Belijdenissen van een Italiaan
Ippolito Nievo (Auteur), Jan Van Geldrop (Vertaler), Claudio Magris (Inleider)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NIEV |
Besprekingen
00/00/0000
Van Venetiaan tot Italiaan
'Italië is af, nu moeten de Italianen nog gemaakt worden.' In 1867, zes jaar na de eenmaking van Italië, noteerde de Italiaanse staatsman en schrijver Massimo d'Azeglio in zijn memoires ? met een giftige toespeling op de laatste woorden van graaf Camillo Benso di Cavour, een van de architecten van dat Italië ? wat velen dachten, maar niemand hardop durfde te zeggen: dat Italië een staatkundige creatie was waar de man in de straat bijlange na niet klaar voor was. Zelfs het woord Italiaan werd in die prille jaren van nationale eenheid nog door velen als aangebrand beschouwd.
Misschien is dat wel een van de redenen waarom de Italiaanse schrijver en patriot Ippolito Nievo (1831-1861) zijn roman Belijdenissen van een Italiaan tijdens zijn leven aan de straatstenen niet kwijt kreeg: twee jaar vóór het ontstaan van Italië was er geen uitgever te vinden die zijn vingers aan zo'n revolutionaire tekst wou branden. Uiteindelijk zou de roman postuum verschijnen, in 1867, al werd de titel ook toen nog voorzichtigheidshalve afgezwakt tot Belijdenissen van een tachtigjarige (en het zou nog tot 1931, in vol fascisme, duren vooraleer het boek onder zijn oorspronkelijke titel zou verschijnen). Verder dan die titel had de uitgever in kwestie blijkbaar niet gelezen, want de beroemde openingswoorden vormen een even krachtige tegenstem voor de smalende boutade van d'Azeglio: 'Ik ben geboren als Venetiaan op 18 oktober van het jaar 1775 [...] en ik zal door Gods genade sterven als Italiaan, wanneer de Voorzienigheid, die op ondoorgrondelijke wijze de wereld regeert, dat wil.' Dat laatste ? sterven als Italiaan ? is Nievo zelf helaas nooit vergund: toen hij twee weken voor de officiële proclamatie van het koninkrijk Italië op last van Garibaldi de documenten van diens Roodhemden van Sicilië naar het noorden bracht, verging zijn schip 's nachts in de Golf van Napels.
Nievo's leven leest als dat van een getalenteerde puber. Als zoon van een magistraat uit Mantua en de erfgename van het graafschap van Colleredo, in Friuli, groeit hij op in een beschermd en bevoorrecht milieu, in de schaduw van het kasteel van Colleredo. Daaraan komt abrupt een eind als zijn ouders hem op zijn tiende naar een internaat in Verona sturen: de jonge Ippolito voelt zich afgewezen en klampt zich vast aan zijn grootvader Carlo, de enige die hem af en toe opzoekt en die hem al vroeg de liefde voor de letteren bijbrengt. Het is in de eerste plaats die literaire gevoeligheid die hem in de ban brengt van de revolutionaire teksten van Mazzini. Als hij in 1848 deelneemt aan de mislukte opstand van Mantua, grijpen zijn ouders in: ze halen hem bij zijn revolutionaire vrienden vandaan en sturen hem ten tweeden male weg, naar Toscane ditmaal. Tevergeefs: binnen de kortste keren heeft hij er nauwe banden met de kopstukken van de democratische partij. Na zijn studies ? zijn vader wil dat hij notaris wordt, hij kiest voor rechten ? klimt hij als journalist en schrijver snel op in het Risorgimento, de beweging die streeft naar de eenheid van Italië. In 1858 trekt hij zich nog acht maanden lang terug in het verloren paradijs van Colleredo om er de Belijdenissen van een Italiaan te schrijven, maar als niemand zijn meesterwerk wil publiceren, stort hij zich definitief en met volle overgave op zijn politieke engagement: hij schrijft bevlogen pamfletten en sluit zich aan bij het leger van Garibaldi dat het Italië zal verenigen dat hij zelf nooit zal zien.
De breuk met zijn ouders die doorslaggevend was voor Nievo's leven, is in zekere zin ook terug te vinden in het leven van Carlo Altoviti, de drieëntachtigjarige verteller die in de Belijdenissen aan het woord is. In het eerste deel, dat zich afspeelt op en rond het idyllische kasteel van Fratta, wordt de jonge Carlino, die door zijn ouders aan de 'goede' zorgen van zijn tante de gravin is toevertrouwd, hopeloos verliefd op zijn grillige nichtje Pisana. De setting en de gebeurtenissen lijken netjes overgenomen uit een boek van Walter Scott: kasteeltje, slotgrachtje, ophaalbruggetje, torenkamertje. Rara, wat moet de kleine Carlo doen? Als een Assepoes aan het spit draaien. Rara, wie loopt hij tegen het lijf als hij de omgeving van het kasteel verkent? Lo Spaccafumo, een Robin Hood-achtig sujet dat het tegen de tirannieke kasteelheer opneemt. Toch ligt de charme van het eerste deel precies in de personages en vooral in de ironische, en soms ronduit hilarische stijl waarin ze beschreven worden. Zo struikelt de graaf van Fratta om de haverklap over het verroeste zwaard dat aan zijn riem bengelt. En leidt de krijgshaftige opvoeding die hij zijn vrome zoon Orlando geeft ertoe dat die laatste overal in het kasteel altaartjes bouwt en missen opdraagt.
Van die historische slapstick ? die symptomatisch is voor de teloorgang van de adel en van de moeizame opkomst van de burgerij ? is in het tweede deel nauwelijks een spoor. Daarin wordt de toon dramatisch en moraliserend. Lucilio, die in het eerste deel nog ten tonele wordt gevoerd als een mislukte dokterszoon die patiënten zelf hun diagnose laat doorgeven, met alle gevolgen van dien, ziet zijn liefde voor Clara, de dochter van de graaf, uiteenspatten als zij min of meer gedwongen intreedt in het klooster. Na een hartverscheurende afscheidsscène bij de kloosterpoort, streng gesurveilleerd door moeder-overste, richt Lucilio al zijn energie op zijn tweede liefde: die voor het vaderland. Zo gaat het ook met Carlino: teleurgesteld in zijn liefde voor Pisana, stelt hij zich geheel en al ten dienste van het Risorgimento. Terwijl de adel (die gedwongen is om haar bezittingen te verkopen) en de republiek Venetië (die gedwongen is haar ziel aan Napoleon te verkopen) tenondergaan, verovert Carlino met het leger stukje bij beetje heel Italië, met Pisana als een soort engelbewaarster achter hem aan.
Van alle vrouwenfiguren uit de Italiaanse romanliteratuur is Pisana trouwens een van de meest onbevattelijke: grillig en sensueel, nu eens irritant zelfbewust, dan weer zorgzaam. Onvergetelijk op dat punt is de scène waarin het tienjarige meisje, 'halfnaakt in haar nachthemd en over haar hele lijf bibberend van de kou', de gestrafte Carlo een nachtelijk bezoek komt brengen op zijn brits en hem op haar beurt smeekt om een straf voor de streken die zij hem levert. Als hij na lang aandringen toegeeft en aan haar haar trekt ? 'harder, harder, kleine dwaas' ? geeft ze een ruk met haar hoofd zodat hij met een haarlok tussen haar vingers blijft zitten. Die haarlok, die Carlo overal met zich meedraagt, bezegelt het verbond tussen de twee.
Het is niet verwonderlijk dat de historische setting van het boek, de rol van Nievo in het Risorgimento en zijn tragische dood er in Italië vaak toe hebben geleid dat de Belijdenissen in de eerste plaats werd beoordeeld op zijn waarheidsgehalte. Gevolg: de Italiaanse editie is gestoffeerd met ellenlange voetnoten waarin professoren en academici zich bezighouden met prangende vragen als: is de naam van het hoofdpersonage een eerbetoon aan des schrijvers grootvader Carlo Manin (die destijds aanwezig was bij de laatste Grote Raad van de Republiek Venetië)? Of: waarom voert Nievo zijn collega-schrijver Ugo Foscolo op onder de samenzweerders die de val van Venetië voorbereidden, terwijl Foscolo destijds in Bologna was? Om nog maar te zwijgen van de stoet historische personages die zelfs voor de belezen Italiaan lange toelichtingen vergt.
Wie in de Belijdenissen slechts oog heeft voor de feiten, riskeert echter de vele prachtige nevenintriges en wendingen te missen waarmee Nievo zijn verhaal doorspekt. Zo vindt het hoofdpersonage achtereenvolgens zijn doodgewaande vader (die een Turk blijkt te zijn, en dan weer een Venetiaan, wat hem niet verhindert om zijn zoon op een haar na met een inderhaast opgetrommelde Turkse armada om zeep te helpen) en zijn onbekende zus terug (die een Griekse blijkt te zijn, maar aanvankelijk voor zijn maîtresse wordt aangezien), wordt hij blind, vervolgens weer ziende enzovoort.
Nievo stierf voor hij de kans kreeg het boek aan een grondige revisie te onderwerpen. Daardoor mist het soms ongetwijfeld de schwung en de snedigheid die het tot een instantklassieker hadden kunnen maken. Maar wie die kleine gebreken door de vingers kan zien, ontdekt een pareltje van diepe, onversneden menselijkheid. [Tom De Keyzer]
Dr. M.C.A. v.d. Heijden
De Italiaanse schrijver (1831-1861) publiceerde al vroeg o.a. gedichten en politieke geschriften. Gegrepen door idealen van democratie en een verenigd Italië, sloot hij zich aan bij het legertje waarmee Garibaldi hiervoor streed op Sicilië (1860). De Belijdenissen is opgezet als autobiografie van een oude man (*1775), met een bewogen leven achter de rug. Dit begon op een kasteel in een dorp in Friuli (Veneto). Op deze plek is hij 80 jaar later weer neergestreken. Nievo verwerkt in het levensverhaal, met een levenslange liefde als een rode draad, ook de grote politiek: de Franse Revolutie, de Italiaanse campagne van Napoleon, opstanden etc. Uitweidingen en bespiegelingen vragen geduld, maar wie houdt van Italië en zijn geschiedenis en van breed opgezette 19de-eeuwse romans moet dit boek lezen. In een korte inleiding van Claudio Magris uit 1992 wordt het op een lijn gesteld met 'De Verloofden' van Manzoni. De vertaler, die uitstekend werk leverde, geeft in een Verantwoording bijzonderheden over Nievo. Verklaring van Italiaanse woorden ware wel dienstig geweest. Gebonden; kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.