Terugkeer naar het paradijs : een Afrikaans dagboek
Breyten Breytenbach
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Podium, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BREY |
31/12/2007
Sal enige gedig genoeg gewig kan hê
In zijn 'Bij wijze van nawoord' bij De windvanger, een door Breyten Breytenbach eigenhandig gemaakte selectie uit zijn rijke poëtische oeuvre, noteert Laurens van Krevelen: "Dat een groot deel van zijn poëzie gevormd wordt door meeslepende liefdeslyriek en ongeëvenaarde meditatieve visioenen is door de nadruk op de opstandige lading van veel andere gedichten op de achtergrond geraakt." Altijd weer, ook in zijn geboorteland Zuid-Afrika, wordt de discussie gevoerd of het openbare leven van de dichter, die in zijn verzet tegen de apartheid en zijn complexe en nooit eenduidige relatie met zijn geboorteland naam verwierf, kan worden losgekoppeld van zijn verzen.
De windvanger biedt een algemeen overzicht van de poëzie die hij schreef tussen 1964 en 2006. Voor de tweetalige Nederlands-Afrikaanse (enkele gedichten uitgezonderd, die oorspronkelijk in het Engels werden geschreven) bloemlezing, die in totaal 90 gedichten bevat, wordt niet voor een thematische ordening gekozen, wel voor een zich over drie grote periodes uitstrekkende chronologische benadering: 'gedichten in ballingschap' (1964-1975), 'gedichten uit de gevangenis' (1975-1983), 'gedichten van buiten' (1983-2006). Deze keuze berust op feitelijke gegevens uit het leven van Breytenbach: na zijn huwelijk met de Vietnamese Hoang Lien (later zal ze onder haar Europese naam Yolande in tal van liefdesverzen haar opwachting maken) werd Breytenbach tot vrijwillige ballingschap gedwongen (hij overtrad immers een van de fundamenteelste apartheidswetten, de wet nl. die gemengderassenhuwelijken verbood). In 1975 keerde hij illegaal terug naar Zuid-Afrika, hij werd opgepakt en het jaar nadien tot negen jaar gevangenisstraf veroordeeld. Mede onder druk van de regeringen van Frankrijk en Duitsland en dankzij het niet aflatende protest van de schrijversvereniging PEN en mensenrechtenorganisaties kwam hij in 1982 vervroegd vrij. In het verlengde van zijn politieke activiteiten, die hij onverminderd bleef voortzetten, lag hij mee aan de basis van de oprichting in 1992 van het Gorée Institute (zo genoemd naar het eiland Gorée voor de Senegalese kust bij Dakar), waar conferenties en workshops worden georganiseerd die de culturele samenwerking op het Afrikaanse continent moeten bevorderen.
Skryt
Hoe dan ook ben je als lezer, mede door de keuze van indeling van de bundel, geneigd de gedichten te lezen vanuit de privésituatie waarbinnen ze ontstaan zijn en die ongetwijfeld de inhoud en de invalshoek ervan heeft beïnvloed. De eigenheid, meteen ook de bijzondere kracht van Breytenbachs poëzie, ligt wel hierin dat zij steeds weer vernieuwend werkt door op een verrassende manier woorden en begrippen bijeen te brengen die ogenschijnlijk mekaars antipode zijn. Over vrijheid en ballingschap bv. zei Breytenbach ooit dat ballingschap een land kan worden waarin de schrijver zich sterker bewust wordt van de eigen taal en van de sociale werkelijkheid van zijn land van herkomst, "hij heeft het voorrecht om de vrijheid van de ballingschap naar beste vermogen te kunnen gebruiken ten bate van de strijd in zijn land." ('Bij wijze van nawoord'). Vanuit deze totaal eigen dynamiek creëert Breytenbach voor de lezer, die vaak op een heel persoonlijke manier wordt aangesproken, een vervreemdingseffect dat grensverleggend werkt en diezelfde lezer vanuit de als alledaags ervaren werkelijkheid meevoert naar een wereld achter de dingen, naar de essentie van het zijn kortom. "Het gedicht", schrijft Breytenbach in Intieme vreemde (2005), "overleeft in onversneden vorm omdat poëzie betrekking heeft op het hoe van het leven, niet op het waardoor of het waartoe."
Iets van deze vervreemding zit ook al vervat in de titel van de bundel: de dichter als windvanger, schrijvend vanuit het besef dat het dichterlijke woord hoe dan ook, in welke omstandigheden ook, ontoereikend is:
ek het probeer
ek het hard en bitter probeer
om 'n groot gedig te skryf
en soms darem dit opbreng (darem: tenminste)
wat in die plek daarvan kon staan
(Uit: 'Belydenis')
Ook m.b.t. de politieke en sociale verantwoordelijkheid van de dichter ? een creatieve impuls die Breytenbach tot op vandaag naar de pen doet grijpen ? worden blijvend vragen gesteld. Een van de gekendste gedichten, 'Brief uit die vreemde aan slagter', dateert uit de eerste periode van zijn schrijverschap. Het gedicht, waarin de dichter zich richt tot de toenmalige premier Vorster, was opgenomen in de (door de censuur verboden) bundel Skryt uit 1972 (het woord 'skryt' is een Breytenbach-neologisme en verenigt in zich meerdere betekenissen: schreeuw, schrift, schreien, (uiteen)rijten...). Hier dwingt Breytenbach bijna lijfelijk tot stellingname:
en jy, slagter
jy wat belas is met die veiligheid van die staat
waaraan dink jy as die nag haar skelet begin toon
en die eerste babbelende skreeu uit die prisonier
gepers word
soos van geboorte
met die vloeistowwe van baring?
Drie decennia later opent Breytenbach zijn naar aanleiding van 9/11 geschreven gedicht 'New York, 12 september 2004' met deze strofe, waarin op een heel directe manier de vraag wordt gesteld naar de impact van het dichterlijke woord:
sal die hand aanhou beweeg oor die papier
sal enige gedig genoeg gewig kan hê
om 'n vlugstreep te laat oor 'n verlate landskap [...]
Ook in de gedichten die hij schrijft op de huid van door hem bewonderde collega-dichters, staat de vraag naar het wezen van de poëzie meer dan eens centraal. Indrukwekkend is het lange gedicht 'Isla Negra' (bij die dood van Pablo Neruda), waarin hij zichzelf als de lotgenoot voorstelt ( "ons ken hulle ook - die generaals en vanbiers / met goed versorgde vingernaels en welriekende liggaamsholtes / en die middernagsoldate wat met kolwe teen die deure vloek / en skreeuend door die boeke blaai/ om die klein vlammetjies van kennis, vrijheid, waardigheid en trots / uit te skeur"), maar verder naar aanleiding van Neruda's dood dit algemeen-geldende vers over de dichter schrijft: "wanneer 'n digter sterf / dan groei sy asem soos glas oor die spieël".
Ek stuur vir jou 'n rooiborsduif
Ballingschap, gevangenzetting, de onvatbaarheid van de creatieve geest: als rustpunt fungeert in Breytenbachs poëzie de geliefde. Talrijk zijn in De windvanger de verzen die de geliefde, heel vaak op een directe manier, aanspreken. Zo het gedicht 'Soos van vlerke', met deze aanvangsverzen: "Allerliefste, ek stuur vir jou 'n rooiborsduif / want niemand zal 'n boodskap wat rooi is skiet nie." Even terzijde: hoe nadrukkelijk schiet hier de vertaling te kort, met 'palmtortel' voor dat zoveel suggestievere en zoveel meer zeggende 'rooiborsduif' ? de duif als symbool van de vrede, het rood van de passie, het verlangen.
Breytenbach zoekt aan de bedreigende werkelijkheid te ontsnappen in de verdroomde wereld waarin de twee-eenheid met de geliefde troost en verrukking kan bieden. Een lyrische Breytenbach, zoals in 'Wintertroos': "en as dit weer somer is / sal ons gedurende die langbeen aande / buite onder die priële gaan wandel / om vir mekaar te wuif. [...] en ons sal skrylings / op die nokke die lewensgeheime / fluisterend sit en uitpluis / soos gebaarmakende sjinese wysgere."
Liefde en woorden, gevoel en poëzie vloeien in elkaar over in wat voor mij een van de sterkste liefdesverzen is die Breytenbach ooit schreef, het gedicht 'Jou brief is wonderlijk', dat met deze strofe aanvangt:
Jou brief is wonderlijk, nog groter en ligter
as die gedagte aan 'n blom wanneer die droom
tuingrond is,
jou brief gaan oop iets ontvou
en van buite kom daar lug kom daar woorde
kom ruimte,
Aan het slot komt in een 'envoi' de strofe bijna letterlijk, als in een omarming van het geheel, terug, alleen het slotwoord is nu niet meer 'ruimte', maar, bewust gekozen, 'onthou', ook al zonder eindpunt, maar met de komma die suggereert dat de eindigheid wordt overstegen. 'Onthou': de ruimte van het beleven maakt plaats voor die van de herinnering.
Herinnering, de manier van omgaan met de tijd, vormt het substraat van Breytenbachs poëzie. In 'Poëzie is', een tekst die niet in De windvanger is opgenomen, lezen we o.m. dit: "Poëzie is herinnering / Poëzie is souvenir/ Poëzie is de kunst van het vergeten / Poëzie is de vorm van de herinnering, of de formule om haar te / vergeten." (uit: De andere kant van de vrijheid, 1985). Herinnering en de kunst van het vergeten worden in Breytenbachs visie in elkaar verstrengeld via de techniek van de illusoire contradictie en bakenen meteen de ruimte af van zijn nooit eindigende zoektocht die paradox op te heffen in het woord.
Daar is geen tyd
De herinnering versus het vergeten: in ? of misschien juist: door ? zijn poëzie gaat Breytenbach op een bewuste manier om met die zekerheid die het leven biedt, de dood. Leven en dood gaan in elkaar op (het Breytenbach-neologisme 'lewendood' haakt beide begrippen onlosmakelijk aan elkaar), alleen de poëzie kan m.b.t. de voorbijgaande aard van mensen en dingen troost brengen. Het gedicht 'Daar is geen tyd' brengt, in een doordacht spel van these en antithese, de motieven bijeen die Breytenbachs poëzie blijvend hebben ingekleurd: aan de ene kant de wil de tijd als abstract gegeven te ontkennen ( het herhaalde titelvers 'daar is geen tyd'), en daartegenover de bevestiging ervan, o.m. in deze strofe:
daar is geen tyd
tyd is die verskietende komeet
van geheue
wat die hemel met vonke bestrooi
van stories wat niemand
weer sal hoor nie
Net als in zoveel andere gedichten buigt Breytenbach het geheel om naar het schrijven zelf: het gedicht als concrete vorm van verzet tegen de tijdelijkheid (alle kunst manipuleert immers de tijd), maar vanuit de zo typerende aanpak van de dichter onmiddellijk weer nadrukkelijk gerelativeerd: er is "die ewigdurende galmende / monumentum van stilte", er zijn "de stories wat niemand / weer sal hoor nie", er blijft alleen, zoals de slotstrofe luidt:
net die leë vertel-vel
van hierdie gedig
bespikkel en uitgemeet
met kankerwoorde van vergeet
soos akkediskak
Selfportretreise
Uit de verzen van Breyten Breytenbach spreekt een eigen dynamiek, die zijn kracht in de eerste plaats ontleent aan de beeldspraak die de lezer meevoert in het brede universum van de denk- en gevoelswereldwereld van de dichter. In het gedicht 'Selfportret' luidt het: "ek griffel / my seflportretreise in verstrooide versvorm / en rig my lewe na die lees van landskappe."
Op de leest van landschappen: het innerlijke behang van de dichter zelf, maar even nadrukkelijk de plekken over de hele wereld die hij, als een "nomade deur die woestyn wat lewe genoemd word", in zijn onrustige queeste naar zingeving blijvend opzoekt.
Als 'politiek' dichter en denker staat Breytenbach op eenzame hoogte, als 'lyrisch' dichter weet hij zijn vaak ontroerende liefdesverzen boven het niveau van het hic-et-nunc uit te tillen. En als 'talig' dichter blijft hij in elk gedicht, in elk apart vers de poëzie en de taal ondervragen en weet hij telkens weer nieuwe dimensies aan te boren in vorm en stijl: "soms klink die taal vir my bekend / so asof ek my uit die beklemming sou kon skryf." De landschappen van zijn denken en belevend aanvoelen zijn even gevarieerd als het landschap van 'zijn' Zuid-Afrika en vertalen zich in al even wisselende verstechnieken, van het verhalend gedicht tot een strak in de hand gehouden strofebouw. [Jooris Van Hulle]
Drs. Cees van der Pluijm
De Zuid-Afrikaanse dichter, schilder en activist Breytenbach (1939) is een van de invloedrijkste dichters in zijn cultuur. Hij heeft de poëzie in Zuid-Afrika een ander gezicht gegeven, bevrijd van het calvinisme, verrijkt met oosterse filosofie en verbonden met de grote politieke en sociale ontwikkelingen. In deze bundel staat een representatieve keuze van zo'n 90 gedichten uit een periode van meer dan 40 jaar. Breytenbach betoont zich al die jaren een fel, evocatief, betrokken, taalexplorerend en vernieuwend dichter. Zelfs in de gevangenis (hij werd veroordeeld wegens "terrorisme") getuigt hij van de gruwelijke werkelijkheid, maar roept hij ook een andere wereld op. Breytenbach is een zuivere stem, die verbitterd in de VS woont en daar schrijven doceert, maar die de band met de werkelijkheid en de kracht van de verbeelding niet opgeeft. Deze bundel bevat een betrokken en inzichtgevend nawoord. De tweetaligheid geeft de lezer de ruimte de rijkdom en de compactheid van het Afrikaans te ervaren, naast behulpzame vertalingen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.