Jouw huid : roman
Jeroen Theunissen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1301 |
Dirk Leyman
il/pr/07 a
'Socioloog van de Vlaamse letteren' Jeroen Theunissen gaat 'Big Brother' achterna
Een stuurloze generatie
Jeroen Theunissen is her en der ingehaald als de nieuwe 'socioloog' van de Vlaamse letteren. Met De stolp, waarin hij ons meetroont naar een realityshow voor jongeren, zet hij die reputatie wellicht kracht bij. Maar blijft het fragmentarische boek ook overeind als roman?
De roman is een trage reflectie, en misschien is er voor trage reflectie op dit moment gewoon geen plaats", zo verwoordde Jeroen Theunissen onlangs in het blad Rekto Verso zijn ontgoocheling over het uitblijven van overdonderende reacties op zijn vorige roman Een vorm van vermoeidheid. Theunissen vond het nochtans zelf zijn "eerste boek dat echt de moeite waard" was, "niet langer een probeersel van iemand die de kneepjes van het vak aan het leren is, zoals bij mijn vorige twee (De onzichtbare, 2004, en Het einde, 2006, dl)". En in één geut door had hij nog een verklaring paraat: "Kranten geven helemaal niet meer om literatuur." Toch prijkt er achter in zijn nieuwe roman De stolp een resem zorgvuldig geselecteerde, lovende quotes. Inderdaad: hoofdzakelijk afkomstig uit die zo vermaledijde krantenrecensies. Zo blijkt maar weer hoe tuk een schrijver is op een aai over de bol, zelfs al komt die uit een medium dat "niet meer om hem zou geven".
Jeroen Theunissen heeft in zijn romans altijd blijk gegeven bekommerd te zijn over de windrichting die de samenleving uitgaat. De maatschappijkritische ondertoon is bij hem bijna een conditio sine qua non, de ene keer al subtieler aangebracht dan de andere. Zo stelde hij in zijn debuut Het onzichtbare tussen de regels door een diagnose van het ingedommelde verkavelings-Vlaanderen. Vervolgens trakteerde hij ons in het abstracte verhalenvierluik Het einde op de Grote Vragen, resulterend in veeleisende denkoefeningen met onzekere afloop, waarin hij een soort 'idealisme met de rem op' bedreef. In Een vorm van vermoeidheid (2008) volgden we dan weer de zoektocht naar zin van Horacio Gnade, die in Patagonië in revolutionair vaarwater terechtkwam, maar uiteindelijk een wat contourloze figuur bleef. Telkens weer koos Theunissen daarbij voor een ietwat vlakke, registrerende verteltoon. Niet altijd sorteerde die het gewenste effect en daarbovenop sloeg hij stilistisch te zelden gensters.
Media-experiment
Ook in zijn nieuwe roman De stolp hanteert Theunissen welbewust die terughoudende aanpak. Het boek volgt de belevenissen van vijftien jongeren die als onderdeel van een veelbesproken media-experiment zes weken resideren in een glazen stolp. De show speelt zich af omstreeks 2003. De reminiscenties aan Big Brother liggen voor het grijpen, Theunissen heeft zich nadrukkelijk op het destijds geruchtmakende programma gebaseerd. Dat betekent ook dat hij de verbrokkelde structuur ervan aanhoudt en dat het boek gestuurd lijkt te worden door de grillige gedragingen van de deelnemers. En door de soms vergezochte ingrepen van de programmamakers, die het spelelement tot op het bot willen exploiteren, zij het dat de opdrachten hier een educatieve meerwaarde meekregen. "Ze verlangden naar de hoofdprijs, deden het voor de ervaring of voor de roem, of vonden het leuk om aan de school te ontsnappen": met die intentie stappen de jongeren het glazen universum binnen. Theunissen heeft in de profielen van zijn personages een dwarsdoorsnede pogen te maken van de hedendaagse jongerencultuur: van dance-adepten tot geëngageerde idealisten, van een ijverige studente tot een horecajongen, van een moslima tot voetballers of aikidosporters en 'levensgenieters'. In die zin strookt dat natuurlijk niet met wat in Big Brother te zien was: daar leek het of de seksbeluste Johnny & Marina's in overtal waren. Maar Theunissen zag ook wel in dat de conversaties dan wel heel dunnetjes zouden zijn uitgevallen. Via zijn bij elkaar gepuzzelde jongerencatalogus kon hij andere, interessantere vragen aan de orde stellen, zo hoopte hij.
Voorspelbaarheid
Onwillekeurig moet je nu even denken aan de manier waarop Elvis Peeters in zijn spraakmakende roman Wij op onderkoelde en erg efficiënte wijze een groep seksueel op hol geslagen jongeren portretteerde. Maar terwijl zich tijdens het lezen van Peeters een akelige medeplichtigheid van de lezer meester maakte, kun je bij de esbattementen in Theunissens biosfeer na een tijd een geeuw niet onderdrukken. Zo boeiend is het immers niet wat hier onder het oog van de alziende camera's plaatsvindt. Een hindernis om in het verhaal te komen, is het grote aantal, door elkaar heen krioelende personages. Je moet als het ware voortdurend terugbladeren om bij de les te blijven. Theunissen houdt het profiel van zijn jongeren zodanig summier dat je je amper kunt oriënteren. De korte schetsen aan het eind van het boek bieden een noodzakelijk ankerpunt. Slechts later in het boek, als er een paar afvallers zijn, kristalliseren de verhoudingen zich uit en wint het boek aan scherpte.
Natuurlijk biedt dit onderwerp een schrijver tal van mogelijkheden om de steeds fragieler wordende grenzen tussen realiteit en fictie af te tasten. Maar ook daar blijft De stolp in enige voorspelbaarheid steken. De experimenten die de adolescenten voorgeschoteld krijgen, verlopen volgens het boekje en de spanningsboog valt mager uit. Af en toe gist het bij bepaalde opgelegde 'inleefexperimenten', bij een spel met 'gevangenen' en 'bewakers' of als er seksuele lusten opflakkeren. Maar Theunissen benadrukt impliciet vooral de banaliteit van het gebeuren, in sobere zinnen. En als hij stilistisch dan toch de teugel viert, durft dat weleens tot stroefheid te leiden: "Stéphanie, die de eerste dagen bij sommigen de indruk gewekt had een soort wandelende ijskast in diep uitgesneden bloes te zijn, eerder dan een bereikbaar levend wezen, amuseerde zich opzichtig." En wat te denken van deze vaststelling? "Toen het stampvoeten en de luide trompet van een mammoet weerklonken, brak een rilling een hardlooprecord op Mariekes rug."
Ondanks het fascinerende uitgangspunt om de realityshow ook een papieren pendant te geven, dobbert dit boek uiteindelijk maar wat in het rond. Moet de conclusie zijn dat we hier geconfronteerd worden met een stuurloze, machteloze generatie? Of is het rijk toch aan de opportunisten? Uiteindelijk rijft de wellicht meest banale kandidaat, weliswaar "een sluwe vos", de hoofdprijs binnen. Uit de slotpagina valt te detecteren dat 'het stolpexperiment' relatief weinig heeft losgeweekt in de buitenwereld (behalve wat verontruste krantencommentaren, een claim voor een schadevergoeding en enige internetgroepen). Ook Theunissens boek zou weleens snel weer uit onze gedachten kunnen glijden.
Ondanks het fascinerende uitgangspunt om de realityshow een papieren pendant te geven, dobbert dit boek maar wat in het rond.De maatschappijkritische ondertoon is bij Jeroen Theunissen bijna een conditio sine qua non.
Tom Heremans
il/pr/02 a
'Ik heb mezelf in het hoofd moeten prenten dat het geen satire mocht zijn'
'Ik vertel vooral graag verhalen', zegt Jeroen Theunissen, als we hem vragen of hij in de eerste plaats een romancier of een dichter is. 'Let wel, ik schrijf graag poëzie, ik hou van de speelsheid die je in zo'n miniatuurtje kunt stoppen. Daarmee vergeleken is een roman zwoegen, maar toch gaat er niets boven het bedenken van een goed verhaal.'
De stolp gaat over vijftien jongeren die bij wijze van pedagogisch media-experiment zes weken lang met camera's gevolgd worden in een gigantische, tja, stolp. Waarom, zo willen wij weten, schrijft uitgerekend een verhalenverteller een roman over een onderwerp waarin per definitie elk verhaal ontbreekt: reality-tv à la Big Brother?
'Het leek me destijds gewoon een goed idee, al was het maar omdat het nooit eerder is gedaan (lacht). Ik ben er in 2006 aan begonnen omdat het fenomeen reality-tv me boeide. Ik kijk nauwelijks tv, maar als ik een keer al zappend bij zo'n realityreeks terechtkwam, merkte ik dat ik er een zekere fascinatie voor ontwikkelde. Zo is het idee voor het boek gegroeid. Ik heb dan mijn schade ingehaald door enkele reeksen van Big Brother, Mercator en Expeditie Robinson te bekijken, en wat bij te lezen. Lord of the flies natuurlijk, omdat ik het over jongeren wilde hebben, maar ook sociaal-psychologisch onderzoek zoals het Stanford Prison Experiment, en Panopticon van Jeremy Bentham. Let wel: het was niet mijn bedoeling om een sociologisch traktaat te schrijven. Dat is het ook niet geworden, denk ik.'
Het punt blijft: hoe schrijf je een verhaal over een non-verhaal?
'Moeizaam, heb ik gemerkt (lacht). Ik heb er in 2006 enkele maanden aan gewerkt, en dan heb ik het terzijde gelegd. Vastgelopen, zeg maar. Het was ook een bizarre oefening: de personages moesten eendimensionaal zijn, er mag eigenlijk niets gebeuren, en toch moest de emotie van de pagina's spatten.'
Er gebeurt toch een en ander: het gevangenisexperiment, een zelfmoordpoging... Of mochten we dat niet verklappen?
'Er zitten wel enkele dramatische momenten in, maar die worden ook weer zo vlak als een polderlandschap door de opgeklopte emotie die eromheen hangt. Die zelfmoordpoging is overigens het punt in het boek waar ik in 2006 ben gestopt. Ik heb daar vorig jaar de draad weer opgepikt. Of beter: ik heb het tot daar helemaal herschreven en dan verder uitgewerkt.'
Waarom lukte het toen plotseling wel?
'Ik heb mezelf in het hoofd moeten prenten dat het geen satire mocht zijn. Dat zou al te makkelijk zijn. Ik ben bij de tweede poging begonnen met alle grappen te schrappen. Ik wilde de kunstmatige authenticiteit van het format overbrengen, maar als afstandelijk observator, zonder een standpunt in te nemen.'
Afstandelijk, dat is een woord dat wel vaker valt in recensies van uw proza. Niet altijd in positieve zin.
'Dat kan ik begrijpen, maar als ik in mijn jonge schrijverschap al iets gevonden heb dat neigt naar een eigen toon of stem, dan is het net die afstandelijkheid. Zeker voor dit boek was het een absolute noodzaak: net zoals de camera in Big Brother afstandelijk registreert.'
Maar ook regisseert en manipuleert.
'Klopt, en dat ik heb ook gedaan. Het boek is een bewust gemanipuleerde montage van korte scènes. Ik ben zelfs te werk gegaan zoals in een montagekamer: ik had twee keer zoveel materiaal, dat ik heb verknipt, tot de helft gereduceerd en aan elkaar geplakt.'
Er zitten vijftien personages in het boek - en onder de stolp - die een bijzonder heterogeen gezelschap vormen. Zijn ze gemodelleerd naar mensen uit je omgeving?
'Helemaal niet. Ik ben eigenlijk begonnen met vijftien profielen van de deelnemers op te stellen. Ik heb vijftien foto's van jongeren uit het tijdschrift Maks geknipt en daar namen en levens bij verzonnen. Het internet is daarbij een onuitputtelijke bron van inspiratie. Uit elk Facebookprofiel kun je omzeggens een romanpersonage puren. Enkele tics heb ik ook uit Big Brother zelf gehaald. Het irritante "Oh my god" van een van de deelneemsters komt van de winnares van 2006.'
Waarom hebt u voor de deelnemers eigenlijk jongeren gekozen, in plaats van de twintigers en dertigers die Big Brother bevolken?
'Dankzij hun leeftijd kon ik het Stolp-project inkleden als een pedagogisch mediaproject, wat het extra diepgang geeft - en door de mislukking ervan extra wrangheid. Maar ik denk dat ik vooral gefascineerd ben door hun hogere graad van spontaneïteit. Ik wilde ook focussen op de tragiek van de huidige generatie jongeren: hoe de overvloed aan informatie hun kennis uitvlakt, hoe ze geen grote idealen meer vinden om zich aan te binden en zich daardoor machteloos voelen.'
Bent u inmiddels al aan een nieuwe roman begonnen?
'Ik ben altijd met drie projecten tegelijk bezig, waarvan de levensvatbaarheid niet altijd is verzekerd (lacht). Momenteel zitten daar onder meer een zoet-treurig liefdesverhaal bij en een schelmenroman die de hele twintigste eeuw overspant. Dat laatste project is nogal ambitieus, maar ik heb er schik in. Als ik niet halverwege vastloop, tenminste.'
Dichter-romancier die niet bang is voor maatschappijkritiek.
Tom Van Imschoot
rt/aa/10 m
Onverdroten zet Jeroen Theunissen zijn onderzoek voort naar de zeden die de werkelijkheid van de 21e-eeuwse mens bepalen. Net zoals in zijn vorige roman, Een vorm van vermoeidheid (2008), over een weldenkend intellectueel die have en goed achterlaat en tot in Patagonië naar een punt op zoek gaat waar de wereld hem weer raakt, onderzoekt Theunissen ook in De stolp welke waarden en idealen mogelijk zijn in een tijd waarin de realiteit zelf fictie geworden lijkt. Het maakt hem, samen met Peter Terrin hier in Vlaanderen en Christiaan Weijts in Nederland, tot een vaandrager van wat men een virtueel (of discursief) realisme kan noemen, een realisme dat kritisch inhaakt op de formats die ons beeld van de werkelijkheid alsmaar virtueler maken.
In die zin verwondert het niet dat Theunissen in De stolp voor het format van een Big Brotherachtig spelprogramma als setting heeft gekozen. Al betekent dat niet dat hij zich laat verleiden tot een voorspelbaar cultuurpessimisme. De nadruk ligt niet op de controverse over dat format, of op de positie van de schrijver in die (gedateerde) discussie. Zoals blijkt uit zijn neutrale toon gaat het integendeel om de sociologische vraag tot wat voor een samenleving de jongeren van de 21e eeuw in staat zijn. Na de verkenning van het individu in zijn vorige romans, verschuift Theunissens aandacht nu dus naar de gemeenschap, de eigentijdse jeugd die ook Elvis Peeters recent besprak in Wij .
Het gaat Theunissen evenwel niet om het radicale nihilisme waarvan Peeters een beeld ophing. Zijn interesse gaat uit naar de post -postmoderne generatie die vandaag opgroeit, een generatie die het relativisme van de voorgaande te boven moet zien te komen. Het verhaal speelt zich af in het najaar van 2003. Voor het eerst doet de 'global warming' zich voelen. Het klimaat wordt stilaan hot. De biosfeerachtige stolp waarin vijftien jongeren zich zes weken lang (en de duur van de roman) laten opsluiten, zal later een functie krijgen als 'multimediaal en energiezuinig natuurmuseum'. Ook het protest tegen de Tweede Golfoorlog blijkt voor de jongeren een issue.
Theunissen portretteert dus een generatie voor wie weer wat op het spel staat: de toekomst, om maar iets te zeggen, de zin van ecologie in klimatologisch en sociaal opzicht. Vandaar ook het motto van Huizinga dat hij De stolp meegeeft: 'De ernst kan men loochenen, het spel niet.' De inzet van dat spel is de kans om de leefwereld van vijftien volwassenen van morgen te observeren, zoals blijkt wanneer een groep bejaarden zich aan hen komt vergapen. Tegelijk is het ook een experiment in 'edutainment' en 'wereldburgerschap', stelt de project-coördinator. 'Een ethiek van verbondenheid en zorgzame hoop moest bij de jeugd ontwikkeld worden, uiteraard op een ludieke manier.'
De plot van De stolp wordt dan ook grotendeels bepaald door (bekende) experimenten waarbij de groep onrechtvaardig in tweeën wordt gedeeld: armen en rijken, gevangenen versus bewakers. Bij wijze van stunt wordt in de finale zelfs een sans-papiers opgevoerd. Maar verder is de plot, zoals het een realityprogramma past, weinig ophefmakend. Uiteraard klikt en botst het, zijn er jongeren die de grenzen aftasten, niet het minst ook van de privacy, of duikt er verliefdheid op en (liefdes)rivaliteit. Maar zoals scherp blijkt wanneer een van de jongeren zijn polsen doorsnijdt of wanneer een ander (zoals in The Truman Show ) uit het panopticum van de stolp ontsnapt, is het Theunissen vooral te doen om de spanning tussen drama en banaliteit.
Het blootleggen van die spanning gebeurt via de taal. Theunissen bootst de gemeenplaatsen na waarin wij spreken en denken. En net als in zijn poëzie licht hij de taal zo uit haar hengsels, bevrijdt hij haar van de recuperatie door een neoliberaal discours van massamedia en lifestyle. Onder die discursieve stolp, zo suggereert hij, schuilt immers de hoop op een andere toekomst. Met De stolp toont Theunissen hoe de literatuur die helpt te ontdekken.
Drs. W.A. Fasel
Ten behoeve van een BigBrother-achtig televisieprogramma wordt een aantal jongeren in de middelbare schoolleeftijd opgesloten in een reusachtige glazen stolp, midden in een bos. Het boek volgt in fragmenten de deelnemers, die na aanvankelijke vrolijkheid al snel -geheel volgens verwachting- zich bezighouden met elkaar en hun eigen belangen. Er zijn relaties, zelfmoord, eenzaamheid en ontsnappingen te registreren voor de camera's. Het is niet heel erg verrassend wat er gebeurt, we kennen dit soort processen inmiddels wel. In deze kleine roman wordt -mede door het grote aantal te beschrijven personen- maar een deel van de ontwikkelingen aangestipt. Daardoor worden de personen een beetje karikaturen, die zich eendimensionaal ontwikkelen. Hun relatieve jeugd komt niet heel erg naar voren als thema, terwijl dat toch een opmerkelijk gegeven is: zulke jonge kinderen in een dergelijk experiment. De losse, fragmentarische structuur van dit boek houdt wel de vaart er in, maar bevordert niet het inlevingsvermogen voor de lezer. Gebonden; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.