Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
ASA, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 DE KEYSER |
Besprekingen
31/12/2011
In de lente van dit jaar werd er in de voormalige lokettenzaal van het Vlaams Parlement in Brussel een tentoonstelling georganiseerd van het werk van Raoul De Keyser. De subtiele schilderijen van De Keyser bewegen tussen abstractie en figuratie heen en weer. Zijn werk brengt niet zonder meer een betekenis met zich mee: het moet bestudeerd worden, het heeft aandacht nodig, en de kunstenaar kan het niet zomaar uitleggen of verklaren. Het is met andere woorden niet ‘conceptueel’: het kan niet ontmaskerd worden door erover te praten, het gaat niet ergens over behalve dan over de manier waarop we ernaar kijken. Bart Verschaffel beschreef het in de recensie van de tentoonstelling in De Witte Raaf als volgt: ‘Een schilderij gaat niet over zijn aanleiding. Het "onderwerp" is het schilderij zelf. Het schilderij is zelf een stuk werkelijkheid, van werkelijkheid gemaakt. Op deze manier keert het "project" van De Keyser zich niet expliciet tegen de Wereld en de "actualiteit". Maar het gaat er wel bewust aan voorbij.’
Bij de tentoonstelling is een mooi, klein boek verschenen, uitgegeven door ASA Publishers, dat zich op een ideale en bescheiden manier opstelt ten opzichte van de twee ‘grote’ boeken die in 2000 en 2007 bij Ludion verschenen, beide van de hand van Steven Jacobs. Het boek begint met een kort voorwoord van Jan Peumans (voorzitter van het Vlaams Parlement), en bevat daarna een langere tekst van Robert Hoozee, curator van de tentoonstelling (en directeur van het Museum voor Schone Kunsten in Gent). Hoozee heeft voor de gelegenheid het werk van De Keyser ingedeeld in vijf groepen, met ‘een focus op enkele welbepaalde fasen of aspecten van de ontwikkeling van de kunstenaar’: ‘Krijthoek’, ‘Zeilen heuvels’, ‘Remnants’, ‘Zinkend’ en ‘Bleu de ciel’. De poëtische en nooit helemaal te doorgronden titels van deze ‘categorieën’ geven het nagenoeg fenomenologische karakter aan van de werken: ze gaan over de waarneming eerder dan over wat er waargenomen wordt. De titel van de tentoonstelling, De dingen die ik zie, is ontleend aan ‘een uitspraak waarmee de kunstenaar zelf wees op de betekenis van het zintuiglijke in zijn werk: "De dingen die ik zie keren op de een of andere manier terug".’
Het spreekt voor zich dat de ruimtes en de context waarin deze schilderijen worden bekeken, heel belangrijk zijn. In het boek licht Paul Robbrecht van Robbrecht en Daem architecten zijn tentoonstellingsontwerp toe — Robbrecht ontwierp ook al in 1986 en in 1992 (op de Documenta in Kassel) een kader om naar het werk van De Keyser te kijken. ‘De werken,’ schrijft Robbrecht, ‘hebben door hun structuur en materiële opbouw een autonomie. Ze stellen zich op tegenover de architectuur die hen omhult.’ In het boek zijn daarnaast foto’s opgenomen van de tentoonstelling, en van de tentoongestelde werken zelf. De catalogus ‘De dingen die ik zie’ is niet alleen een ideale introductie tot het werk van De Keyser — het is ook een boek dat, onnadrukkelijk, rustig en bescheiden, uitermate goed bij dit oeuvre past. [Christophe Van Gerrewey]
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.