Tegenwoordig heet iedereen Sorry
Bart Moeyaert
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : MOEY |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Querido, 2008 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : MOEY |
Paul Demets
ua/an/30 j
Bart Moeyaert debuteerde in 2003 als dichter met de bundel Verzamel de liefde. Toen was al duidelijk dat hij een dichter voor iedereen wou zijn. De bundel bestond uit eenvoudig geformuleerde gedachten en veel gedichten cirkelden rond de thema's van de eeuwig menselijke zoektocht naar een eigen identiteit, naar liefde geven en krijgen. Tot deze week was Moeyaert twee jaar lang stadsdichter van Antwerpen. Ik vreesde dat zo'n empathische dichter zich te veel zou laten inkapselen door alle verwachtingspatronen die dit publiekelijk dichterschap meebrengt, maar Moeyaert is als dichter dicht genoeg bij zichzelf gebleven. De actuele en maatschappelijke onderwerpen mogen de poëzie van een stadsdichter gerust uitdagen en bevragen, maar ze mogen de dichter niet het gevoel bezorgen dat hij zichzelf verloochent. Deze bundel is daarom bijzonder, omdat Moeyaert vertrekt vanuit zijn eigen blikveld. Op die manier kijkt hij intens en betrokken naar de wereld waarmee hij verbonden is, om dan weer bij zijn eigen bestaan uit te komen. Die wisselwerking staat centraal in Moeyaerts nieuwe bundel Gedichten voor gelukkige mensen. Met het openingsgedicht 'Zevenmijls' knoopt hij terug aan bij zijn vorige bundel. Hier neemt de ik-figuur afscheid van zijn geliefde en gaat het over het gemis, 'want alles wat je samen bent/ moet je na afloop ook zien uit te zieken.' Op die manier trekken we met de dichter de werkelijkheid van Antwerpen - en bij uitbreiding die van overal vandaag - in. Het gedicht 'Brug' verwijst naar de veel besproken afbraak van de ijzeren brug aan de Rooseveltplaats, maar is een personificatie, waardoor de brug een bedelaar wordt die wil weten 'hoe lang voor altijd duurt'. En Bart Moeyaert durft kritisch te zijn. In 'Gedicht voor gelukkige mensen' neemt hij de zelfingenomen medemens op de korrel en eindigt dan, met een mooie verwijzing naar de fontein van Christina Iglesias voor het Museum van Schone Kunsten, met: 'Zeg blije dingen als: wij moeten zeer de moeite zijn,/ als zelfs de zee tot hier komt,/ weggaat/ en zich weer bedenkt.'
Luuk Gruwez
ru/eb/01 f
Moeyaert heeft de moed om kinderlijk te zijn
Wie wil naar binnen? Zij die buiten staan. Wie wil naar buiten? Zij die binnen zijn. Er staat in de nieuwe bundel van Bart Moeyaert één gedicht dat 'Binnen' en een ander dat 'Buiten' heet. Het eerste speelt zich grotendeels buiten af en gaat over een bedelares die vanuit haar sjofele heden terugblikt op haar verleden, toen ze nog een veelbelovende toekomst had en vastbesloten was om zo snel mogelijk 'binnen' te zijn. Het tweede gedicht vindt meer in een winters binnen plaats. De ik-figuur ziet verlangend uit naar het buiten van de lente. In beide gevallen - in de spanningsboog tussen nu en toen in het ene gedicht en die tussen nu en straks in het andere - speelt ook de blik van een potentiële waarnemer een belangrijke rol, de blik die zou kunnen vaststellen waar het beschreven personage thuis is. Maar in 'Buiten' heet het: 'wie kijkt naar wie, wie naar elkaar, en wie naar jou []'. In 'Binnen' staat dat niemand de bedelares nakijkt wanneer zij een straat inslaat, 'zodat/ ook niemand zich hoeft af/ te vragen of ze een thuis heeft/ waar haar schoenen staan.' Beide personages zijn op zoek naar een moment waar zij zich kunnen thuisvoelen. De vraag is alleen: kom je wel echt thuis wanneer er niemand is die je naar binnen ziet stappen? Bestaan vraagt om bevestiging.
De ondichterlijke dichterlijkheid van Bart Moeyaert maakt het sommigen wellicht moeilijk om een oordeel over zijn poëzie te vellen. Er zijn nog van die dichters met zo'n vanzelfsprekend naturel. Sommigen slepen daar op kousenvoeten zelfs een Nobelprijs mee in de wacht, zoals Wislawa Szymborska. Haar verwondering is ook die van Moeyaert. Net als haar manifeste weigering er één enkel zaligmakende lijfspreuk op na te houden. Hier is een van de meest discoursloze van alle Vlaamse dichters aan het woord, die het minder van een visie moet hebben dan van een blik of een kijk. Een directe kijk op de wereld die hem omringt en die in hoofdzaak wordt bevolkt door mensen die door het lot niet altijd gunstig bedeeld zijn geweest. Is dit daarom het leven zoals het is? Is dit een poëzie zonder geheimen? Allerminst. Het is er een zonder geheimdoenerij.
Het is al driekwart eeuw of langer not done om van 'inspiratie' te spreken, maar her en der zinderen deze verzen van een vindingrijkheid die daarop lijkt. Moeyaert heeft de moed om kinderlijk te zijn en aarzelt niet die kinderlijkheid te combineren met inzichten die bij een minder getalenteerde collega in scheurkalenderwijsheden zouden blijven steken.
Gelegenheidsgedichten
De dichter zweert bij het hic et nunc, maar dan bij een hic et nunc dat liefst heel lang duurt. Om de haverklap is hij zich bewust van iets als een 'levensloop'. Met name in het gedicht 'eerste lezers' pendelt hij moeiteloos tussen kleutertijd en ouderdom. Dichters hebben iets expansiefs: de ene wil bij leven noch min noch meer de eeuwigheid, de andere wil, stilstaand bij de momentopname van de ene of andere 'gelegenheid', meteen de synopsis vatten van een volledig bestaan. Deze bundel bevat in hoofdzaak 'gelegenheidsgedichten'. Maar Moeyaert bewijst er wel mee dat het beste wat onder die noemer valt, meer is dan enkel gelegenheidspoëzie.
Het verdienstelijke Verzamel de liefde (2003) was misschien iets te vaak een Moeyaert light , waaraan hier en daar het odium van ludieke filosofietjes kleefde. Daarbij vergeleken maken de nieuwe gedichten een veel minder gratuite indruk. Hier spreekt iemand met een onbevangenheid die uit de sector van de jeugdliteratuur afkomstig lijkt.
Die titel alleen al: Gedichten voor gelukkige mensen ! Mijn God, wat moet je daar nu mee? Heet poëzie niet veeleer afkomstig te zijn van en bestemd te zijn voor wie ongelukkig is? Behoort de dichter ook zelf tot dat gilde van gelukkige mensen? Alleen al de fraaie lay-out van de bundel, die bordeauxkleurige kaft met paarse stippen en gouden letters, straalt de gedachteloze gelukzaligheid van een geschenkverpakking uit. Daar staat tegenover dat het eerste gedicht in de bundel, 'Zevenmijls', over afscheid gaat. 'Want alles wat je samen bent/ moet je na afloop ook zien uit te zieken,' staat er. Eén gedicht verder gaat het over het gevoel van nutteloosheid dat bij voorkeur 's nachts zijn opwachting maakt en dat schril afsteekt tegen de ervaring van alles wat overdag nut blijkt te hebben. Haast alles gaat over bewaren en vergaren en over wat er tegen het verdwijnen, het definitieve afscheid, heel misschien te doen is. Natuurlijk zijn er ook die manifeste pogingen om ons tot geluk te verleiden: 'Zeg blije dingen als:/ wij moeten zeer de moeite zijn,/ als zelfs de zee tot hier komt,/ weggaat/ en zich weer bedenkt.'
Draaiende aarde
Het is daarbij de vraag of dichters wel geschikt zijn als conservator van wat dreigt te verdwijnen. Moeyaert houdt een pleidooi voor de betrouwbaren en dat zijn diegenen die zich aan de realiteit houden: 'Wij moeten ons geheugen niet aan dichters toevertrouwen.' Hoezo? Niet aan dichters? Betekent dit dat je hun commentaar op de politieke en sociale realiteit moet wantrouwen? Veel van de gelegenheden waaraan hier een gedicht wordt gewijd, hebben te maken met Moeyaerts inmiddels afgelopen stadsdichterschap van Antwerpen. Hij schrijft met groot mededogen, bijvoorbeeld met bejaarden en met al wie zijn dromen, duizend inspanningen ten spijt, niet heeft kunnen realiseren. Uit dat mededogen vloeien herkenning voort, sympathie voor het mankement, en tot slot betrokkenheid: 'Het is vergissen wat ons bindt./ Het zijn de fouten die ons op elkaar doen lijken.' Zelfs Hans Van Temsche, niet enkel de racistische moordenaar van Luna, maar ook van Oulema, haar gekleurde kinderoppas, geniet dan toch één verzachtende omstandigheid: 'Hij leed waarschijnlijk aan het draaien van de aarde.' In 'Kies', een gedicht met een wel heel dwingende titel, klinkt het als volgt: 'Bestaan kan iedereen./ Er zijn vraagt moed.' De dichter wordt hier - toch minstens zolang zijn woorden duren - voorgesteld als een wegbereider, een leraar die 'met een pen van krijt of kool' schrijft, iemand die ondanks alles tegen het draaien van de aarde in durft te gaan. Soms blijkt een harmonieus samenlevingsmodel mogelijk en dan verdient het aanbeveling om dat, zoals in 'Harmoniepark', zo nadrukkelijk mogelijk te herhalen.
'Eigenlijk zou elk gedicht de titel "Het moment" kunnen hebben', schrijft Szymborska. Net als bij haar is dat moment bij Moeyaert nu. Dat is ook de titel van het slotgedicht, waarin heel zijn lichaam het bewijs levert van zijn bestaan, dat tegelijk het bestaan van iedereen is.
Gedichten voor gelukkige mensen bevat zevenentwintig gedichten. Eén ervan ('52 kaarten') vind ik een onverklaarbare miskleun. Dertien zijn ronduit prachtig: een briljante score waarvoor ik alleen maar mijn hoed kan afnemen.
31/12/2008
Bart Moeyaert is uiteraard overbekend als een belangrijke schrijver voor de jeugd, maar de jongste jaren heeft hij zich ook als dichter gunstig doen opmerken. Moeyaert schrijft een poëzie die tegelijk toegankelijk is (en daardoor een breed publiek kan aanspreken) en lyrisch overtuigend. Gedichten voor gelukkige mensen is trouwens een stuk krachtiger dan zijn voorganger Verzamel de liefde, hoewel de nogal oubollige titel en het melige kaft het tegendeel suggereren. In zijn laatste bundel verzamelt Moeyaert de verzen die hij de afgelopen twee jaar als stadsdichter van Antwerpen schreef en verspreidde. De bundel opent echter met een aantal meer intimistische verzen, waarin het dichterlijke ik verschijnt als een aarzelend personage 'tussenin'. Typerend is bv. de identificatie met een vogelverschrikker die mannenkleren en een vrouwenhoed draagt. 'Ons geheugen', geschreven ter gelegenheid van de opening van het stadsarchief, bekritiseert dan weer de dichters omdat ze 'onwaar' schrijven en vooral omdat ze datgene belichamen wat weldenkende mensen niet graag terugzien. Die visie op de dichter als een soort van 'maatschappelijk geweten' domineert ook de andere Antwerpengedichten. Tegelijk hoedt Moeyaert zich echter voor een al te naïef engagement. Hoewel de dichter er niet voor terugschrikt om zijn eigen positie te bepalen in maatschappelijke debatten (de verstedelijking, de multiculturele samenleving met racistische moorden, de armoede of de verkiezingen) doet hij dat op een typisch literaire wijze, waarbij vraagtekens en bedachtzame komma's belangrijker zijn dan uitroeptekens. Daarmee komt Moeyaert ook op het terrein dat hij als geen ander beheerst: dat van het woord, het understatement, de suggestie. Gedichten voor gelukkige mensen zal de lezer niet gelukkiger maken ? daarvoor is de titel al te ironisch (om niet te zeggen, cynisch) ? maar het is een bundel die staat als een huis. [Dirk De Geest]
J.H. Corts
Sfeervol uitgegeven dichtbundel, gebonden in een mooie donkerrode tint, waarin bijna ontelbaar veel piepkleine helderroze halve maantjes oplichten. De gedichten zijn afgedrukt in een bij de omslag aansluitende kleur. De gedichten, die alle al eerder (maar niet in boekvorm) zijn verschenen, gaan gepaard met een uitgebreide verantwoording over oorspronkelijke verschijnen. De variatie binnen de opgenomen gedichten is groot. Hoewel de onderwerpen van de gedichten Vlaams georiënteerd zijn, - de dichter is twee jaar lang stadsdichter van Antwerpen geweest - hindert dat niet bij de leesbaarheid ervan. Een groot aantal gedichten is voor een speciale gelegenheid geschreven en/of op een speciale manier verspreid. Zo zijn enkele gedichten als muurgedicht gebruikt, als affiche verspreid, op bladwijzers afgedrukt, als e-mailbericht ter gelegenheid van verkiezingen verzonden, afgedrukt op een toegangsbewijs, verdeeld over 52 speelkaarten of te downloaden als screensaver. Deze Vlaamse dichter is in Nederland vooral bekend door zijn jeugdromans. Hij stelde eerder de poëziebloemlezing ‘Vlees is het mooiste’ samen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.