Verdeel en heers : de deling van Afrika 1880-1914
H.L. Wesseling
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : FRANKRIJK 947 DE GAULLE |
31/05/2012
'Seul et contre tous' zal Charles de Gaulle — 'le général', zoals hij nog altijd wordt genoemd — mede het lot van Frankrijk bepalen. En dat specifiek vanaf het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tot in 1969, één jaar voor zijn overlijden in Colombey-les-Deux-Églises, waar hij de laatste hand aan zijn Mémoires zou leggen. De rellen van mei '68 hadden de Vijfde Republiek doen wankelen. Voor het eerst was de generaal de kluts kwijtgeraakt. Het gevolg was een regimecrisis, vervroegde verkiezingen en een referendum waarmee De Gaulle zijn hervormingsagenda had willen doordrukken. Maar de Fransen, die tot dan toe braaf aan de leiband hadden gelopen, zeiden nee. Het leek erop dat hun held het dit keer liet afweten en ook de hypotheses achteraf, als zou hij zijn exit als 'un beau départ' hebben bedacht, kon bij niemand de gedachte doen wijken dat De Gaulle zichzelf als negentiende-eeuwse politicus had overleefd. Zijn eerste minister, Georges Pompidou, bleek beter te kunnen inspelen op de veranderende tijden en zou dan ook zijn opvolger worden. Het tijdperk van 'la France profonde' als sterke nationale staat was nu voorgoed voorbij.
Toch waren de prestaties van De Gaulle niet min geweest en voor Frankrijk zelf van uitzonderlijk belang. Datzelfde Frankrijk dat onder de leiding van De Gaulle in Londen — dankzij enkele militaire successen tegen het Duitse leger in de Franse koloniën en in Noord Afrika, maar vooral door sluw politiek handelen en diplomatieke koppigheid — de oorlog uitkwam als een van de overwinnaars van het fascisme en dat als één van de Grote Vijf mocht aanschuiven in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Zonder de recalcitrante generaal die tegen de zin van zijn voormalige beschermer maarschalk Pétain had geweigerd de wapens neer te leggen en als een van de weinige Fransen in Londen, het beeld van 'La France Libre' hoog hield, was het Frankrijk van Vichy wellicht op het bankje van de collaborerende naties terechtgekomen. Zijn rebelse geest, die prompt in werking trad toen het land bezet werd, zou na de oorlog nog diverse malen tot uiting komen. Voor De Gaulle, in 1945 redder van het vaderland en onbetwiste leider, gold maar één strategie, zijn 'grand dessin': Frankrijk zijn plaats in de wereld terug te geven. Maar net zoals zijn strijdmakker Churchill werd ook De Gaulle in 1946 bedankt voor bewezen diensten en trad hij als minister-president van de Voorlopige Regering van de Franse Republiek af om plaats te maken voor de Vierde Republiek, waarvan hij de politieke fratsen vanop de zijlijn en met pijn in het hart zou aanschouwen.
Ruim tien jaar later, na 24 kabinetten, het verlies van Indochina en de dreiging van een burgeroorlog in Algerië, wordt De Gaulle — mede onder druk van de publieke opinie — door René Coty teruggeroepen. Hij voorkomt een staatsgreep, ontloopt een aantal aanslagen en slaagt er uiteindelijk in de uiterst pijnlijke Algerijnse kwestie op te lossen. De Vijfde Republiek is intussen een feit (1958) en staat onder de leiding van de eerste rechtstreeks verkozen en politiek oppermachtige president Charles de Gaulle. Als staatsman — wars van partijpolitiek en ideologieën — ging hij voluit voor het nationaal belang, maar dan wel in een ruimere geopolitieke context. Hij bleef zich verzetten tegen de toetreding van Engeland tot de EEG, wees de ontwikkeling van een multilaterale kernmacht onder Navo-bevel af en koos in volle Koude Oorlog op velerlei vlakken zijn eigen, alternatieve weg : de erkenning van communistisch China, het uittreden van Frankrijk uit de NAVO, zijn kritiek op Israël dat hij na de Zesdaagse Oorlog zonder meer 'un État guerrier' zou noemen.
De man die er als kind van droomde dichter of generaal te worden, koos uiteindelijk voor een militaire carrière en werd door de Fransen in 2005 in grote meerderheid verkozen tot 'grootste Fransman aller tijden'. Groot in alle opzichten trouwens: letterlijk (hij mat 1.93 m), maar ook figuurlijk als we zijn loopbaan overschouwen zoals die hier met kennis van zaken, maar ook met verve is beschreven. De man die nee zei, is dus een uitstekende biografie, die de man in alle opzichten recht doet en vooral een indringend beeld schetst van het naoorlogse Frankrijk. [Jan Baes]
J. van Bree
De kat van ome Willem wist het al: De Gaulle zegt voortdurend 'non'. De Franse president zei in 1940 'nee' tegen de collaborerende maarschalk Pétain, in de jaren 1940-1945 in Londen 'nee' tegen Churchill en Roosevelt, in 1958 'nee' tegen de Franse Algerijnen en in 1963 ook 'nee' tegen toetreding van Groot-Brittannië tot de EEG (de voorloper van de EU) en tegen de Amerikaanse dominantie van de NAVO. In deze handzame biografie schetst de Leidse historicus en Frankrijk-kenner Wesseling een verhelderend beeld van 'de generaal', zoals De Gaulle (1890-1970) zich altijd liet noemen. Hij schetst een beeld van zijn leven en zijn visies op maatschappij en politiek. Voor realpolitiker De Gaulle was 'l'honneur' cruciaal en hij wilde dan ook de vergane Franse glorie in ere herstellen. Het boek met tal van relevante zwart-witillustraties schetst hoe de Franse politiek voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog er uit zag en welke rol De Gaulle daarin vervulde. Wesseling doet dat ook vanuit Nederlands perspectief en dat is prettig voor de Nederlandse lezer. Met literatuurlijst, register en chronologisch overzicht.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.