De mens : verrader of hoeder van de schepping ?
Johan De Tavernier
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 230.3 TAVE |
30/04/2012
In de alledaagse omgang met medemensen wordt gelovig zijn nog wel geduld als een privé-overtuiging, maar het heeft bijna geen sociale relevantie meer. De ‘ongelovige vrijdenker’ is vandaag geen uitzondering meer, zoals dat zeventig jaar geleden in Vlaanderen wel degelijk het geval was. Nochtans is dit agnosticisme, atheïsme of posttheïsme vooral aanwezig in het Europese Westen, in de VS, Canada of Australië ziet men vaak een tegengestelde evolutie. Daarom noemt Johan De Tavernier zijn boek 'een verkennende wandeling door het rijk gevarieerde landschap van de ‘moderne’ geloofstwijfel en dito geloofsovertuiging'. Als docent Theologische Ethiek aan de KULeuven stelt hij meteen duidelijk dat voornamelijk godsdienstige zingeving belangrijk blijft en hij tracht in zijn boek te verhelderen waaruit een christelijke levensvisie bestaat. Hij neemt zich voor om de religieuze tradities te bevragen zowel vanuit ongelovig-twijfelend standpunt als vanuit een godzoekend-gelovige attitude. Het boek kan dus gelezen worden door niet-gelovigen, vooropgesteld dat de lezer ‘religie, zingeving en levensbeschouwing’ als belangrijke antropologische en culturele gegevens wil beschouwen en mee wil nadenken over religieuze en ethische fenomenen en tradities en hun relevantie voor het dagelijks leven. Het is geen boek dat wil oproepen tot geloof of ethisch engagement, het is de auteur vooral te doen om betere kennis en inzicht, ook in de eigenheid van het christendom ten opzichte van de humanistische tradities. Daar waar vele filosofen en wetenschappers het einde van de godsdienstigheid vaststellen, stelt De Tavernier van bij het begin dat hij wel degelijk gelooft in een toekomst voor de godsdiensten, ook al zijn de bestaande instituten en organisaties in een ernstige crisis terechtgekomen. Hij legt ook het verband met de laatmoderne cultuur van onze dagen, die ook in crisis verkeert: grotere welvaart heeft niet geleid tot meer geluk. Het gebrek aan perspectief en levenszin zorgt voor defaitisme en individualisme.
In de eerste drie hoofdstukken verheldert De Tavernier de historische evolutie van de zingeving in een premoderne, moderne en laatmoderne westerse cultuur; de invloed van het rationeel denken in het agnosticisme en atheïsme op het christelijk geloof; en de meer hedendaagse modellen van creationisme, darwinisme en de evolutietheorieën. In hoofdstuk vier stelt hij, gesteund door een uitgebreide bibliografie van hedendaagse denkers, kritische vragen rond het postmoderne pluralisme — dat te licht wordt bevonden. In de laatste twee hoofdstukken heeft hij het over religie, hoop en toekomstverwachting en ten slotte over schepping en milieuproblemen en de nood aan een nieuw ethisch referentiekader, waar het Bijbelse scheppingsgeloof weer een belangrijke rol in kan spelen. Dit boek biedt niet zozeer aan antwoord op de vraag naar het godsbestaan, het stelt alleen dat het niet onzinnig is om aan te nemen dat er aan religieuze projecties een goddelijke werkelijkheid beantwoordt. Deze 'verhelderende wandeling' is in ieder geval een aan te bevelen smaakmaker voor een meer doorgedreven studiereis. [Jan Scheers]
Redactie Vlabin-VBC
De auteur verkent het gevarieerde landschap van moderne geloofstwijfel. Als docent theologische ethiek aan de KU Leuven stelt hij dat godsdienstige zingeving belangrijk blijft. Hij tracht te verhelderen wat een christelijke levensvisie is. Hij verduidelijkt 'verlichting', 'moderniteit' en 'postmoderniteit' vanuit een historische terugblik op de premoderniteit. Het boek kan gelezen worden door niet-gelovigen op voorwaarde dat zij religie, zingeving en levensbeschouwing als belangrijke antropologische en culturele gegevens beschouwen en willen nadenken over religieuze en ethische fenomenen. In de eerste hoofdstukken verheldert de auteur de historische evolutie van de zingeving in een premodern, modern en laatmoderne westerse cultuur. In hoofdstuk vier stelt hij kritische vragen rond postmodern pluralisme. In de laatste hoofdstukken uit hij de nood aan een nieuw ethisch referentiekader, waar het Bijbelse scheppingsgeloof weer een belangrijke rol kan spelen. Dit boek stelt dat het niet onzinnig is om aan te nemen dat aan religieuze projecties een goddelijke werkelijkheid beantwoordt. Met eindnoten bij elk hoofdstuk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.