Fabels
Jean De La Fontaine
Ed Franck (Auteur), Jurgen Walschot (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD INFO (TURKOOIS) : GESCHIEDENIS
Middeleeuwen (500 tot 1500) |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
Jeugdinfo (turkoois): Geschiedenis
Middeleeuwen (500 tot 1500) |
31/12/2009
Over piraten en ridders zijn al duizenden (jeugd)romans volgeschreven. Ed Franck beweert echter het 'échte' verhaal te vertellen in resp. Leven onder het doodshoofd (De Leeswelp 2007, p. 267) en Heersers in harnas. In dat laatste boek wordt zowat alles wat er over ridders bekend is, samengevat in een 150-tal overvolle pagina's. Franck putte voor dit boek informatie uit niet minder dan 25 bronnen. Het resultaat lees je dan ook niet noodzakelijk van voren naar achteren. Hoewel Jürgen Walschots fantasierijke, soms grappige tekeningen de tekst wat verluchten, doet de bladspiegel toch wat te vaak aan dat van een geschiedenishandboek denken.
Een uitgebreide lijst met de titel 'Wie zoekt, die vindt...' moet de zoektocht naar informatie over de ridders in goede banen leiden. Elk aspect van het ridderleven komt daarbij aan bod: van 'donjons' en 'mêlées' tot de hoofse liefde en (bij)geloof. Het boek helemaal uitlezen is dan ook een karwei dat waarschijnlijk alleen weggelegd is voor lezers met een enorme fascinatie voor de middeleeuwen. De auteur lijkt zelf een ander doelpubliek voor ogen te hebben, een publiek dat al die informatie af en toe saai vindt ? "ja, jij, ook al zit je nu te geeuwen" ? of niet 'vermoeid' wil worden met al te veel extra uitleg. Lezers die de overvloed aan informatie bovendien graag afgewisseld zien met een grapje of een verwijzing naar hun eigen leefwereld, lezen o.m. zinnen als "Moet je eens op een fuif proberen, sensatie verzekerd!". Meestal komen die rechtstreekse aansprekingen van de lezer echter wat geforceerd over, vooral omdat ze een breuk vormen met de vlotte maar allesbehalve populaire stijl die elders wordt gehanteerd. Op die manier zullen ze hun doel waarschijnlijk missen, en er zijn dan ook effectievere pogingen denkbaar om lezers bij het verleden te betrekken. Franck nodigt de lezer uit om met de kennis uit het boek overblijfselen van de ridders die ook vandaag nog steeds toegankelijk zijn, zoals het Gravensteen of Alden Biesen, in een nieuw licht te zien. Dit vlot geschreven boek biedt een schat aan informatie die voor de 'scrollende' jongere kan dienen als een nuttig naslagwerk. Als leesboek zal het echter waarschijnlijk alleen fanatiekelingen aanspreken. [Lien Fret]
Martijn Nicolaas
In 22 hoofdstukken vertelt de auteur, van onder andere een serie hertalingen van middeleeuwse verhalen als 'Beatrijs' en 'Tristan en Isolde', over alle aspecten van het ridderleven: van uitleg van het feodale stelsel tot kruistochten, hoofse liefde en belegering van burchten. Dit doet hij goed gedocumenteerd, in een prettig leesbare stijl en uitgebreider dan de meeste boeken in dit genre. Dat laatste geldt voornamelijk voor de hoeveelheid tekst want bijvoorbeeld in 'Ruige ridders en kille kastelen'* in de populaire serie 'Waanzinnig om te weten' van Terry Deary en de heruitgave 'Ridders'** van dezelfde auteur ligt de nadruk veel meer op beeld. In deze uitgave illustreren grappige tekeningen de tekst en niet andersom. De tekst staat centraal. Elk hoofdstuk is herkenbaar aan een andere kleur. Er is gebruikgemaakt van verschillende lettertypes en kaders. Met alfabetisch register en bronvermelding. De uitgave is geschikt voor evaren lezers vanaf ca. 11 t/m 15 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
‘Heersers in harnas’ is een informatief boek over tal van aspecten van het ridderleven. ‘Het échte verhaal van de ridders’ zo luidt de ondertitel. In 21 hoofdstukken gaat het onder andere over de feodale maatschappij, over de opleiding van page tot ridder, over de bouw van een kasteel en de evolutie van motteburchten tot de grote stenen vestingen uit de volle middeleeuwen, de soorten wapens die er bestonden, de kruistochten, de culturele opvoeding van ridders of het gebrek daaraan, de hoofse liefde … Ed Franck behandelt het allemaal in een bijzonder leesbare en aangename vertelstijl. Jongeren (vanaf elf jaar) zullen het wel waarderen dat de verteller hen rechtstreeks aanspreekt en meteen ook verbanden legt naar hun eigen leefwereld die wel heel erg verschilt van deze uit het riddertijdperk. Af en toe nodigt Franck zijn jonge lezers uit om in de huid van een middeleeuws personage te kruipen, bijvoorbeeld bij de bouw van de burcht: Houd je nu vast aan de takken van de bomen, want ik benoem je – omdat je zo pienter bent – tot bouwmeester van de machtige hertog van Aquitanië in Zuid- Frankrijk. Hij is net terug van een kruistocht. Hij lijdt aan grootheidswaan en bulkt van het geld. Eindelijk kun jij dus je grote droom verwezenlijken: een machtige burcht bouwen, voorzien van de laatste verdedigingssnufjes en een paar eigen vondsten. (p. 49-50) Hier en daar laat de auteur zich wel wat te veel meeslepen in zijn discussie met de lezer. Zo heeft hij het bij de bespreking van het dagelijkse voedsel van edellieden over het ontbreken van aardappelen op het menu: Je vraagt je misschien af waar de aardappelen blijven. Domme vraag, want die kwamen pas in de zestiende eeuw overgewaaid uit Amerika, evenals de tomaten, de sperziebonen en de tabak! (p. 62) Hoe kan dit nu voor een elfjarige, met weinig historische achtergrond als een domme vraag worden bestempeld? Zeker is wel dat de auteur erin slaagt om de aandacht van zijn publiek vast te houden, al is dit geen boek dat je leest van kaft tot kaft. ‘Heersers in harnas’ is eerder bedoeld om in de klas te gebruiken of als achtergrond bij de voorbereiding van een spreekbeurt. Hierin schuilt meteen een van de grootste minpunten van deze uitgave: door de veelheid van de besproken onderwerpen en door de enorme tijdsspanne die wordt overbrugd, is de informatie vaak ongenuanceerd. Het oppervlakkige wordt bovendien versterkt door de wat jolige vertelstijl waardoor de lezer toch vooral de indruk krijgt dat de middeleeuwers – en zeker dan de wat verwende ridders - domme en boerse lieden waren, of misschien beter nog: jongetjes die maar niet wilden opgroeien. Het cliché van de achterlijke middeleeuwen wordt erdoor bevestigd. Met de grove borstel behandelt Ed Franck cultuurverschijnselen zoals bijvoorbeeld de hoofse liefde. Deze, misschien wel diepgaandste maatschappelijke hervorming van de twaalfde eeuw, wordt afgedaan als een keurig kleedje dat de oude wilde aard van de maatschappij moest verhullen. Een vernislaagje dat geweld, hebzucht en lust bedekte. (p. 128). Franck geeft vaak de indruk over zekerheden te beschikken waar in het onderzoek al decennia lang over wordt nagedacht en waarbij steeds weer blijkt dat er meer vragen dan antwoorden zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop Franck het heeft over de verspreiding van literatuur via voordrachtsituaties. Natuurlijk heeft het geen zin om alle problemen waar een mediëvist mee te maken krijgt, uit de doeken te doen voor een jeugdig publiek, maar het is wel belangrijk om duidelijk te maken dat de toenmalige maatschappij er helemaal anders uitzag dan de onze en dat het van op een grote afstand bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk is om daar een correct zicht op te krijgen. In een boek dat probeert om de historische werkelijkheid in beeld te brengen, is enige nuance toch op zijn plaats. Tenslotte nog enkele bedenkingen over de lay-out en de illustraties. ‘Heersers in harnas’ is een kleurrijke en mooi verzorgde uitgave geworden. Elk nieuw hoofdstuk heeft zijn eigen kleurschakeringen gekregen, maar daar wordt om onduidelijke redenen van af geweken in hoofdstuk drie ‘Page, schildknaap, ridder’, waar tussen het beige en bruin ineens een blauwe pagina opduikt. Er wordt daarnaast gewerkt met verschillende tekstniveaus wat afwisseling brengt in de grote hoeveelheid tekst die de lezer te verwerken krijgt. Tegelijk verstoort het systeem van kadertjes en neventeksten toch wel de rust van de bladspiegel en kan het verwarrend werken. Jurgen Walschot zorgde voor overvloedige, ingekleurde tekeningen die goed aansluiten bij de verstelstijl van Ed Franck. Ik vind het wel jammer dat daarnaast geen gebruik werd gemaakt van handschriftmateriaal dat toch overvloedig aanwezig is en waarin de middeleeuwen zélf in beeld komen. Afbeeldingen van miniaturen hadden sommige onderwerpen zeker kunnen verduidelijken. Ik denk bijvoorbeeld aan de uiteenzetting over riddermode (p. 60 en 146) of aan de beschrijving van het middeleeuwse boek (p. 42). 'Heersers in harnas' is een feestelijk boek, geschreven in een toegankelijke stijl, maar ‘het échte verhaal van de ridders’ is het toch niet geworden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.