgebruik en even scherpe als komische observaties met Fellinieske personages dat noopt tot doorlezen. Voor een brede lezerskring. Hopelijk wordt nu ook zijn debuutroman snel vertaald. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.