Het verhaal van een huwelijk
Geir Gulliksen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, [2007] |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GULL |
31/12/2008
Toen ik klein was, had ik een broer." Zo begint én eindigt dit verhaal over twee broers dat terugblikkend door het kleinere broertje verteld wordt. Dat de twee een bijzondere band hebben, is van meet af aan duidelijk: "Hij was mijn grote broer, hij paste op mij, en hij vertelde mij van alles wat niemand anders zei". Maar op een zomer, dan wordt alles anders "en later zou het nooit meer worden zoals het was geweest". Terwijl de kleine broer zichzelf leert lezen en wegvlucht van de bedrukte sfeer thuis (papa is depressief omdat mama verliefd is op een ander) in fictieve werelden, trekt de grote broer steeds meer het bos in. Hij blijft vaak lang weg, en soms blijft hij zelfs slapen in het bos. Maar wat Hannu (zo wil hij genoemd worden door zijn kleine broer) daar precies doet, dat weet niemand. Maar op een dag beslist Hannu dat zijn broertje met hem mee moet naar het bos. Ze vertrekken voor dag en dauw, want Hannu wil "de weg naar het binnenste van de aarde tonen". Uren stappen ze aan een stuk, tot in een grot, en wanneer zijn kleine broer stopt omdat hij naar huis terug wil keren, blijft Hannu volhardend herhalen: "dit is de weg terug". Ook al begrijpt het ik-personage niet goed wat er precies gebeurt, toch voelt hij dat er iets niet klopt: "En pas hier snapte ik dat mijn broer zich had vergist. Hij had altijd gelijk gehad, hij had altijd alles geweten, maar nu had hij zich vergist, heel erg vergist, en ik kon het niet langer aanhoren". Het kleine broertje keert terug naar huis; Hannu blijft achter in de grot. Of hij ooit nog terug keert, laat Gulliksen aan de lezer over.
Hannu, Hannu is een boekje dat uitblinkt door een taalgebruik dat in al zijn eenvoud prachtig is. Met korte zinnen, eenvoudige woorden en verschillende herhalingen schrijft Gulliksen op bepaalde momenten pure poëzie. Maar zo eenvoudig en licht de taal, zo drukkend, en 'moeilijk' ook, de sfeer die Gulliksen met deze taal creëert. In zijn terugblik op de gebeurtenissen van die zomer bouwt de ik-verteller talloze momenten van diepgravende zelf-reflectie in: "Ik dacht dat alles bij ons altijd zo was geweest als nu. Ik dacht dat ik altijd bang was geweest. Ik hield van huilen en wist niet beter of dat was altijd zo geweest". In combinatie met een sombere thematiek baadt het verhaal hierdoor van de eerste tot en met de laatste pagina in een beklijvende emotionele spanning. Het is haast niet te tellen hoe vaak reflecties rond hoofdzakelijk angst en verdriet in het dunne boekje voorkomen. Toch wordt het verhaal slechts zelden troosteloos. Gulliksen zorgt immers meestal voor een tegengewicht voor de drukkende tristesse door in de stem van de ik-verteller zeer sterk de kindelijke naïviteit te laten doorklinken. Het kleine broertje voelt wel dat een heleboel dingen in zijn omgeving niet klopten, maar wat precies, dat kan hij niet in woorden vatten. Daarom laat de auteur zijn hoofdpersonage zich vaak in sterke, originele metaforen uitdrukken, die zeker ook voor jonge lezers zullen werken: "Hij liep en kroop onverstoorbaar door, en ik hoorde aan zijn stem dat hij niet was omgekeerd. Zijn stem was al op weg, verder de rots is. Zijn stem was nat en diep en donker. Die wilde niet omkeren". Bovendien werkt deze naïviteit ook een sterke spanningsopbouw in de hand, die nog eens versterkt wordt door de talrijke flash-forwards in het verhaal. Van bij de eerste bladzijde voel je dat er iets ergs gebeurd moet zijn, dus je houdt niet op met lezen voor je precies weet wat. Dat je als lezer hierop geen eenduidig antwoord krijgt ("Dit verhaal loopt op twee manieren af. In de ene versie kwam Hannu nooit meer terug. [...] De andere manier waarop dit verhaal afloopt is dat Hannu toch thuiskwam"), past mooi binnen de hele sfeer van raadselachtigheid waarin Hannu, Hannu geschreven is. Een intrigerend boekje, dat dankzij de verschillende vertellagen en een krachtige symboliek ook volwassenen niet onbewogen kan laten. [Marit Trioen]
Drs. A.W.M. Duijx
De ik-figuur heeft een oudere broer, die hem meer bijstaat dan zijn ouders en door hem zeer bewonderd wordt. Zijn broer, die Hannu genoemd wil worden, gaat elke dag naar het bos, blijft lang weg en niemand weet wat hij daar eigenlijk te zoeken heeft. Op een dag gaat het broertje met Hannu mee. Ze belanden midden in het bos in een grot; de ik-figuur wordt bang en gaat terug. Die nacht komt Hannu niet thuis, een zoektocht levert niets op. Aangrijpend verhaal over de relatie tussen twee broers. Omdat de auteur voor het ik-perspectief van het kleine broertje heeft gekozen, wordt de lezer erg betrokken bij het verhaal. Het broertje vertelt het verhaal achteraf; er komen veel vooruitwijzingen in voor zonder echter prijs te geven wat er gebeurd kan zijn, waardoor de spanning goed opgebouwd wordt. Het taalgebruik is erg mooi en soms zelfs poëtisch. Aan het slot van het verhaal blijft de lezer met enkele vragen zitten, maar dat is juist het mooie van dit raadselachtige geheel. Het omslag met een foto van de twee broers onderweg naar het bos zal zowel kinderen als volwassenen aanspreken. Een boek dat voor kinderen bedoeld is, maar zeker volwassenen ook zal imponeren. Vanaf ca. 12 jaar.
Diane Thoné
ua/an/22 j
'Hannu, Hannu' is het aangrijpende verhaal over twee broers, verteld door de jongste van de twee, maar dan wel op latere leeftijd. Zijn naam komen we niet te weten, en ook niet die van zijn grote broer, al noemt hij hem wel Hannu. Maar ook al weten we niet hoe hij heet, je kan niet om hem heen. Het jongetje is bang, buiten spelen vindt hij vreselijk. Liefst van al zit hij ergens alleen in een hoekje, te huilen. En hij kan die existentiële angsten prachtig verwoorden. Zijn broer is helemaal anders. Hij verkent de wereld op een oude herenfiets en verdwijnt soms hele dagen in het bos, dat aan het einde van hun straat begint. Hij is er altijd voor zijn broertje, wat van hun ouders niet gezegd kan worden. Met die ouders is er iets vreemds, iets dreigends aan de hand. De vader lijdt overduidelijk aan een depressie, en stelt in de gesprekken met zijn zonen dat hij het leven niet meer ziet zitten. Hun moeder daarentegen is dolgelukkig, verliefd op een ander. Maar ook dat is bedreigend voor de ik-vertelller. De grootste dreiging – en tegelijkertijd aantrekkingskracht – gaat echter uit van Hannu. Hij kan de situatie niet meer aan en probeert te ontsnappen via een scheur in de wereld. “Toen alles om me heen maar bleef cirkelen, rond en rond en rond, leek het alsof er een poort in de lucht openging, een uitweg uit de wereld”. (p. 38) Op een dag kan het jongetje er niet meer onderuit: hij moet met zijn broer mee het bos in. En wie herkent zich niet in de angst voor dat grote donkere bos, de angst voor de grote, donkere, onbekende wereld? Als hij terugkomt - alleen - is alles anders, de wereld zal nooit meer dezelfde zijn. Dit boekje is geschreven in een simpele, eenvoudige maar wel zeer mooie en vooral poëtische taal. Het verhaal heeft iets mythisch, staat los van tijd en ruimte. Het kruipt onder je huid, doet je nadenken, en het blijft lang hangen. De uitgever biedt het aan in het segment voor kinderen van 10 tot 12 jaar, maar dat lijkt mij vrij jong. En zo krijgt het niet de aandacht die het verdient want het heeft ook iets te bieden aan adolescenten en volwassenen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.