Denken over leven : wijsbegeerte voor bio-ingenieurs
Pieter Adriaens
Pieter Adriaens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 606.3 ADRI |
31/12/2008
In dit boek tracht Pieter Adriaens psychische aandoeningen te toetsen aan de uitgangspunten van het darwinisme. Hij vertrekt vanuit de stelling dat psychische ziekten etc. moeilijk verenigbaar lijken met de idee van een evolutie die ten gunste gaat van nuttige kenmerken. Adriaens onderzoekt het thema in vier lange essays, waarin Sigmund Freud en de actuele evolutiepsychologie de rode draad vormen.
In een eerste essay toont Adriaens aan dat Freud o.a. in zijn theorieën over 'fylogenetische' (ofwel erfelijke) fantasieën duidelijk evolutionistische stellingen innam. Zo meende Freud dat psychische aandoeningen als angsthysterie of dwangneurosen teruggaan op processen die in verschillende fases van de evolutie wel degelijk een biologisch nut hadden. Deze erg speculatieve theorie, die gestoeld was op het toen al controversiële recapitulisme en lamarckisme, werd al snel weerlegd door andere wetenschappelijke bevindingen. Adriaens ziet niettemin wel heil in een kruisbestuiving tussen Freuds uitgangspositie en de evolutiepsychologie, die net als de auteur vertrekt van de paradoxale vaststelling dat de genetische dispositie voor geestelijke ziekte nog steeds niet uitgeselecteerd werd door de evolutie. Op die manier komen we bv. uit bij de stelling dat de menselijke geest fundamenteel onaangepast is, en bij Freuds idee van de mens als een "ziek dier".
Uitgaande van die theorie heeft Adriaens het in zijn volgende essay over de 'euvels van onze evolutie'. Zo stelt hij dat het evolutionaire voordeel van het lopen op twee benen tegelijk ook een psychologisch nadeel vormt: het zou nl. een toenemende complexiteit van onze hersenen in gang hebben gezet, die dan weer psychische aandoeningen mogelijk zou maken. Die dubbelzinnigheid past Adriaens toe op enkele evolutionaire modellen, om het vervolgens te hebben over het mogelijke verband tussen creativiteit en psychische aandoeningen als schizofrenie. Daarna neemt hij de strikte classificatie van 'ziek' en 'gezond' op de korrel aan de hand van een geschiedenis van de bekende Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Adriaens pleit daarbij voor een dimensionele blik op psychische aandoeningen, die niet gebaseerd is op afwijkingen, maar aandoeningen in een continuüm plaatst.
In het laatste essay sluit Adriaens weer aan bij de evolutiepsychiatrische vraag naar het evolutionaire nut van psychische aandoeningen. Hij gaat daarbij uit van de paradox van de schizofrenie, die stelt dat het eigenaardig is dat die aandoening nog bestaat terwijl ze bv. de voortplanting in de weg staat. Omdat het bv. niet duidelijk is of schizofrenie een eeuwenoude of een universele aandoening is, blijft het een moeilijke oefening om haar in de evolutie in te schakelen. Adriaens komt dan ook tot de conclusie dat veel psychiatrische 'ziekten' sociale constructies zijn. De auteur kiest uiteindelijk voor de veilige middenweg, waarbij hij een zelfkritische houding eist van zowel de psychiatrie als het darwinisme.
Toch blijft hij tot aan de laatste zin ook vasthouden aan zijn waaromvraag naar ziekte of gek worden, wat doet vermoeden dat hij ondanks zijn tegenwerpingen vasthoudt aan een darwinistische systematiek, die zijn primaat van het evolutionaire nut lijkt te willen opleggen aan de gehele werkelijkheid. Voor het overige biedt dit boek vooral een goed en behoorlijk vlot verteld overzicht van evolutiepsychiatrische modellen. Tegenover hun soms bizarre systeemdwang, had de auteur misschien wel een duidelijker standpunt kunnen innemen. [Koen Sels]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek tracht Pieter R. Adriaens, verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven, psychische aandoeningen te toetsen aan het darwinisme. In een eerste essay toont Adriaens aan dat Freud in zijn speculatieve theorieën over 'fylogenetische' fantasieën duidelijk evolutionistische stellingen innam. Adriaens vergelijkt Freuds standpunt met dat van de evolutiepsychologie, die vertrekt van de paradoxale vaststelling dat geestelijke ziekte nog niet uitgeselecteerd werd door de evolutie. Vervolgens gaat Adriaens onder meer na in hoeverre psychische aandoeningen een nefast gevolg zijn van de toenemende complexiteit van onze hersenen, en neemt hij de strikte scheiding tussen 'ziek' en 'gezond' op de korrel. Ten slotte bespreekt hij enkele evolutiepsychiatrische modellen over schizofrenie. Bij dat alles krijg je in de eerste plaats een vlot verteld overzicht van de evolutiepsychiatrische theorie. Tegenover de soms bizarre systeemdwang van enkele modellen had de auteur wel een duidelijker standpunt kunnen innemen. Met voetnoten, bibliografieën en een personen- en zakenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.