De idioot : roman
Elif Batuman
Elif Batuman (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2010 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : RUSSISCH 850.3 BATU |
00/00/0000
Biecht van een Ruslandjunk
Wie 'Rusland' zegt, zegt naast 'autocratie' ? tsarisme, socialisme, poetinisme ? gelukkig ook 'Russische literatuur' ? Poesjkin, Dostojevski, Tsjechov. Het is moeilijk een ander land te bedenken met een imago dat in gelijke mate steunt op schrijvers en hun geesteskinderen. Misschien wel nog meer dan voor het beeld dat de Russen van zichzelf hebben, geldt dat voor het beeld dat wij, westerlingen, van hen ophangen. De Russische literatuur, vooral dan die van vóór de bolsjevistische staatsgreep, trekt een diep spoor door het bewustzijn van de westerse lezer. De voornaamste reden is haar vermeende diepgang. De hedendaagse situatie buiten beschouwing gelaten, hebben de Russische schrijvers nooit gekampt met een tekort aan ambitie. In overeenstemming met hun zelf aangemeten profetenstatus hebben ze de grote vraagstukken van ons bestaan min of meer expliciet gethematiseerd, in die mate dat de grens met essayistiek en ideologische
propaganda soms vervaagt. Russische schrijvers manifesteren zich als aanhalige gesprekspartners, die ons niet zoet willen houden, maar liever onze zedelijke, existentiële en spirituele opvattingen uitdagen. In de beste gevallen levert dat een verrijkende verstoring van onze gemoedsrust op. Een tweede verklaring voor de betoverende kracht van de Russische literatuur is wellicht dat ze de onze niet is. Ze wordt als voldoende exotisch ervaren om onze verbeelding te prikkelen, om de romantici in ons te voeden, maar is toch niet ontoegankelijk. Waar we onszelf herkennen, kunnen we gewag maken van universele reikwijdte. Wat ons daarentegen onbegrijpelijk voorkomt, kunnen we tot onze eigen tevredenheid in verband brengen met de raadselachtige Russische ziel. Tot slot ontleent de Russische literatuur een deel van haar kracht aan de omvang van sommige van haar gecanoniseerde romans. Om De broers Karamazov of Oorlog en vrede te doorworstelen moet je gedurende talloze uren je sowieso al krappe zitje in de trein en misschien ook wel je bed delen met hun bebaarde auteurs. De samen doorleefde tijd creëert onvermijdelijk een affectieve band.
De combinatie van het bovenstaande met de idiosyncratische talenten van de afzonderlijke Russische auteurs, maakt het risico reëel dat je gedurende een zekere periode in je leven aan de Russische literatuur, en bij uitbreiding aan de Russische cultuur, ten prooi valt. Wie deze problematiek herkent als de zijne, hoeft evenwel niet te wanhopen. Welwillende academici, voor de gelegenheid vermomd als travel writers, hebben namelijk een rijke zelfhulpliteratuur bijeengeschreven. In 2008 publiceerde Johan de Boose zijn 'passieboek' Het geluk van Rusland: reis naar het eenzaamste volk op aarde (De Leeswolf 2008, nr. 6, p. 406). Ook Rachel Polonsky werd door literaire belangstelling naar Rusland gedreven. Zij kwam terug met het erudiete Molotovs toverlantaarn: een reis door de Russische geschiedenis (De Leeswolf 2010, nr. 7, p. 550). Dit rijtje is nu aangevuld met De bezetenen: avonturen met Russische literatuur en haar lezers van Elif Batuman.
Op haar blog (www.elifbatuman.net) ? zeker een bezoekje waard, al was het maar om de uitnodiging tot deelname aan de 'Kafka porn contest' [sic] ? vat Batuman zichzelf samen met de woorden 'a relatively obscure writer'. Aan haar loopbaan mogen best wel wat meer woorden vuilgemaakt worden. Batuman werd in 1977 geboren in een Turks gezin in New York City en groeide op in New Jersey. Ze woont tegenwoordig in Twin Peaks bij San Francisco, en doceert aan de Stanford University, waar ze haar doctorstitel in de comparatieve literatuurwetenschap behaalde. Gebeten door een hardnekkige schrijfmicrobe, verzorgde ze journalistieke stukken over Isaak Babel, Russische ijspaleizen en thaiboksen voor prestigieuze bladen als New Yorker. Als veelbelovend vrouwelijk talent sleepte ze in 2007 de Rona Jaffe Foundation Writers' Award in de wacht. Ze kondigde aan het prijzengeld te gebruiken om haar eerste boek te schrijven en te voltooien. Het zou een soort van verwrongen bildungsroman worden 'about learning from books ? about learning even, under the much-maligned auspices of the University'. Na de voltooiing werd de werktitel My Apprenticeship, die onwillekeurig doet denken aan slecht betaalde handenarbeid onder de auspiciën van een baas die het stukken beter weet, vervangen door het speelsere The Possessed: Adventures with Russian Books and the People Who Read Them. Daarnaast werd een bijna ridicule, laagdrempelige en stripachtige omslagillustratie ontworpen (die is in het geval van de Nederlandse vertaling vervangen door een koekjesdooswaardige print van een in 1882 met olie op doek vereeuwigde Tolstoj). De Amerikaanse critici lieten de publicatie niet onopgemerkt voorbijgaan. Integendeel: ze wedijverden met elkaar in het bedenken van complimenten aan het adres van de Stanfordse academica. Dit heeft er toe bijgedragen dat de mogelijkheid hiertoe nu ook aan critici van ons taalgebied wordt geboden.
Bij wijze van inleiding vraagt Batuman zich hardop af hoe het kan 'dat iemand die geen echte academische aspiraties koestert, uiteindelijk zeven jaar lang in een stad in Californië de vorm van de Russische roman bestudeert'. Hoewel de auteur het over niemand anders dan zichzelf heeft en te raden valt dat deze vraag zonder afdoend antwoord zal blijven, is de belangstelling van de lezer meteen geprikkeld. Dat heeft alles te maken met de manier waarop de auteur aan deze vraag vorm geeft. Ze ontspint namelijk een parallel tussen haar eigen situatie en die van het hoofdpersonage van De toverberg van Thomas Mann, die zijn neef een kort bezoek wilde brengen in een Zwitsers sanatorium en er op de ene of andere manier zeven jaar lang bleef rondhangen. In principe maakt zo'n vergelijking tussen realiteit en fictie deel uit van de retorische trukendozen die je aantreft in de uitverkoop van de literatuurwetenschap. Het is een beetje zoals bij een goochelshow: eenmaal je doorhebt waarop een illusie gebaseerd is, maakt verveelde droefheid zich van je meester. Voor Batuman gaat dit echter niet op. Ze bezit namelijk de zeldzame gave om haar retoriek de schijn te geven van eenvoud en ongekunsteldheid. Dure woorden zijn aan haar niet besteed. Haar beschrijvingen van fictieve en reële figuren komen authentiek over, zelfs als ze hyperbolisch of grotesk zijn ? wat eerder regel dan uitzondering is. In enkele pennentrekken wordt een personage tot leven gewekt en een glimlach op het gezicht van de lezer getoverd. Dit illustreert de passage waarin Batuman haar Russische vioolleraar opvoert: 'Mijn docent, Maxim, droeg een zwarte coltrui, speelde op een oranjegekleurde viool met een warme toon en leek hevig gepreoccupeerd met menselijke beschouwingen en overwegingen die het normale menselijke begrip ver te boven gingen. Zo zei hij op een keer tegen het einde van een les dat hij tien minuten eerder moest stoppen, en besteedde vervolgens de volle tien minuten aan het ontvouwen van een logische maar omslachtige verklaring, die inhield dat hij mij niet tekortdeed.' De toon van De bezetenen is gezet.
Na het lezen van de aantrekkelijk geschreven inleiding verklaart de lezer zich bereid om Batuman op haar avonturen te volgen voor de duur van het hele boek, hoewel hij er nog altijd geen benul van heeft waarover het precies zal gaan. Enigszins problematisch is dat dit, achteraf beschouwd, ook niet zo gemakkelijk te zeggen valt ? wat ook wel eigen is aan het gekozen genre, dat zich op het hectische kruispunt bevindt van reisliteratuur, autobiografie en vulgariserende literatuurwetenschap. Verschillende geografische ruimtes wisselen elkaar af: Californië, Moskou, Petersburg en de Oezbeekse stad Samarkand, waar de auteur respectievelijk deelneemt aan congressen, journalistiek bedrijft en een langdurig studieverblijf doorbrengt. De gemeenschappelijke noemer is de Russische literatuur. Niet de Russische literatuur in haar geheel, maar toevallig geselecteerde prozafragmenten en biografische
feiten, zoals die door de auteur worden herinnerd, geïnterpreteerd, en in verband gebracht met haar eigen leven. De schrijvers die haar stokpaardjes uitmaken, zijn geen onbekenden: Poesjkin, Dostojevski, Tolstoj, Tsjechov en Babel. Veel nieuwe feitelijkheden kom je over hen ook niet te weten. Tenzij je geloof hecht aan de door Batuman ontwikkelde hypothese dat Tolstoj geen natuurlijke dood is gestorven, maar die kans is, gezien haar eigen zelfrelativeringsvermogen, verwaarloosbaar klein.
De kijk van Batuman op de behandelde werken, waartoe onder meer Evgeni Onegin, Anna Karenina, De rode ruiterij en Oblomov behoren, is enigszins verfrissend. Diepgravende analyses zijn in De bezetenen echter dun gezaaid ? dat maakt de auteur in het slot goed door tezamen met René Girard op zoek te gaan naar de mimetische begeerte in Duivels. Het leerrijkst van al zijn de bladzijden die strikt genomen niets met de Russische literatuur te maken hebben. Zoals de uitleg over de verschillende alfabetten die het Oezbeeks in de Sovjettijd te beurt vielen. Dat soort onderricht had De bezetenen gerust nog wat meer mogen bevatten. Maar goed, Batuman schept er duidelijk meer plezier in om met de lezer haar hyperindividuele indrukken, gedachten en dromen dan haar kennis te delen. Haar grote kracht ontleent ze aan haar speelse onverbloemdheid, die soms de vorm aanneemt van onwelvoeglijke snedigheid. De academische wereld komt er niet zonder kleerscheuren vanaf. Zo ontstaat de indruk dat onderzoeksprojecten worden geconcipieerd in functie van de snoepreisjes. Tal van academici worden met naam en toenaam genadeloos geportretteerd. Zo wordt de politicoloog Dan geschetst als 'onbeschrijflijk gemiddeld, alsof hij een soort compositietekening was' en de Oezbeekse conrector Safarof als 'een personage wiens ijskastachtige bouw, rubberen gezicht en zware oogleden deden denken aan een antropomorf stuk huisraad uit een Disneyfilm'. Die beschrijvingen zijn ongetwijfeld bijzonder vermakelijk als je de mensen in kwestie kent, en zijn minstens in gelijke mate vervelend als je één van hen bent, maar ze zijn toch iets minder belangwekkend voor andere lezers. Dat maakt dat je soms het gevoel hebt dat Batuman haar boek, hoewel het onderhoudend is voor een groot publiek, in de eerste plaats voor zichzelf en haar vrienden heeft geschreven. [Pieter Boulogne]
Willem G. Weststeijn
Elif Batuman is een Amerikaanse van Turkse afkomst die als student en vervolgens promovenda is gegrepen door de Russische literatuur. In dit autobiografische boek vertelt ze over haar ervaringen met die literatuur. Ze ontmoet nakomelingen van Izaac Babel, woont een congres bij over Tolstoj op diens landgoed Jasnaja Poljana en komt in Rusland dingen tegen die te maken hebben met het leven van Poesjkin, Tsjechov en Dostojevski,. Bovendien leert ze Oezbeeks in de stad Samarkand. Het genre van de roman: autobiografie gemengd met literatuurkritiek en literatuurgeschiedenis is origineel. Door de overal volgehouden licht ironische toon is het boek geestig en amusant. Zeer geslaagde lectuur voor wie op een niet ernstige manier geconfronteerd wil worden met de grote schrijvers van de Russische literatuur. Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.