Le livre qui parlait toutes les langues
Alain Serres
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ludion, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : DOEN INFO (GEEL) : VRIJE TIJD-KUNST
Schilderkunst |
Uitgeleend
|
Ludion, 2009 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 PICASSO XXL |
31/12/2009
De explosieve kracht van kunst
De explosieve kracht van kunst
Het is een trend: kunst voor het kind in boekvorm. Dat kan nu toch wel met zekerheid worden gesteld. De stapel veelsoortige kunstboeken die zich eerder dit jaar aandienden (zie De Leeswelp 2009, p. 107) is in enkele maanden tijd zodanig gegroeid, dat het nodigt er een bijzonder viertal uit en toe te lichten, waarbij moet worden opgemerkt dat het in het voorjaar geopende nieuwe Magritte-museum op de Kunstberg in Brussel ontegenzeggelijk als inspiratiebron heeft gediend.
Hoewel het niet voor de hand ligt om het licht bevreemdende werk van de grote surrealist René Magritte (1898-1967) voor kinderen in een boek te vangen en te duiden, heeft het nieuwe museum (al) twee titels voortgebracht: Het kleine atelier van Magritte van Raffaella Russo Ricci, een gezamenlijke uitgave van het museum en Lannoo, en Het kleine Magritte museum, van de in kunst- en fotoboeken gespecialiseerde uitgeverij Ludion.
De twee Magritte-boeken hanteren een opvallend verschillend uitgangspunt. Het kleine atelier van Magritte is duidelijk educatief bedoeld met beeld en begeleidende tekst die uitlegt en aan de hand van eenvoudige vragen doet kijken en zoeken naar kleuren, verschillen in techniek en terugkerende motieven en onderwerpen zoals 'de bladvogels'. Het boek is een aangename korte kennismaking: met wie Magritte was en wanneer hij leefde; met waar en wat hij schilderde en hoe. Maar op de vraag waarom Magritte zo schilderde en waarom het ene schilderij een onbestemd gevoel oproept en het andere een gevoel van onbegrip of juist van zorgeloosheid of blijdschap, wordt niet ingegaan. Wat grote kunst vermag, dat kunst de geest kan losmaken, zodat je wil dansen, of springen of stil in een hoekje zitten huilen, is aan kinderen kennelijk moeilijk uit te leggen.
Wellicht heeft uitgeverij Ludion daarom gekozen voor een abc-boek dat eigenlijk alleen uit beeld bestaat. Zo'n 135 eenvoudige, vetgerukte woorden als 'arend', 'blad', 'geld', 'lach' en 'zomer' zijn passende geïllustreerd met haarscherpe foto's van schilderijen van Magritte, die niet perse in het nieuwe museum te vinden zijn, maar verspreid in kunstinstellingen over de hele wereld. De namen staan correct onder de officiële titel van het betreffende kunstwerk vermeld.
Het boek bedient aldus twee doelgroepen: de heel kleine kinderen leren hun eerste woordjes spellen en lezen en de iets oudere kunnen zich bovendien oprecht ? zonder dat iets of iemand ze bij de hand neemt ? verwonderen over de fantasievolle interpretaties die Magritte aan al die woorden heeft gegeven. Zie je op het schilderij 'Hommage aan Alphonse Allais' (1964) behalve de door Ludion gesuggereerde sigaar niet eigenlijk vooral een vis? En verbeeldt 'Reisherinnering' (1961) een masker of appel, of misschien wel geen van beiden?
De taal functioneert als misleidende leidraad met het 'Ceci n'est pas une pipe' van Magritte (waarop toch echt een pijp is afgebeeld) als het ultieme voorbeeld van hoe verraderlijk woorden en hun betekenissen kunnen zijn en hoe de werkelijkheid vaak meer verbergt dan je kan vermoeden. Zo raken kinderen spelenderwijs bekend met Magritte's werk en het surrealisme als kunststroming. Puur door ze simpelweg te laten kijken en opnieuw te laten kijken en opnieuw te laten bladeren en weer te laten kijken. Zonder tekst, zonder uitleg.
Na het opdoen van al die impressies die behalve emoties ook ongetwijfeld vragen oproepen, biedt Ludion bij monde van Béatrice Fontanel in Mijn eerste stappen een degelijke en inspirerende tour d'horizon langs zo'n 3000 jaar kunstgeschiedenis. De vele reproducties zijn ronduit schitterend en de tekst is goed en helder is geschreven, zonder in een tuttige toon te vervallen, en daarenboven streeft Fontanel naar een bewonderenswaardig historische compleetheid.
Ze begint, geholpen door een tijdbalk die per kunstperiode een eigen herkenbare kleur heeft en nadat ze heel eventjes een tipje van de oersluier van de oermens heeft opgelicht, in Mesopotamië, waarna Egypte, Griekenland, "het vrolijke leven in Pompeji", de middeleeuwen, renaissance etc. volgen, tot we zijn aangekomen bij de 20e eeuw, "het grote kunstlaboratorium". Willekeur wat betreft haar selectie van kunstenaars, kunststromingen en kunstwerken lijkt ze ten koste van alles te willen voorkomen. Veel, héél veel wordt ? zij het in vogelvlucht ? aangestipt, genoemd en geroemd.
Rode draad in dit mooie naslagwerk is de steeds terugkerende vraag wat de kracht van beeldende kunst is, wat kunst vermag, in die ene specifieke periode en dwars door alle eeuwen heen. Welke geheimen houden sommige kunstwerken voor ons verborgen? Waarom zijn ze gemaakt? Waarom tekenden of beitelden de oermensen "figuren op steen, diep in hun grotten, of buiten op rotswanden langs de rivieren waar ze woonden"? En waarom worden we voor een schilderij of beeld soms overmand door ongrijpbare gevoelens?
Natuurlijk is het onmogelijk om tot eenduidige antwoorden te komen. Toch maakt Fontanel knap inzichtelijk dat beeldende kunst vooral toch een manier is om gebeurtenissen vast te leggen en te vereeuwigen (niet voor niets noemden de Egyptenaren een beeldhouwer "hij die levend houdt"), een manier eigenlijk om verhalen te vertellen: verhalen over heldhaftige oorlogsoverwinningen in Mesopotamië; verhalen die de Bijbel verbeelden, of oude mythes of poëzie; verhalen die vertellen over de ontdekkingen van de mens (Leonardo da Vinci); verhalen waarin de rijken der aarde gaandeweg worden vervangen door de armen (Bruegel, later Van Gogh); verhalen die niet alleen de werkelijkheid vastleggen en de waarheid zoeken (naturalisme), maar ook verhalen die het raadsel van het bestaan (Da Vinci's 'Mona Lisa') en de ontastbare schoonheid van de wereld in beeld proberen te vangen; verhalen over gevoelens van anderen (met als uitgangspunt Dantes credo: "de mond en de ogen zijn het balkon van de ziel") en gevoelens van de kunstenaar zelf (Giorgione).
Natuurlijk, met het veranderende aanbod van materialen (olieverf, koper, linnen etc.), veranderde vanzelfsprekend ook de 'verteltechnieken'. Maar, wil Fontanel ons vooral duidelijk maken, bij ieder groot kunstwerk, onafhankelijk van de periode waarin het is gemaakt, voel je de ziel van de kunstenaar in je nabijheid. Zodanig dat we "urenlang met verbazing kijken" naar hoe 'de verdoemden' van Luca Signorelli (15e eeuw) naar de hel gaan, we "de adem inhouden" bij het aanschouwen van Fransisco de Goya's 'Fusillade van 3 mei 1808' en glimlachen wanneer we naast Sarah Sze's installatie 'Alles wat omhoog gaat, komt samen' (1999) staan. Het is zoals Fontanel zegt: kunst "wroet een beetje in ons en maakt allerhande dingen los".
Met die wetenschap is het goed af en toe letterlijk en figuurlijk stil te staan bij slechts één kunstwerk: bij de ontstaansgeschiedenis ervan, bij de beweegredenen van de kunstenaar, bij wat het verhaal vertelt en waarom en wat het oproept. Als zich één werk daarvoor bij uitstek leent dan is dat wel 'Guernica' (1937), het beroemde schilderij van Picasso dat het verhaal vertelt van het Duitse bombardement op het plaatsje Guernica in Spaans Baskenland tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1939).
In Picasso en Guernica is het Alain Serres die dit kunstwerk op een geweldige manier vertelt aan en vertaalt naar een kinderpubliek. Eerst gidst hij je door het jonge leven van Pablo Picasso dat in Spanje in het najaar van 1881 begint. Een leven dat al heel snel in dienst van de kunst staat, dankzij zijn ongekend grote talent en Picasso's vader ? behalve kunstschilder ook docent aan de kunstacademie ? die zijn zoon op 13-jarige leeftijd zijn atelier in Barcelona schenkt. Met de poëtische zin "binnen enkele jaren leert hij aan zijn penselen wat vrijheid is" raakt Serres aan de ziel van de kunstenaar en zijn werk: Picasso, geïnspireerd door Cézanne, zorgde voor een nieuwe, bevrijdende kijk op de wereld. Samen met Georges Bracque (1882-1963) en zijn eigen 'dansende harlekijns' hoort hij tot "de familie der artiesten voor wie alles mogelijk is". Picasso laat de ruimte uiteenvallen en bevrijdt de mens uit de dwangbuis van het perspectief, "alsof je in een losgebarsten emotie alles tegelijk kunt zien". Daarom is Picasso er voor elke stemming. Zijn schilderijen laten je blij zijn, verbazen, begrijpen, dansen van vreugde, of huilen van verdriet.
Maar dan breekt de oorlog uit en "wordt de hemel boven Guernica donker". Oude zwart-witfoto's tonen de verwoestingen en verschrikkingen die een mijlpaal in de menselijke geschiedenis zijn omdat het de eerste keer is "dat niet militaire doelen, maar de ongewapende burgerbevolking onder vuur wordt genomen".
Zo ontvouwt Serres de ontstaansgeschiedenis van Picasso's 'Guernica' met verve, als de plot van een spannend, maar diep tragisch menselijk drama. Het bombardement, de Spaanse burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog kort daarna vormen samen hét moment waarop het leven van Picasso definitief in zijn eigen werk terechtkomt. Daar openbaart zich de kracht van 'Guernica', bepleit Serres indirect.
Eerst schildert Picasso "brokstukken van woede" toont Serres. Vervolgens laat Serres Picasso zich afvragen "hoe je het verdriet van lichaam en geest in zwart wit kunt vertalen". Hoe je "een afbeelding sterker kan laten zijn dan de kracht van 50 ton bommen? Zodat dat beeld nog lang voortleeft, terwijl het stof en het puin al weer neergedaald zijn? Nog lang in de ogen van mensen, zelfs als die gesloten zijn?" En tot slot zet Serres Picasso aan het werk voor de wereldtentoonstelling in Parijs van 1937 en vertaalt treffend de vele voorstudies en details die we kunnen terugvinden in Picasso's meesterwerk (op een dubbele openklapbare pagina afgebeeld, maar in werkelijkheid 7,8 m breed en 3,5 m hoog), zoals de wanhoopskreet van de moeder die haar dode kind draagt, het hoofd van een huilende vrouw, de schreeuwende in schaduw gehulde verticale vogel en het grote paard ? "midden in zijn galop versteend" ?, dat volgens de kunstenaar het Spaanse volk symboliseert.
Vaak is de toon in kunsthistorische boeken voor kinderen of te educatief of te complex. Serres daarentegen slaagt er wonderwel in een verhaal te vertellen, dat emotie oproept, dat vragen stelt, dat een diep tragische geschiedenis vertelt en dat een persoonlijk protest is tegen de gruwelen van een oorlog, precies zoals Picasso dat met 'Guernica' doet. Serres toont overtuigend hoe "een groot schepper met mannen, vrouwen en kinderen praat" door zelf Picasso's voorbeeld te volgen en de lezer/kijker bij de lurven te pakken en hem het verhaal van een groot meesterwerk in te trekken. Wie wil niet na het lezen van Picasso en Guernica liefst onmiddellijk een retourtje Madrid bestellen?
Dat uitgeverij Ludion er met drie heel verschillende boeken in slaagt de soms verwarrende, maar vaak explosieve kracht van kunst te openbaren en kinderen tegelijkertijd, tussen de regels en beelden door, op een ongedwongen manier kennis bij te brengen over onze (kunst)geschiedenis en hoe vroegere kunst genadeloos actueel kan zijn is een grote verdienste. Graag meer van dit soort boeken. [Mirjam Noorduijn]
Redactie Vlabin-VBC
De auteur laat (jonge) lezers kennismaken met Pablo Picasso's meesterwerk 'Guernica'. Eerst gidst de auteur je door het leven van Picasso, te beginnen met zijn jeugdjaren eind 19e eeuw in Spanje (zo lezen we ondermeer dat Picasso's vader hem al op 13-jarige leeftijd een atelier schenkt in Barcelona). Verder gaat de auteur in op Picasso's leven in Parijs en zijn artistieke ontwikkeling. Een keerpunt vormt de Spaanse Burgeroorlog. Na een schets van de context van het bombardement op Guernica volgt een uitgebreide bespreking van Picasso's artistieke verwerking daarvan (met ook oog voor andere werk uit die periode). Middenin vinden we een grote, uitklapbare reproductie in grijstinten van 'Guernica'. Daarna wordt de rest van Picasso's oeuvre bekeken. Centraal bij dat alles staan de beelden (enkele foto's en vooral veel tekeningen en schilderijen), die op een fel gekleurde of (bij de werken over de oorlog) zwarte achtergrond staan. Serres' teksten zijn beknopt, maar doorleefd; volwassen taalgebruik. Een mooi kunstboek, dat noch belerend noch te complex is. Hardcover, groot formaat, grote letter. Voor geïnteresseerden vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.