Met oprechte deelneming : roman
Erling Jepsen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cossee, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2189 |
31/12/2008
Kinderen kunnen soms situaties vatten die volwassenen amper begrijpen. Met hun verwonderde blik stellen ze socratische vragen of geven ze een naïeve analyse van een verwarrend vraagstuk. Het lijkt wel alsof alles overzichtelijker wordt naarmate je dichter bij de grond blijft. Maar klein zijn heeft ook een groot nadeel: volwassenen nemen je niet serieus omdat ze denken dat wijsheid met lengte te maken heeft.
In De kunst om in koor te huilen zien we de wereld zoals die zich boven het hoofd van de elfjarige Allan afspeelt: de volwassenen maken er een zootje van. Zijn vader slaat hem, verkracht zijn zus, verklikt hun buren en pretendeert vervolgens een semiofficiële Christusfiguur te zijn die elke begrafenis aangrijpt om te speechen en zo het klantenbestand van zijn kruidenierswinkel uit te breiden. Huichelarij troef.
Dat je af en toe toch moet glimlachen, heeft alles te maken met het kikvorsperspectief. Het kleine, nietsvermoedende jongetje becommentarieert het dorpsleven met een kinderlijk enthousiasme dat walging subtiel ombuigt tot onschuldige humor. We lezen niet alleen wat, maar ook hoe Allan denkt en kijkt. In korte, speelse zinnen die struikelen over moeilijke woorden als 'spigiater' doet hij een verwoede poging om de ernst van het leven te vatten, zoals zijn vader hem dat opdraagt. Als Allan deze woorden tot zijn levensmotto maakt, hebben ze hetzelfde effect als een kind dat een kostuum van zijn vader aantrekt: het is op een clowneske manier veel te groot.
De kunst om in koor te huilen is een Deense kruising van Hugo Claus en Arnon Grunberg. Het is de Vlaamse hypocrisie rond de kerktoren uit de jaren '60 gecombineerd met een 'Tirzaiaanse' vaderfiguur die het hele gezin op een subtiele manier tiranniseert. Als lezer voel je hoe een scala aan walgelijke emotionele registers wordt opengetrokken dat je liever ongeopend liet: weerzin, veroordeling, medelijden en antipathie. Deze roman wordt bevolkt door mislukte volwassenen die volharden in dat waar ze het slechtst in zijn: perfectie nastreven. Dit is perversie pur sang.
Erling Jepsen oogstte met deze pageturner veel succes in Denemarken. De kunst om in koor te huilen werd zelfs verfilmd en het afgelopen jaar verkozen als de Deense inzending voor de Oscars. Deze wending mag geen toeval heten: Jepsen schrijft naast romans ook theaterstukken en tv-scenario's. Zijn pen kent een bedrieglijke vlotheid die de lezer meezuigt in een verhaal dat complexer blijkt dan de kinderlijke vertelstijl aanvankelijk doet vermoeden.
De grenzen tussen schuld en onschuld, geloof en leugen, verstand en instinct zijn hier flinterdun, hoewel de grote tragiek in de onmacht ligt om deze bekrompen mentaliteit van zich af te schudden. Als de grenzen van de wereld de beklemmende grenzen van het dorp zijn, worden mensen gedwongen om hun eigen grenzen te verleggen. Dat is wat er in De kunst om in koor te huilen gebeurt en dat is ook precies wat de lezer doet walgen. In een dergelijke samenleving overleven mensen door samen te huilen. Of door langer kind te blijven. [Sarah Vankersschaever]
Drs. A. van Dijk
Een gezin eind jaren zestig op het Deense platteland. De elfjarige Alan probeert het gezin bij elkaar te houden. Zijn vader, de plaatselijke melkboer, is psychisch labiel, maar welbespraakt. Zijn hobby is grafredes houden bij overledenen uit het dorp. Allan gaat dan mee om zijn vaders stemming in de gaten te houden. De gezinssituatie verslechtert als Allans veertienjarige zusje weigert met haar vader op de bank te liggen. Allan is nog te jong om te begrijpen wat er allemaal gebeurt in het gezin. Hij snapt niet waarom zijn zusje zich steeds vreemder en opstandiger gaat gedragen. De vader weet zich een plaats te veroveren in de gemeenteraad en dat lijkt de positie van het gezin in de gemeenschap te versterken. Maar dan gebeurt er een drama. De Scandinavische literatuur heeft een karakteristieke dramatiek die ook in dit boek volop aanwezig is. Het thema is zwaar, maar het geheel leest als een trein. Het boek van de Deense schrijver (1956) is in 2006 in Denemarken verfilmd door Peter Schønau Fog (Oscar-genomineerd); op het omslag een scène uit de film. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.