Stikvallei
Frank Westerman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6 |
31/12/2007
Taal als religie
Aan het begin van zijn nieuwste non-fictie boek stapelt Frank Westerman de gelijkluidende lettergrepen van de bergnaam Ararat op elkaar om een bergje te maken, en vertelt erbij: "Ik houd ervan om van letters woorden te bouwen en van woorden verhalen. Om de klank, de cadans, de betekenis. En om de vonken. Kets twee zinnen tegen elkaar en er ontstaat vuur." Naast dit literaire credo en de verwijzing naar zijn opvatting over frictie (literaire fictie), vat Westerman verder in die paragraaf de betekenis samen van de berg Ararat voor hemzelf, de religies en de hedendaagse politiek kernachtig samen. Een sterk begin dat net als de al even overtuigende proloog, bij herlezing de zorgvuldige constructie van dit boek releveert. De auteur bereikt in Ararat alleszins zijn top wat de literaire verwerking van de feiten betreft, maar verwaarloost wel die feiten voldoende te duiden.
Maar eerst die berg van Noach. Het lettergreepbergje dat Westerman ervan maakt, is een profaan taalspel met het heilige, met de Moederberg (Masis) die volgens de Armeense kerk niet beklommen mag worden door mensen. Of zoals Willem van Ruysbroeck ook al schreef: "Super Masis nullus debet ascendere quia est mater mundi" ("Niemand mag Masis bestijgen, die de moeder van de aarde is"). Er bestaat een Armeense legende over de heilige Hagob die steeds maar probeerde de berg te beklimmen, maar zich elke ochtend terug aan de voet bevond, terug gevoerd door de engelen gods (als beloning voor zijn streven ontving hij wel een stukje arkhout). Westerman onderzoekt en beklimt de berg natuurlijk wel, en veroorlooft zich ook dat taalspel en deze twee zaken symboliseren meteen de stadia in zijn leven die volgden op zijn gelovige jeugd: het verwerven van feitelijke en wetenschappelijke kennis leidt tot het verwateren en verlies van zijn geloof, waarna het ongrijpbare van het menselijk bestaan voor hem gevat wordt in de wonderen van de taal. Westerman beschrijft uitgebreid die evolutie in zijn leven, maar zijn boek zelf, zijn taalspel is er ook meteen een illustratie van. Dat is het knappe aan Westermans frictie, dat inhoud en stijl met elkaar laat samenvallen.
Een ander essentieel onderdeel van die frictie is de persoonlijke betrokkenheid: Westerman zal steeds benadrukken dat zijn non-fictie een persoonlijke selectie en bewerking is, en hij zal ook steeds zijn onderwerp betrekken op zijn persoonlijke leven. In Ararat gaat hij daar verder in dan ooit en biedt hij ons een inkijk in zijn schoolcarrière (in het bijzonder zijn geliefde beta-vakken), de teloorgang van zijn geloof, zijn contacten met ex-leraren, de taalontwikkeling van zijn dochter. Ook zijn vrouw komt even piepen, wanneer het echtpaar een waddenloop onderneemt als voorbereiding op de beklimming van de Ararat (het klinkt contradictoir, maar waddenlopen schijnt om dezelfde soort inspanning te vragen als het beklimmen van een berg ? en de associatie tussen zondvloed en de vloed op het wad kon Westerman natuurlijk niet laten liggen). De proloog dient ditmaal niet alleen als inleiding tot het onderwerp, maar ook als illustratie en literaire bewerking. Westerman vertelt over een jeugdvakantie in Oostenrijk, waar hij eens meegesleurd werd door een plotse vloedgolf in een bergriviertje om even verder op een zandbank geworpen te worden. Hij beschouwde die redding als een goddelijke ingreep, waarna hij intenser bad dan ooit tevoren. Later leerde hij de ware toedracht van de vloedgolf (ingenieurs hadden een hoger gelegen stuwmeer ontlast van het teveel aan smeltwater), en zo verwerkt hij in de proloog zowel de aard van religie als menselijke reactie op de krachten van de natuur, als de onttoverende werking van de rationele verklaring van natuurlijke fenomenen. Westerman stelt die vloedgolf natuurlijk ook voor als zijn eigen zondvloed, en zo zijn we vertrokken voor een innige vervlechting tussen de bijbelse zondvloed, de Ararat en het persoonlijke leven van de auteur. Later komt hij, net voordat hij een ontmoeting beschrijft met Russische arkzoekers aan de voet van de Ararat, terug op die jeugdervaring, wanneer hij het bijbelvers aanhaalt dat bij zijn doop werd voorgelezen. Jesaja 43:1-2 vertelt nl.: "Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen". Omineus lijkt het, en Westerman is even van de kook, maar hij weet het rationeel weg te redeneren, en daarmee wapent hij zich (en ons) als het ware voor de ontmoeting met de diepgelovige arkzoekers. Over een tweede 'zondvloedervaring' uit de jeugd van Westerman komt een van de beste passages in dit boek. Niet ver van zijn ouderlijk huis barstte bij proefboringen een ondergrondse gasbel uit (een zogenaamde blow-out) en woelde daarbij, in een grote modderstroom, het omliggende landschap om. De auteur koppelt hier veel feitelijke en technische gegevens aan spanning en karaktertekening, en verwerkt ook de grote thema's en motieven van zijn boek. Deze passage komt al even overtuigend over als Westermans meesterwerk De graanrepubliek (1999) en toont dat hij op zijn sterkst is wanneer hij schrijft over de verhouding van de ploeterende mens tot zijn land.
De knappe vervlechting is het resultaat van een ingenieuze constructie van Westerman, die heel geleidelijk aan toewerkt naar zijn beklimming van de Ararat. De vele feitenkennis, contacten en ervaringen die hij rond de berg heeft verzameld ? op het vlak van geologie, verschillende zondvloedmythes, geschiedenis, religieuze en politieke conflicten, de Armeense genocide, de arkzoekers, de huidige terugkeer van de religie, bergbeklimmen, de visum- en reisbeslommeringen etc. ? doseert hij zorgvuldig over de verschillende hoofdstukken. Dat alles wordt vernuftig aan elkaar verbonden en neergeschreven in knappe zinnen met gepaste, vaak op de wetenschap en zee gestoelde metaforen en bijbelse referenties. Het boek eindigt ermee dat Westerman en zijn reisgezellen net niet de top van de Ararat bereiken. Een felle straalstorm van sneeuw verhindert hen de laatste zestig meters te bestijgen en "in een razend tempo vulden de gaten zich met wit poeder dat in een vegende beweging werd gladgestreken met de rest van het ijsveld". In die eindzin komt dus nog een laatste verwijzing naar de zondvloed die alle menselijke sporen uitwist, en wordt de Ararat enigszins in zijn eer hersteld als een onbedwingbare, mysterieuze berg. Westerman doet daarmee met de Ararat wat hijzelf van de religie en de bijbel wil overhouden: de literair-mythische verbeelding van het wonderlijke en mysterieuze van het leven.
Er zit dus veel stof in Ararat, maar edelsmid Westerman heeft te veel geslepen en zijn veelzijdige diamant bevat uiteindelijk te weinig karaat. Hij brengt te veel dingen met elkaar in verband en laat zijn persoonlijke verhaal dat alles domineren. Te veel essentiële thema's worden daarom slechts summier uitgewerkt, en vooral het onderwerp religie wordt te eenzijdig bekeken. Westerman verkent religie enkel in termen van wat Rudolf Otto "fascinans et tremendum" noemde: religie als verwerking van de primaire fascinatie en angst voor de natuur. Zo'n religieuze ervaring haalt het natuurlijk niet tegen de wetenschappelijke verklaring van de wereld, al kun je nu ook niet stellen dat ze verdwenen is, getuige allerlei esoterische bewegingen en religieuze getinte ecologische bewegingen. Andere aspecten van de religieuze ervaring zoals sociale verbondenheid, mystiek en ethiek laat Westerman links liggen. De schrijver blijft zijn rationele zelf en blijkt uiteindelijk heel ongeschikt om religie en gelovigen ernstig en diepgaand te benaderen. Uitingen van religieuze onderdanigheid en dogmatisch denken staan hem zwaar tegen, en eens bij de Ararat aangekomen, verliest hij zowat alle interesse in religieuze zaken. Ook zijn evolutie van 'het Woord' naar 'het woord' ? de taal als religie ? wordt maar oppervlakkig uitgewerkt. Zijn verwondering over de creatieve taalontwikkeling van zijn dochter zullen vele ouders delen, maar nieuwe of diepe inzichten vallen hier niet te ontwaren.
Wanneer Westerman in zijn frictie op zoek wil gaan naar zaken en meningen die botsen en uitdagen, iets waar het onderwerp 'religie en wetenschap' zich bij uitstek toe leent, dan heeft hij dit te weinig bereikt in Ararat. Het boek leest weliswaar prachtig, maar de auteur lijkt zich te bewust geworden van zijn succesformulie voor goede non-fictie en laat de balans tussen feit en fictie te veel overhellen naar het laatste. Waartoe dient al die schoonheid in frictie als je uiteindelijk geen degelijke non-fictie brengt? De diamant fonkelt, maar vonkt niet. [Chris Bulcaen]
Drs. Marianne van den Heuvel
Tijdens een verblijf in 1999 in het naburige Jerevan (Armenië) raakt de auteur in de ban van het alomtegenwoordige silhouet van de berg Ararat. De berg roept bij de auteur geologische en theologische vragen op: is het een vulkaan die nog eens tot uitbarsting zou kunnen komen? Wat bezielt de mensen die zoeken naar resten van de ark van Noach en hoe staat het met zijn eigen geloof? Dit levert een spannend reisverhaal op, waarin beschouwingen over het geloof van zijn kinderjaren (zijn doop als baby en een bijna-verdrinking in een bergbeekje), gesprekken met zijn dochtertje van drie, gesprekken met docenten van de middelbare school en van de de TU in Delft, elkaar afwisselen met de beschrijving van de reis naar de top. Rode draad is de nietigheid van de mens tegenover de natuur. Veelzeggend is misschien dat zowel de geloofsvraag als de top van de Ararat in het verschiet blijven liggen. Het boek bevat drie handige kaartjes en een verantwoording van de literatuur. De vormgeving van de kaft is erg mooi. Het is een voor een breed publiek toegankelijk en meeslepend geschreven boek over moeilijke vragen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.