De wei van Koe
Paul de Moor
Paul de Moor (Auteur), Luc Tuymans (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ludion, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : DOEN : VERHALEN : DEMO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ludion, 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MOOR |
31/12/2011
Argwanend kijken
Paul De Moor: Luc Tuymans, schilderen op ijs
Nadat Paul De Moor met De schilder, de duif en de dingen (2009) een boek over Roger Raveel schreef, brengt hij nu Schilderen op ijs uit over leven, denken en werk van de internationaal geroemde, uit Antwerpen afkomstige schilder Luc Tuymans. Het verschijnen van dit boek valt samen met Retrospective, een expositie van zeventig werken van Tuymans in Bozar, Brussel. Twintig van de in Brussel getoonde werken zijn ook te zien in dit prachtig uitgevoerde boek.
De Moor schreef zijn boek voor een jong publiek (vanaf ongeveer 11 jaar), maar ook voor volwassenen werpt dit werk een interessant licht op het werk van Tuymans en op zijn persoon. De Moor en Tuymans hadden verschillende gesprekken die het materiaal leverden voor Schilderen op ijs (de titel verwijst naar Tuymans floue stijl). Het boek is chronologisch van opbouw en begint met enkele jeugdervaringen die bepalend zijn voor het latere werk van Tuymans. Zo lezen we over de driejarige Tuymans die samen met zijn grootvader in een Antwerps park de eenden en ganzen voerde. Door een grote hoed was het gezicht van de grootvader niet te zien. De ouders van de jonge Tuymans fleurden zijn slaapkamer op met een ganzenbehang. De jongen zag hoe zijn ouders waar het zo uitkwam ganzen in tweeën knipten of onthoofden en later de koppen bijeen veegden. Vanaf die dag keken de ganzen vanaf de muren met hun stekende zwarte ogen op de jongen neer. Met zijn vader brengt Tuymans een bezoek aan de Boerentoren. ‘De dood staarde me voor het eerste vlak en brutaal in beide ogen aan. En dood grijnsde zijn akelige doodsgrijns. Vanuit de hongerige diepte. Vanuit de leegte van de ijselijke diepte. Wat een prachtig uitzicht hè, mijn jongen, zei mijn vader.’ De Moor legt verbanden tussen deze vroege jeugdervaringen en het werk van Tuymans. Hij doet dat impliciet en in een beheerste stijl, die hij bijna het hele boek weet vol te houden. Deze stijl valt op door het gebruik van herhaling en taalspel. Bij het bezoek aan de Boerentoren, ‘de eerste wolkenkrabber op het Europese vasteland’, speelt De Moor bijvoorbeeld met woordsamenstellingen als ‘Boerentoren’, ‘boerenkrabber’ en ‘wolkenboer’. In de juiste dosering is dit taalspel heel genietbaar. Door sleutelwerken uit het oeuvre van de schilder af te beelden naast de teksten, worden de verbanden bovendien aanschouwelijk en kan de lezer ook zelf de relaties zien tussen episodes uit Tuymans leven en zijn schilderijen.
Na enkele verhalen over de jeugdjaren van de schilder, volgen er verschillende hoofdstukken over de artistieke crisis die Tuymans als jonge kunstenaar doormaakt. Ontsteld constateert hij dat alles al eens geschilderd is. Dit besef slaat hem hard in het gezicht en voor korte tijd stopt hij met schilderen. Tuymans begint te fotograferen en te filmen, maar bij deze media botst hij ook alweer snel op grenzen. Het keerpunt komt wanneer hij vaststelt: ‘Als alles al geschilderd was, restte me slechts één uitweg. Echte vervalsingen schilderen’. Dit inzicht bezorgt de schilder nieuwe energie. ‘Ik werkte me de naad uit het lijf. Ik had een vers spoor geroken. Mijn nieuwe werk was echt, het leefde en vertelde. Het was van mij. Het vertelde mijn verhalen. Maar omdat niets niet geschilderd was, was het ook vals.’ Niet vals vals dus, maar echte valse vervalsingen.
De volwassen Tuymans concludeert dat hij de dingen schildert zoals hij ze al vanaf zijn kindertijd ziet: ‘met achterdocht, wantrouwen en onbehagen’. Het openen van een raam volstaat al om de argwaan samen met het schrale licht naar binnen te laten stromen. Dit dunne, vale, noordelijke licht probeert hij te vangen op zijn doeken en dat vraagt om verdunde verf en het afschrapen van lagen. De hoofdstukken over argwaan en licht zijn overigens de moeilijkst te volgen delen van het boek. In deze hoofdstukken maakt de verhalende toon plaats voor associatieve gedachten die doen denken aan stream of consciousness. In zo’n stroom van associaties en gedachtesprongen lezen we hoe op een blauwe maandag de argwaan een grote spiegel de werkruimte van de kunstenaar binnensleept. In de spiegeling legt de argwaan een hamer. Vervolgens ontspint zich een dialoog tussen de hamer en de argwaan waarin de hamer vertelt wat hij allemaal zou kunnen betekenen voor de argwaan. Dan schuift de argwaan de hamer opzij ‘en plantte de tulp in de spiegel en de tulp was een matblauwe kat.’ Op deze manier wordt er nog even verder geassocieerd, wat leidt tot een stijlbreuk met de meer samenhangende vertelvorm van de rest van het boek.
Het verhaal eindigt met de overpeinzingen van de internationaal bekende kunstenaar die exposeert van Tokio tot New York. Deze schilder neemt vliegtuigen, overnacht in hotelkamers (die niets vergeten terwijl hun bezoekers de kamer al zijn vergeten wanneer ze het hotel verlaten) en kijkt nog altijd vreemd op wanneer hij aan de andere kant van de wereld zijn schilderijen terugziet ‘breekbaar en geluidloos. Als vreemde lichamen’.
Schilderen op ijs is een prachtig geschreven verhaal over leven en werk van een groot kunstenaar. De tekst van De Moor bevat volop fraaie beelden en aansprekende aforismen, zoals ‘muren verdragen kunst, maar kunst verdraagt geen muren’. De gehanteerde ik-vorm is soms wat ongemakkelijk. Al lezend is men geneigd te denken dat de schilder zelf aan het woord is, maar het is de auteur die het verhaal van de schilder vertelt, al weten we natuurlijk nooit of De Moor Tuymans soms niet ook letterlijk citeert.
Voor wie geïnteresseerd is in Luc Tuymans, vormt dit boek een uitstekende bron van informatie over diens leven, werk en ideeën. De inzichten die dit boek aanreikt, kunnen het kijken naar zijn schilderijen verdiepen. Zo geeft het boek antwoord op vragen als hoe Tuymans aan zijn onderwerpen komt, hoe hij een schilderij opzet, waarom hij niet op een vooraf opgespannen doek op een ezel werkt maar een stuk canvas tegen een wand bevestigt, waarom de schilderijen van Tuymans niet ingelijst zijn, waarom zijn figuren vaak geen gezicht hebben en waarom andere juist ogen hebben die dwars door de kijker heen lijken te zien.
De samenwerking tussen De Moor en Tuymans werd geïnitieerd door uitgeverij Ludion. Het eerdere werk van De Moor over Roger Raveel (bij Lannoo) had de belangstelling gewekt omdat dit goed aansloot bij Ludions ambitie om boeken over kunst te brengen voor een jong publiek. Het resultaat van deze eerste samenwerking is in alle opzichten hoogstaand. Het is bijzonder knap hoe De Moor er via een verhaal in slaagt de lezer veel wijzer te maken over het werk van Tuymans zonder uitleggerig te worden of een pedagogische toon aan te slaan.
[Coosje Van der Pol]
Redactie Vlabin-VBC
Nadat de auteur met 'De schilder, de duif en de dingen'* (2009) een jeugdboek over de Vlaamse schilder Roger Raveel schreef, gaat hij nu aan de slag met het leven en werk van de internationaal bekende Vlaamse kunstenaar Luc Tuymans (1958). Het boek verschijnt naar aanleiding van een retrospectieve in Bozar (Brussel), waaruit twintig werken worden afgebeeld. De auteur had verschillende gesprekken met Tuymans, die resulteerden in een chronologisch opgebouwd boek. Vanuit de ik-persoon vertelt de kunstenaar over zijn jeugdjaren en over zijn artistieke crisis als jonge kunstenaar. Hij begint te fotograferen en te filmen, maar botst ook nu op grenzen. Het keerpunt komt wanneer hij vaststelt: 'Als alles al geschilderd was, restte me slechts één uitweg. Echte vervalsingen schilderen'. De volwassen Tuymans concludeert dat hij de dingen schildert zoals hij ze al vanaf zijn kindertijd ziet: 'met achterdocht, wantrouwen en onbehagen'. Het verhaal eindigt met de bedenkingen van de kunstenaar over zijn huidige situatie. Er zijn veel paginagrote afbeeldingen van werken van Tuymans opgenomen. Een mooi én informatief verhaal, geschreven in een beeldende, soms associatieve stijl. Voor een selecte groep van volwassenen en jongeren vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.