Check it out! : it's hiphop
Bram De Rynck
Patrick De Rynck (Auteur), Jan Crab (Fotograaf)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : OVER ROESELARE : 938.1 DERY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2011 |
VOLW. : NON FICTIE : 710.3 RYNC |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 710.3 RYNC |
15/06/2012
In het kader Open Monumentendag, het grootste jaarlijkse erfgoedfeest, geeft het Davidsfonds sedert enkele jaren een thematische publicatie uit. Spijtig genoeg zijn de nationale en zelfs de internationale thema’s sinds enkele jaren niet meer gelijklopend, waardoor niet langer de mogelijkheid bestaat om doorheen Europa een zelfde soort erfgoed in de kijker te plaatsen. Voor de editie 2011 was het Vlaamse thema conflict. De geopolitiek strategische positie van Vlaanderen heeft er de twee laatste millennia voor gezorgd dat er wel enkele conflicten op dit stukje Europa uitgevochten werden.
De Romeinse inval en de mythe van Ambiorix zijn een ideale start om het beeld van de impact van militair geïnitieerde conflicten in Vlaanderen weer te geven: kennis versus een verhaal bestemd voor een grotere massa en de verheffende verhalen die daarbij dienen gebracht te worden, ter volksverheffing en andere nobele doeleinden. Drie sites worden belicht : Brakel, Oudenburg en Tongeren. Hierbij komt al een eerste onzorgvuldigheid naar boven. De Tungri leverden inderdaad hulptroepen aan de Romeinen om de grenzen te verdedigen, maar werden daarvoor wel naar de muur van Hadrianus gestuurd, ver van hun nieuwe Gallo-Romeinse stad Tongeren. De Guldensporenslag van 11 juli 1302 kon natuurlijk als mijlpaal niet ontbreken. Standbeelden en kapellen herinneren aan deze glorieuze slag, die uitmondde in een voor Vlaanderen smadelijk en kostelijk vredesverdrag. De bondige synthese van de gebeurtenissen is goed, maar niet foutloos. Militair gezien is de goedendag immers een type morgenster en is de afbeelding ervan op p. 23 een typisch steekwapen dat de infanterie gebruikte om een cavaleriecharge te breken.
De keuze van de voorbeelden is soms een beetje problematisch. Een goede historische synthese koppelen aan een goed bouwkundig voorbeeld is uiteraard belangrijk voor een beter begrip van het monument in kwestie. Bij de opstanden van Vlaanderen en Brabant tegen Maximiliaan van Oostenrijk aan het einde van de vijftiende eeuw (en nadien tegen keizer Karel) wordt zo het Rabot te Gent als bouwkundig voorbeeld gekozen. Problematisch, want van een andere orde. Veel logischer zou de keuze van het kasteel van Laarne zijn geweest, dat net buiten Gent de strooptochten van Gentse milities moest temperen.
De getuigen van de Tachtigjarige Oorlog zijn dan weer mooi verdeeld over alle periodes van die godsdienstoorlog. Toen legden de Fransen ook al de basis voor hun verdere militaire strategie om veilige grenzen te hebben: de Rijn en de Schelde. De zeventiende en achttiende-eeuwse oorlogen met en tegen Frankrijk werden dan ook gedeeltelijk op Vlaamse (en Waalse) bodem uitgevochten. Met de barrièretraktaten werden Hollandse troepen in een aantal grenssteden gelegerd. Menen is daarbij een goed gekozen voorbeeld van een vergeten garnizoensstad uit die periode. De Brabantse Omwenteling van 1789 als reactionaire opstand leverde enkele korte militaire acties op, maar de ingrijpendste waren wel die van Jemappes (1792) en Fleurus (1794), waarna de Franse periode startte. Die is vooral belangrijk voor de Boerenkrijg van 1798, een plattelandsopstand tegen belastingsverhoging en verplichte militiedienst bovenop een landbouwcrisis, die vooral als Vlaams-nationale en katholieke herdenking werd uitgebouwd aan het einde van de negentiende en in de eerste helft van de twintigste eeuw. De latere impact van Napoleon was positiever, de haven van Antwerpen en het infanteriefort te Oostende zijn er nog tastbare bewijzen van. De Belgische opstand van 1830 en de Tiendaagse Veldtocht van 1831 hebben ook hun sporen nagelaten.
De grootste recente militaire campagne is natuurlijk het begin van de Groten Oorlog. Tientallen dorpen en steden – en hun inwoners - werden verwoest bij de Duitse opmars die door de eeuwenoude militaire tactiek van de inundatie in de IJzervlakte stokte. De Tweede Wereldoorlog kende eveneens zijn tragedies, maar minder verwoestend dan die van de Eerste Wereldoorlog. De focus wordt hier dan op (Angelsaksische) erfgoedlinken van de bevrijding van 1944 gelegd en niet op die van mei 1940 of van de bezetting. De Koude Oorlog wordt niet vergeten met de Britse en Duitse basissen in de Kempen en Belgische bunkers in Antwerpen en Kemmel.
De militaire impact is dus doorslaggevend. Spijtig genoeg wordt dit militaire karakter ook opengetrokken naar de negentiende-eeuwse politiek-culturele conflicten zoals de taalstrijd en de sociale strijd voor betere arbeidsomstandigheden en politieke vertegenwoordiging (pp. 95-113). Dat zijn ook nog steeds actieve conflicten, waar de militaire dimensie evenwel gelukkig niet aanwezig is. In de globale context van militair conflict had men best aandacht mogen hebben voor sporen van drie andere negentiende-eeuwse conflicten waarbij Vlamingen betrokken waren : de verdediging van de Pauselijke staten door de zoeaven, het Mexicaanse vrijwilligerslegioen en de ontsluiting van Congo Vrijstaat. Van elk van deze conflicten staan er in Vlaanderen enkele monumenten die getuigen van deze vergeten conflicten die ook elk een andere context hebben en zo ook veel kunnen vertellen over het politieke, sociale, economische en culturele kader.
Ook spijtig is het dat bij de keuze van bouwkundige getuigen van conflicten niet gefocust werd op minder bekende voorbeelden, zoals de bunkers van de Hollandstellung uit de Eerste Wereldoorlog, of de aarden verdedigingslinies zoals de Bedmarlinie uit de achttiende eeuw. Gezien het ruime doelpubliek is het ook ongelukkig dat enkele onnauwkeurigheden behouden bleven en niet verder uitgelicht zijn. Als synthese van bouwkundige getuigen van enkele belangrijke conflicten is het hoe dan ook een goede synthese geworden, waarbij men de gebruikte literatuur – én Wikipedia – duidelijk weergeeft. Zoals we ondertussen gewoon zijn van deze thematische erfgoedgidsen van het Davidsfonds is het geheel voorzien van goed gekozen illustraties. [Harry Van Royen]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.