We hebben er een geitje bij!
Marjet Huiberts
Marjet Huiberts (Auteur), Wendy Panders (Illustrator), Benaïssa Linger (Muziek)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer/Becht, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : HUIB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer/Becht, 2010 |
Kinderhoek : HUIB |
00/00/0000
Weinig sprookjesparodieën hebben ook bij ons zoveel succes gehad als de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. Door zijn verrassende plotwendingen, ongeëvenaarde talige humor en snelle, gevatte rijmen slaagde hij er meer dan twintig jaar geleden in de bekendste sprookjes op hun kop te zetten en lezers van heel uiteenlopende leeftijden te charmeren. De Nederlandse Marjet Huiberts probeert met haar sprookjesbundel hetzelfde effect te bereiken, en de invloed van Dahl is onmiskenbaar. Ze kiest niet voor rijmen, maar voor rap, en werkt met de typische woordenschat uit dat genre. Zeven sprookjes worden zo omgezet: Roodkapje, Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Doornroosje, De wolf en de zeven geitjes, Repelsteeltje en Assepoester. Niet toevallig zijn dat sprookjes die nog steeds vaak opgenomen worden in sprookjesboeken en televisieseries: om het effect van de parodie ook bij de jongste lezers te bereiken, is het belangrijk dat zij de traditionele versies ook kennen. Voor dit zevental kan je daar wel van uitgaan. Dat het contrast met de traditionele versies groot is, blijkt zowel uit de taal als uit de ontwikkeling van de plot. Het begint al bij de eerste zin, die ook de inspiratie voor de titel leverde: 'Roodkapje was een toffe meid en volgens de boeken / droeg ze om haar hoofd altijd mooie rooie doeken.' Met de vele Engelse leenwoorden en slangtermen wordt de sfeer van een raptekst verder opgeroepen: Roodkapje stapt 'relaxed' door het bos, de wolf spreekt haar aan met 'kipje'. Tot wanneer de wolf Roodkapje opeet, is het enkel de hippe taal die afwijkt en volgt het verhaal nog grotendeels de versie van Grimm. Dan volgt er ook een inhoudelijke ommekeer, want langs het huis van grootmoeder loopt geen jager maar een Turk ? dat rijmt natuurlijk handig op 'gesnurk.' Het gerapte sprookje eindigt dan ook niet met pannenkoeken, maar met een huwelijk, en de wolf moet voor straf bruidsmeisje zijn. Dat is op zich al een vooruitgang tegenover Dahl: daar eindigde hij nog als bontjas van Roodkapje, nadat die een revolver uit haar slipje gewipt had.
Er zit flink wat rijmelarij in deze bundel van Marjet Huiberts, maar bij momenten is het taalspel echt inventief en grappig. Ik ontleen hier een voorbeeld aan Sneeuwwitje, wanneer zij net bij de dwergen is ingetrokken:
'Sneeuwwitje ging daar poetsen, want het was er een zootje.
Maar toen kwam die stiefma in een jurk van d'r grootje.
Ze zei: "Hier is een appel, het is een cadeautje."
Sneeuwwitje nam een gifhap en toen legde ze 't loodje.'
En ook bij het doopfeest van Doornroosje komt de verteller echt grappig uit de hoek:
''t Was gezellig totdat tante nummer 13 binnenviel;
die was niet uitgenodigd, dus gekrenkt tot in haar ziel.
"Doorroosje zal slapen," riep dat ouwe fossiel,
"zodra ze geprikt wordt door een draaiend spinnewiel."'
Zoals in veel sprookjesbewerkingen ? Dahl voorop ? heeft deze verteller het niet hoog op met de romantiek van de traditionele verhalen. Sneeuwwitje blijft dus liever bij de dwergen, en Doornroosje wordt voor de ogen van de prins door een kerel in een helikopter weggekaapt. En net als in de sprookjesbewerkingen van Emma Donoghue blijkt Assepoester hier meer van vrouwen dan van mannen te houden. In tegenstelling tot de cd (de sprookjes zijn leuker als je ze zelf rapt, en dan vormt het Noord-Nederlands voor Vlamingen ook een kleinere hinderpaal) bieden de illustraties van Wendy Panders een grote meerwaarde aan het boek. De tekst zelf is verlucht met kleine prentjes die het lezen nog verlichten en kleine grapjes bevatten: bij 'helaas pindakaas' staat er bijvoorbeeld een pot pindakaas in de tekst getekend. Daarnaast bevat elke dubbele bladzijde een getekende, paginagrote prent waarop opnieuw de draak gestoken wordt met de sprookjesconventies. Hier dus geen romantische scènes van dweperige prinsen en beeldschone prinsessen ? Sneeuwwitje staat bijvoorbeeld in skitrui en muts in de sneeuw, de dwergen zijn halfnaakte mannetjes die aan een waslijn bengelen. Roodkapje heeft zelf een Turks tintje en Repelsteeltje heeft iets van een Chinees duiveltje. De prenten onderstrepen zo perfect de satirische inslag van de tekst.
Aan het niveau van Dahl kan dit boek niet helemaal tippen, maar het vormt een leuke toevoeging aan de sprookjesbewerkingen die al in het Nederlands geschreven zijn. Bovendien is het een leuk boek om te gebruiken in de klas, zeker voor het vierde middelbaar, waar sprookjes op het leerplan staan en jongeren al voldoende affiniteit hebben met de rapcultuur om de humor van dit boek in te zien en misschien zelf aan het sprookjes-rappen te gaan. [Vanessa Joosen]
T. Mortier
Zeven klassieke sprookjes met stuk voor stuk een verrassende wending. Zo wordt Roodkapje uit de buik van de wolf gered door een knappe Turk, terwijl Sneeuwwitje haar bebaarde prins maar niks vindt en bij de zeven dwergen blijft. Hans is een mietje, maar Grietje is cool: ze redt haar broer en samen beginnen ze een snoepwinkel. Doornroosje wordt wakker gekust door een kerel met een helikopter en de geitjes maken een nieuwe garderobe van wolvenvel. De molenaarsdochter verkiest Repelsteeltje boven de koning, en Assepoester ten slotte valt niet op mannen en vertrekt met haar fee naar Spanje. De leuke verhaalwendingen en de grapjes in de tekst zorgen voor een verrassend frisse en hedendaagse interpretatie van de sprookjes. Het rijm is niet dwingend en heel aanstekelijk. De originele en kleurrijke paginagrote illustraties vertellen hun eigen verhaal. Ze zijn soms grappig, soms absurdistisch. Ook in de tekst zijn kleine tekeningen opgenomen. Mooie, verzorgde vormgeving. De vrolijke liedjes op de bijhorende cd zijn leuk gerapt door Benaïssa Linger en makkelijk mee te rappen. Met karaokeversie om zelf aan de slag te gaan. Bij het handelsexemplaar kun je de cd uit het omslag trekken. Vlag en Wimpel van de Penseeljury 2011. Vanaf ca. 6 t/m 11 jaar.
Annelies Verbist
ua/an/22 j
Een verzameling van een aantal zeer bekende sprookjes, zoals Roodkapje, Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Doornroosje ... die in een modern jasje zijn gegoten. Dit zorgt voor een heel luchtig en plezant geheel dat ook nog vlot leest omdat het volledig in rijmvorm is geschreven. De basis van de sprookjes is er, maar wordt dan op een grappige manier verwerkt met een origineel resultaat. Elk verhaaltje neemt slechts drie bladzijden in beslag en is dus zeker niet te lang.
Op de cd worden de sprookjes gerapt. Je kan goed volgen omdat het heel duidelijk en niet te snel is gezongen. Het ritme is in alle liedjes bijna hetzelfde zodat je snel mee kunt doen. Op het einde van de cd hoor je enkel de melodie zodat je zelf je raptalent kunt testen. Voor elk liedje wordt gezegd om welk sprookje het gaat.
De knappe teksten bevatten pictogrammen, die kleuters al zelf kunnen 'lezen'. Naast elke tekstbladzijde vind je een grote tekening die eigentijds oogt en die een hoogtepunt uit het verhaal weergeeft. Leuk!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.