Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Magazijn |
Halewijn, 2009 |
II : 1802-2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 248.2 AART |
Magazijn |
Halewijn, 2009 |
I : 1559-1802 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 248.2 AART |
Besprekingen
15/01/2012
Van het bisdom Brugge en het bisdom Gent verschenen resp. in 1984 en 1991 lijvige werken over meer dan vierhonderd jaar bisdomgeschiedenis. Naar aanleding van de vierhonderdvijftigste verjaardag van het aartsbisdom Mechelen-Brussel verscheen in 2010 Het aartsbisdom Mechelen-Brussel, twee luxueus uitgegeven grote boeken, op glanzend papier, voorzien van vele illustraties over het reilen en zeilen van vele generaties gelovigen, priesters en aartsbisschoppen. Voor het beeldmateriaal werd bewust gezocht naar nieuw en onbekend materiaal. Ook dit keer werden de verschillende hoofdstukken verzorgd door gerenommeerde wetenschappers, bijna allen verbonden aan de faculteiten theologie of geschiedenis van de K.U.Leuven. Er werd gepoogd om een totaalgeschiedenis te schrijven en dus niet alleen aandacht te hebben voor het institutionele. Ook het leven in de parochies, de werking van de reguliere clerus en de concrete beleving van devotie en liturgie komen aan bod. Het spreekt vanzelf dat is gekozen voor een chronologische aanpak, waardoor de elkaar opeenvolgende aartsbisschoppen toch de belangrijkste historische personages blijven. Het is duidelijk dat de persoonlijkheid van deze individuen vaak een stempel drukten op het concrete verloop van de bisdomgeschiedenis op korte termijn.
Het eerste deel bevat de geschiedenis vanaf het ontstaan van de bisdommen in 1559 tot de Franse revolutietijd. Er wordt zeer gedetailleerd ingegaan op de oorsprong van de bisdomstructuren in de Nederlanden, de moeilijke situatie tijdens de godsdienstoorlogen, het herstel van het katholicisme dankzij de ijver van de aartsbisschoppen Hovius en Boonen, de controverse met de jansenisten en de spanningen met Jozef II in de Oostenrijkse tijd. Het laatste hoofdstuk bevat het dramatische en boeiende verhaal van kardinaal Franckenberg, die in zeer moeilijke tijden (de verspreiding van revolutionaire ideeën, Brabantse Omwenteling en Franse annexatie) het aartsbisdom leidde. In elk hoofdstuk gaat ook veel aandacht naar het concrete pastorale en devotionele leven: de werking van kapittels, de inhoud van visitatieverslagen, de organisatie van processies en bedevaarten, de stichting van kloosters en broederschappen enz.
Het tweede deel behandelt de geschiedenis van het aartsbisdom na de Franse Revolutie. Het hoofdthema is de confrontatie met de moderne ideeën. De aartsbisschoppen hadden ondanks de turbulente tijden hun werk goed gedaan. Het Tridentijnse pastorale model overleefde de crisissen en vormde de basis voor een opmerkelijke religieuze heropleving in de 19e eeuw. In de steden werden de eerste sporen van geloofsafvalligheid waargenomen, maar de aartsbisschoppen slaagden erin het aantal clerici te vermenigvuldigen en de vroomheid en het engagement van de leken te doen toenemen. Kardinaal Mercier mag niet enkel herinnerd worden als een autoritaire kerkvorst die zich verzette tegen de vernederlandsing van het onderwijs, maar ook als intellectueel die kerk en moderniteit dichter bij elkaar poogde te brengen en het volk nauwer bij de kerkorganisatie betrok. Uit schrik dat de arbeiders socialist zouden worden, was er aandacht voor de uitbouw van de christelijke sociale werken, uiteraard onder leiding van de clerus.
Een zeer boeiend hoofdstuk handelt over het lange episcopaat van kardinaal Van Roey (1926–1961). Kort na de Tweede Wereldoorlog kende het rijke Roomse leven nog een enorme bloei, maar tegen het einde van zijn episcopaat raakte de bejaarde aartsbisschop de pedalen kwijt door zijn strikt volgehouden klerikale politiek. Het laatste hoofdstuk over de kardinalen Suenens en Danneels is minder boeiend. De persoonlijke archieven van beide heren zijn nog niet beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en dat merk je. De auteur moet zich beperken tot institutionele geschiedenis en sociologische tendensen.
In tegenstelling tot de samenstellers van de bisdomgeschiedenissen van Brugge en Gent ontbrak het de auteurs in dit geval vaak aan degelijke voorstudies. Dit komt de leesbaarheid van dit erg wetenschappelijk werk niet altijd ten goede. De auteurs bedienen zich vaak van een weliswaar objectieve, maar eentonige opsomming van cijfers en personen, van percentages en aantallen (roepingen, parochiepriesters, kerkgangers en kerkgebouwen). Boeiender zijn de passages waar wordt ingegaan op de belangrijke rol die de aartsbisschoppen in het bijzonder en de katholieke kerk in het algemeen speelden in de geschiedenis van de Nederlanden en België.
De twee boeken zijn dus niet altijd vlotte lectuur. Vermoedelijk zullen ze op veel plaatsen vooral een salontafel of een boekenkast sieren. Toch mogen we hopen dat er in de toekomst historici bereid blijven om werk te maken van een degelijke biografie over elk van deze boeiende heren. [Dirk Passchyn]
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.