Coco, of Het kleine zwarte jurkje
Annemarie van Haeringen
Annemarie van Haeringen (Auteur), Tonke Dragt (Auteur), Sjoerd Kuyper (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Leopold, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : SPROOKJES, VOORLEESVERHALEN EN GEDICHTEN VANH |
31/12/2011
In haar nawoord bij Overzee legt Annemarie van Haeringen uit wat haar fascineert aan de zee. Dat blijken eerst en vooral de mogelijkheden van het woord 'zee' te zijn: je kunt er de wonderlijkste dieren, mensen en dingen mee maken die dan nog echt bestaan ook, van de zeekoe over de zeerover tot het zeegras. Het woord zet je fantasie in werking, waardoor je in een "prachtige zoute wereld" terechtkomt. Maar de zee kan ook woest en wild zijn of mysterieus en eindeloos, en ook die gezichten van de zee boeien Van Haeringen. Bovendien leidt haar naam vanzelf naar de zee en is haar sterrenbeeld de waterman. Natuurlijk is er ook de aantrekkingskracht die de zee uitoefent op de kunstenaar die graag met waterverf schildert. Met geen andere techniek kun je zo goed de vele waterige schakeringen van de zee weergeven.
De bundel bestaat uit drie verhalen die eerder apart verschenen. 'Malmok' van Sjoerd Kuyper gaat over de pelikaan Malmok die een baby redt uit een storm, hem eerst verborgen houdt in zijn bek, maar hem ten slotte toch aan de moeder terugbezorgt. Het eenvoudige verhaal houdt de aandacht vast omdat de kijkers en luisteraars net als Malmoks vrienden willen weten waarom hij zijn snavel niet wil openen. Indrukwekkend is de prent met de machtig krullende golven rond het minuscule bootje en de pelikaan onder de dreigende wolken.
'Wat niemand weet' is een typisch Tonke Dragt-verhaal. Het vertelt hoe de trotse eenhoorns bij de zondvloed niet aan boord van de overvolle ark wilden. Ze zwommen mee en redden zo enkele vogelsoorten van de ondergang. Daardoor verdronken ze echter zelf, hoewel: "Wij zinken niet. Wij duiken! Wij verdrinken niet. Wij veranderen." Op de prenten zie je hun fascinerende nazaten, de narwals. Van Haeringen weet de geheimzinnige sfeer goed te treffen, bv. in de grijsblauwe tinten in het ruim van de ark waarin de dieren opgesloten zitten. Het contrast met de bontgekleurde vogels op het schip is treffend. Die prent straalt een vrolijkheid uit die je ook vindt in grappige details zoals de jas van Noah, geknipt uit een kaart of zijn zoon die een reuzenpanda aan boord duwt.
Voor 'Het begin van de zee' schreef Van Haeringen ook de tekst. Het verhaal gaat over de kleine Kofi die de zee wil schilderen maar niet weet waar hij moet beginnen. Hij vaart uit, op zoek naar het begin van de zee en krijgt een steeds bonter gezelschap mee. Die stapelopbouw viel ook op bij de twee vorige verhalen. Op het eind vaart Kofi met de botenbouwer mee op een soort miniark met twee giraffen, twee slangen enz. Boven de boot vliegt een duif met een takje in haar bek. Niet alleen door dergelijke verwijzingen betrekt Van Haeringen de kijker actief bij het boek. Soms speelt ze met het verschil in kennis tussen lezer/kijker en personages. Op een van de prenten vaart het bootje tegen iets aan dat in de tekst "de buik van de navel" wordt genoemd. Als je goed kijkt, zie je onder water het reusachtige lijf van een walvis. De laatste zinnen van Kofi's verhaal zijn een uitnodiging voor het hele boek dat je keer op keer kunt lezen en bekijken: "Wil je het einde nog eens zien? Begin dan weer bij het begin!" [Jan Van Coillie]
Julienne van den Heuvel
In het nawoord van deze fraai uitgevoerde uitgave gaat de illustrator/auteur in op haar fascinatie voor de zee. De prachtige zoute, mysterieuze wereld is mooi, maar het is ook een wereld van stormen en overstromingen. Die combinatie van het mooie en het gruwelijke biedt stof voor een zee van verhalen! In deze uitgave zijn er drie verzameld met illustraties van haar hand: 'Malmok' (Sjoerd Kuyper, Gouden Penseel 1999) over een 'storm zo groot als de wereld' waarna pelikaan Malmok zijn snavel niet meer wil opendoen; het mysterieuze 'Wat niemand weet' (Tonke Dragt, Kinderboekenweekuitgave 2007), een variatie op de Ark van Noach met de eenhoorn in de hoofdrol; en 'Het begin van de zee' (Annemarie van Haeringen, Zilveren Griffel 2003), waarin Kofi net zo gefascineerd is door de zee als de auteur/illustrator zelf. Haar trefzekere pentekeningen met uitvloeiende inkt en aquarel komen prachtig tot zijn recht in deze uitgave met glad, getint glanzend papier, golven op de schutbladen en turkoois omslag met de hoofdfiguren uit de drie verhalen, zwemmend in het peilloze diepe blauw. Vanaf ca. 4 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
In de bundel 'Overzee' staan drie zeeverhalen. Ze hebben behalve het thema ook de illustratrice, Annemarie van Haeringen gemeen. De illustraties zijn zwierig en heel expressief en vullen soms volledige dubbele pagina's.
Het eerste verhaal 'Malmok' van Sjoerd Kuyper gaat over een stipte, wat bange pelikaan. Hij is altijd op tijd, behalve deze keer. En dat gebeurt net tijdens een grote storm. Al zijn vrienden zijn ongerust. Als hij eindelijk komt opdagen weigert hij een bek open te doen wat ze ook proberen. Tot ze in de verte een huilende vrouw in een bootje 'Dushi, dushi' horen roepen. Dan horen ze vanuit de snavel van Malmok een geluidje. Malmok twijfelt even maar dan opent hij zijn snavel en daarin zit een zwart babymeisje. Dolgelukkig zegt de vrouw: Je bent een held Malmoek, je hebt mijn kind gered, en het ook teruggegeven!. De ietwat onopvallende Malmok wordt meteen ook de held van de pelikanenkolonie. Een mooi verhaal over durf en loslaten.
In 'Wat niemand weet' vertelt Tonke Dragt waarom er geen eenhoorns meer zijn. Ze gaat daarvoor terug tot de zondvloed. Noach voltooit zijn Ark en stuurt zijn drie zonen erop uit om van elke diersoort, behalve de vogels en de vissen, een paar te zoeken en naar de Ark te brengen. Dat lukt met enige moeite. Alleen de eenhoorns blijven onvindbaar. Als de Ark vertrekkensklaar, en het al flink aan het regen is, komt het eenhoornmannetje aanrennen. Hij zegt dat eenhoorns vrij willen zijn en dat ze wel achter de Ark aan zullen zwemmen. Als ook de laatste bomen onder water verdwenen zijn, zoeken de vogels een stek om zich aan vast te klampen. Ze zien nog twee hoorns boven het water uitsteken en klampen zich daaraan vast. Maar de eenhoorns die al diep in het water gezakt waren, worden daardoor te zwaar en zinken. Onderwater veranderen ze echter. En als je vandaag nog nakomelingen van de land-eenhoorns wil zien, dan moet je naar de noordelijke zeeën gaan, want daar leven de zee-eenhoorns, de narwals. En wie weet, als het klimaat verder opwarmt, en als de zeeën weer gaan stijgen, veranderen die misschien weer in land-eenhoorns. Maar dan moeten er wel nog voldoende grote bossen zijn.
Heel mooi schetst de auteur het verloop van de voorbereiding van de Ark en de zondvloed zelf. Haar uitleg dat de narwal eigenlijk een eenhoorn is ook plausibel en alleszins goed gevonden. Er zit een duidelijke, ecologische boodschap in dit mooie verhaal.
In 'Het begin van de zee' van Annemarie van Haeringen, gaat het zwarte jongetje Kofi naar een tentoonstelling van zeegezichten. Hij is ontgoocheld omdat hij nergens de zee volledig kan zien. Hij besluit dan om zelf de zee te schilderen. Maar dan stelt zich de vraag: waar is het begin van de zee? Kofi neemt een boot en gaat op zoek. Maar op elk strand vindt hij alleen een einde, geen begin. Volgens een garnalenvisser moet dat ergens in het midden liggen. Daar ziet Kofi inderdaad iets wat op een spuitende blote buik lijkt. Als hij ertegenaan vaart, zwemt de buik echter weg. Bij hoog water denkt Kofi het begin te vinden, tevergeefs. Bij laag water zal er misschien een stopje te vinden zijn langswaar het water binnen en buiten stroomt, denkt hij. Al zijn zoeken levert niets op. Moedeloos zit Kofi aan het strand. Dan komt er een oude botenbouwer. Hij voorspelt storm en zegt dat dat het uitgelezen moment is om op zee te gaan en het begin van de zee te zien. Het begint heel hard te regenen en de botenbouwer zegt: Zie je nu, het begin van de zee valt uit de lucht. En wat schildert Kofi: donkere wolken met regen erin. Een mooi afgerond verhaal dat kleuters aanzet om zelf aan het schilderen te gaan en dat mogelijkheid geeft om over door te praten.
De drie verhalen dragen of een sterk intercultureel of een ecologisch tintje, maar het is nergens storend. Het zijn veelal zwarte hoofdpersonen die je op de prenten ziet. Het verhaal over de eenhoorns vond ik het sterkst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.