Portret in zwart
Nicola Lecca
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4734 |
00/00/0000
De gevierde dirigent Alexander Norberg zet liever nu een punt achter zijn carrière dan te moeten wachten op de ontnuchtering na de roem. Voor zijn laatste concert ronselt hij een piepjonge sopraan en een wereldberoemde soliste. Net als hij zullen ze uiteindelijk beslissen om er hun zwanenzang van te maken. Als de illusie die succes heet dan toch doorgeprikt moet worden, kun je het maar beter zelf doen.
Wie zich niet kan verzoenen met de werkelijkheid, raakt verstrikt in zijn dromen. Zoals de jonge Oscar, die zijn zoutloze bestaan in Zweden inruilt voor een baantje als piccolo in een luxueus hotel in Londen, maar er niets dan verveling meemaakt. Behalve allerlei zelfverzonnen denkspelletjes tijdens de werkuren helpt alleen muziek erna. Concert na concert schuimt Oscar af, maar een opvoering van Norberg, te gast in het hotel waar hij werkt, blijkt te exclusief. Als Oscar maanden later te horen krijgt dat zijn favoriete dirigent ermee stopt, wil hij nog maar een ding: een kaartje voor het laatste optreden van de virtuoos.
Zelfs al moet hij ervoor naar IJsland. Zelfs al beseft hij heel goed dat niemand van de eenenvijftig uitgelote inwoners van Reykjavik, die het concert volgens de laatste gril van Norberg wel mogen bijwonen, zijn plaats zal willen afstaan. Dagenlang houdt hij de wacht voor de kathedraal van de winterse hoofdstad, tot hij in een vreemde weddenschap zijn enige kans op een kaartje voorgoed verspeelt.
Een Italiaanse roman met een Scandinavisch land als decor: dit moet wel leiden tot bijna clichématige beschrijvingen van sneeuw en ijs, duisternis en eenzaamheid. Maar Nicola Lecca schetst tegelijkertijd een zeer realistisch beeld van Reykjavik, vol topografische details en verwijzingen naar de IJslandse actualiteit.
Ongeveer alle personages in de roman krijgen een eigen vertelperspectief toebedeeld: Oscar, de wereldbefaamde musici, de doodeenvoudige uitverkoren IJslanders die niets van klassieke muziek afweten, zelfs de portier van hotel Borg waar Norberg te gast is. Beroemd of onbekend, allemaal lijken ze het slachtoffer van hun onvermogen om met succes om te gaan. Rebecca, de soliste, treurt om de vergankelijkheid. Hákon, de plaatselijke Don Juan, gaat gebukt onder zijn reputatie als matrassenridder. Marcel, de sopraan, verkiest de roetsjbaan en het waterpretpark boven zijn winstgevende status als wonderkind, en de uitgelote eigenares van de dorpswinkel in Grindavik kan niet om met de jaloezie van haar klanten. De verhaallijn neemt nergens verrassende wendingen; onverwacht zijn vooral de dagboeknotities en korte toneelteksten die voor rustpunten zorgen tussen de beschrijvende passages. Lecca's stijl is soms beeldrijk, vaak expliciet omwille van de vele herhalingen, waardoor het verhaal soms wat van een sprookje krijgt. Hij weet alle personages in hun hemd te zetten en toont hen van hun eenzaamste kant, maar het versplinterde vertelperspectief schept soms wat te veel afstand tussen de lezer en de personengalerij.
Het laatste concert is een verhaal waarvan je gaat glimlachen: vlot verteld, amusant, gespeeld naïef, een bescheiden poging tot een comédie humaine in een intrigerende setting. Nooit saai, maar af en toe te fragmentarisch en te suggestief om meeslepend te zijn. [Freek Adriaens]
Bernard Huyvaert
Alexander Norberg is een wereldberoemde dirigent. Op het toppunt van zijn carrière krijgt hij een schitterende aanbieding: hij wordt dirigent van de Berliner Philharmoniker. Hij gaat hier niet op in, maar besluit een punt te zetten achter zijn carrière. Maar hij wil nog een afscheidsconcert geven, niet voor een groot publiek, maar voor een publiek van 52 mensen, die door het toeval uit het telefoonboek zijn gehaald. Hij zal het Stabat Mater van Pergolesi uitvoeren in de kathedraal van Reykjavik. Hiervoor engageert hij Rebecca Lunardi, een sopraan met Callas-allures, en de jonge Marcello Vanut, die op het einde van zijn kinderjaren is en wiens stem weldra zal veranderen. Oscar is een Zweedse jongen, die al het mogelijke doet om een kaartje voor het concert te bemachtigen. Het vijfde personages is Hákon, die het Kwaad incarneert. Hij heeft een ticket, maar zal Oscar tot onmogelijke daden dwingen om het ticket te bemachtigen. Tussen deze vijf personages speelt de intrige van de roman zich af. Aan de grondslag van het boeiende verhaal ligt de liefde voor de muziek: Lecca is ook muziekrecensent. Paperback; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.