Een wereld voor Mus
Jaak Dreesen
Jaak Dreesen (Auteur), Seppe Van den Berghe (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2007 |
Thema: vrede en conflicten 7.5.VRE.LO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DREE |
31/12/2009
Mei 1940: het begin van de Tweede Wereldoorlog. Voor Twan is oorlog iets onwezenlijks en hij weet niet goed wat hij van de hele situatie moet denken. Zo vindt hij de liederen die de Duitse soldaten zingen, best wel mooi. Maar hij leert snel genoeg dat oorlog niet alleen te maken heeft met vliegtuigen, soldaten of mooie liedjes. Even goed heeft het te maken met honger, koude, verraad en dood. Ook in het dorpje van Twan zijn de gevolgen van de oorlog duidelijk te voelen. Ondertussen gaat voor hem en zijn vriend Zarre het leven gewoon door. Ze gaan naar school, spelen spelletjes en lopen door de velden, maar toch verandert de oorlog ook hen.
Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een alwetende verteller. Met zijn vaak afstandelijke en volwassen woordgebruik contrasteert die verteller erg met de jongensachtige dingen die een jongen als Twan doet, zoals tekenen, fantaseren over reizen naar de maan en nadenken over de borstjes van meisjes. Het vertelperspectief doet je haast vergeten dat Twan nog maar een kind is, wat erg toepasselijk is voor een verhaal over een oorlogssituatie. In zulke omstandigheden zijn immers alle kinderen haast verplicht om snel volwassen te worden. Twan wil echter nog kind blijven, en doet er alles aan om zich terug te trekken uit deze grote, boze wereld waarin vrouwen borsten hebben en mensen uit het dorp worden doodgeschoten door de Duitsers. Hij tekent alles wat hij meemaakt, om het zo een plaatsje te geven in zijn wereld. "Als hij tekent vergeet hij alles. De oorlog bestaat niet meer, zijn vader is niet somber en zijn moeder is niet bang." Vooral het feit dat zijn vader het allemaal zo somber inziet, is voor een jongen als Twan bijna het einde van de wereld: "Als zijn vader hen niet kan redden, wie dan wel?"
Het perspectief van een kind op de oorlog zorgt ervoor dat de jonge lezer zich echt kan inleven. De gebeurtenissen waarover verteld wordt, zoals de terechtstelling van de 'zwarten' na de oorlog, geven ook stof om over na te denken.
De sfeer is vrij donker en daarom is de positieve vooruitblik aan het einde des te verrassender. Na een oorlog gaat het leven toch gewoon verder. [Geertrui Vanhooydonck]
Patty Pellis-van Hees
Twan beleeft de Tweede Wereldoorlog als jonge tiener. Het verhaal beschrijft aan de hand van zijn gevoelens en gedachten hoe hij de oorlog in zijn dorp (in België) ervaart. Kinderlijke angst naast diepe vragen. Het verhaal komt ouderwets over; de sobere schrijfstijl, de naïeve inslag van Twan en het grote respect voor de meester, de pastoor en zijn ouders maken snel duidelijk dat het verhaal zich ruim zestig jaar geleden afspeelt. Twan deelt zijn gedachten met zijn vriend Zarre, een echte tegenpool en geeft ze weer met tekeningen. Zijn liefde voor kunst en boeken en de drang tot alles tekenen, kleuren het verhaal; ook letterlijk met paginagrote, zwart-witte potloodprenten. Hoewel de ervaringen vijf jaar beslaan, lijkt dat niet te gelden voor Twan; als hoofdpersoon lijkt hij qua gedachten niet vijf jaar ouder te zijn geworden. Het verhaal is geschreven in eenvoudige, overzichtelijke zinnen. De hoofdstukken zijn kort (55 hoofdstukken voor 126 pagina's), de witranden ruim en dat samen maakt het verhaal makkelijk leesbaar, als de lezer houdt van de bijna poëtisch aandoende, ouderwetse schrijfstijl. Vanaf ca. 11 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
Twan groeit op in een tijd die wel heel ver van ons verwijderd lijkt. De meester en de pastoor zijn de geleerden van het dorp. Auto’s zijn er nauwelijks te bespeuren en de televisie moet nog worden uitgevonden. Twan trekt veel op met zijn vriend Zarre, ook al lopen hun interesses erg uiteen. Zarre is een echte kwajongen die eekhoorntjes uit de bomen schiet, kleine diertjes sart en die al heel erg geïnteresseerd is in meisjes en hun merkwaardige lichamen. Twan begrijpt dat niet goed. Hij houdt ervan om door de velden te zwerven en te genieten van alles wat hij ziet. Het geel van de korenvelden en de wind die er doorheen strijkt … Twan kijkt ernaar en wil blijven kijken en vooral wil hij alles vastleggen op papier: Ik moet weten hoe het in elkaar zit. Ik weet nog bijna niets. Ik moet het allemaal zien om het te kunnen tekenen. Twan glimlacht. Hij kan zijn geluk niet op. (p. 109). Maar Twan tekent ook andere dingen: doodgeschoten mensen, brandende boten en vliegtuigen die hun bommen lossen … Want Twans kindertijd valt in de jaren veertig van de twintigste eeuw en zijn jonge leven wordt grondig dooreen geschud door de tweede wereldoorlog. Want ook in het kleine dorpje waar Twan woont is de oorlog zichtbaar aanwezig. Het voedsel wordt schaars en Duitse soldaten installeren zich in het schoolgebouw. Het dorp heeft steeds meer geheimen en raakt in twee kampen verdeeld. Sommigen verzetten zich tegen de bezetters, maar er zijn er ook die sympathie hebben voor de Duitsers. Twan vindt het allemaal behoorlijk verwarrend, en dan zijn er ook de ‘onkuise gedachten’ waar de pastoor voor waarschuwt maar waar Twan steeds vaker last van krijgt, ook al wil hij dat helemaal niet. Al tekenend probeert de jongen greep te krijgen op die ingewikkelde wereld, die tegelijkertijd mooi en wreed is. Jaak Dreesen schetst een indringend en ontroerend portret van het groeiproces van een gevoelige jongen in een moeilijke tijd. Het verhaal wordt in de derde persoon verteld maar de lezer beleeft alles door de ogen van Twan. Ook de zwart-wit potloodtekeningen, die goed aansluiten bij de tekst, lijken wel van zijn hand. De illustraties komen enigszins oubollig over, maar passen toch bij dit verhaal. Alleen voor de kaft had men misschien beter naar een andere illustratiestijl gegrepen. Een minpuntje toch: de titel ‘Een warm hemd voor de winter’ wordt in het boek nauwelijks uitgewerkt. Op een avond haalt Twans moeder een pakje uit de kast met de boodschap: ‘een warm hemd voor winter, je zal het nodig hebben’ (p. 83), maar de winterkoude en het kledingtekort komen als thema eigenlijk niet aan bod. Een raak gekozen titel en een pakkende omslagillustratie hadden dit boek helemaal af gemaakt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.