Roger Raveel en de Nieuwe Visie
Marc Ruyters
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Snoeck, 2008 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 VANRIET |
31/12/2008
In Jan Vanriet: parcours 1966-2008 bespreekt Marc Ruyters het werk van de Vlaamse schilder Jan Vanriet (geb. 1948) van 1966 tot nu. Hoewel het boek een overzicht presenteert van Vanriets hele oeuvre, ligt de klemtoon op zijn werk na 1997. '97 wordt dan ook opgevat als een kantelpunt in het oeuvre van Vanriet. Ruyters gewaagt van de terugkeer naar het canvas en het toenemende sociaal geëngageerde en kunsthistorische 'gewicht' van Vanriets werk. De ironische lichtheid van de vroege Vanriet maakt plaats voor een existentiële zwaarte, die opvallend sterk doorweegt in zijn jongste tentoonstellingsreeks 'Maikäfer, Flieg!' (Galerie De Zwarte Panter, 2008). Deze uitgave vormt zo een mooi vervolg op Freddy de Vrees monografie Jan Vanriet: schilderijen 1984-1996 (Lannoo, 1996).
Bij het grote publiek is Vanriet vooral gekend voor zijn talloze boekillustraties bij werk van schrijvers als Hugo Claus en Cees Nooteboom. Ruyters probeert af te rekenen met Vanriets ietwat beperkte imago van illustrator van literair werk. Hij situeert zijn affiniteit met literatuur niet zozeer in zijn werk als illustrator, als wel in het intertekstuele facet van zijn schilderijen. Vanriet graait gretig in de verhalenton van de Griekse mythologie ('Achilles en Patrocles', 1984), de Bijbel ('Lazarus', 1994 of 'Saulus', 2005) en de literatuur ('Über allen Gipfeln', 1989 ? naar Goethe). De schilder refereert daarnaast voortdurend aan beelden, zowel uit het historische als het artistieke veld. Ook hier is diversiteit troef: Vanriet verwijst naar beelden die variëren van communistische propaganda-affiches ('Aurora', 1999) tot foto's van geëxecuteerde Duitse militairen ('Monument 1', 1997), van de gravures van Albrecht Dürer (de 'No Sortie'-reeks, 1999) tot het strepenmotief van Daniel Buren (het tweeluik 'L'engagement' en 'La doctrine', 1986) of de zeefdrukken van Andy Warhol ('About this', 2006). Deze ver doorgedreven vorm van intertekstualiteit transformeert Vanriets werk volgens Ruyters in een onuitputtelijke en "onoplosbare rebus".
Het hoofdthema van Vanriets oeuvre is machtsmisbruik, in al zijn mogelijke gedaantes. Zijn engagement is eerder somber dan naïef: de onderdrukker en de onderdrukte treden meermaals op als spiegels van elkaar. Vanriet schildert zowel de fiere 'Oorlogsmadonna's' (2007) als de grijze massa ('Volk, grijs', 2007), zowel het Antwerpse Singelgebouw ('Singel', 2005) als de verloederde woonblokken van het Kiel ('Kiel', 2005), zowel de slachtoffers van de nazi-terreur ('De Kring', 2007) als een neergevallen Eva Braun ('Am Ufer', 2007). Vaak gaat de dubbelzinnigheid al schuil in één beeld: de blokken van het Kiel symboliseren zowel het architecturale hoogstandje van Renaat Braem als het sociale verval van modernistische hoogbouw.
Vanriets kritiek vertrekt in eerste instantie vanuit de observatie en wil geenszins opdringerig zijn: "Vanriet houdt zich ver van een te nadrukkelijke thematiek, wil geen larmoyante verklaring," aldus Ruyters. Dat laatste is zeker ook van toepassing op de reeks 'Maikäfer, Flieg!'. De titel is afkomstig van een oud Duits kinderliedje dat de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) beschrijft. De schilderijen 'Maikäfer, Flieg! 1' en '2' (2008) verwijzen naar een filmpje waarin een dochter van Jozef Goebbels het bewuste liedje zingt. Vanriet schildert de dochter, die na de val van nazi-Duitsland samen met haar broers en zussen vermoord werd door haar moeder, in al haar meisjesachtige onschuld. Het nakende onheil sluimert slechts onderhuids. Deze vorm van ingehouden emotie verleent Vanriets werk een sombere, melancholische toets.
Ruyters schetst Vanriet in Jan Vanriet: parcours 1966-2008 als "de man van de koele synthese" die op een ingetogen manier de hele kunst- en wereldgeschiedenis in zijn werk absorbeert. Als deze chronologisch opgevatte monografie één ding toont, dan is het wel de diversiteit aan onderwerpen en stijlen die de schilder heeft aangeraakt. Deze mooie en rijkelijk geïllustreerde uitgave is wat dat betreft glansrijk in zijn opzet geslaagd. [Kim Gorus]
Redactie Vlabin-VBC
In een eerste deel van dit boek, dat vooral bestaat uit beeldmateriaal, bespreekt Marc Ruyters het werk van de Vlaamse schilder Jan Vanriet (geb. 1948) van 1966 tot nu. De klemtoon ligt op het werk na 1997, dat volgens Ruyters een terugkeer betekent naar het canvas, het engagement en het kunsthistorische ‘gewicht’. Daarmee vormt deze monografie een mooi vervolg op Jan Vanriet: schilderijen 1984-1996* (Lannoo, 1996). Ruyters rekent af met Vanriets beperkte imago als illustrator van literair werk (van o.m. Hugo Claus), en focust op het intertekstuele facet van zijn schilderijen. Verder gaat hij in op machtsmisbruik als centraal thema, en schetst hij Vanriet als “de man van de koele synthese”, die op een ingetogen manier de kunst- en wereldgeschiedenis in zijn werk absorbeert. Als dit rijkelijk geïllustreerd boek een ding toont, dan is het wel de diversiteit aan onderwerpen en stijlen die de schilder heeft aangeraakt. De tekst werd gedrukt op mat papier, de tekeningen — die hier en daar begeleid worden door een kort tekstje — zijn in kleur gereproduceerd op glanzend papier. Hardcover.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.