Goeie ouwe George
Meg Rosoff
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pimento, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ROSO |
31/12/2007
Speelbal van het lot, marionet van de schrijfster
In de nieuwe roman van de Amerikaans-Britse Meg Rosoff, schrijfster van het alom bejubelde Hoe ik nu leef (De Leeswelp 2005, p. 160), wordt het hoofdpersonage achtervolgd door het noodlot, of zo lijkt het ten minste. Vanaf het begin loopt de angst voor wat mogelijk wel eens zou kunnen gebeuren als een rode draad doorheen het boek. Het verhaal over een jonge puber die de wereld rondom hem meer en meer als een potentieel mijnenveld begint te zien, leidt tot een overtuigend relaas over ouder worden, identiteit, controle en seksualiteit. Maar de kracht van Just in case ? vert. Het toevallige leven van Justin Case schuilt nog meer in Rosoffs vermogen om allerlei literaire mechanismen tegen elkaar te laten opbotsen, in haar wijde stijl en soms laconieke verteltrant. Het boek stuitert daarbij meerdere kanten op, zonder ooit uit balans te geraken. Tegelijk wordt het verhaal ook in één duidelijke richting voortgestuwd door een sadistische hogere macht.
Het hoofdpersonage, David Case, is 15 wanneer hij zijn kleine broertje Charlie, dat nog maar pas leert lopen, uit het raam ziet klauteren, klaar om te gaan vliegen. David schiet in paniek en zal er nooit meer uitkomen. Als een bezetene vliegt hij op om het kind van een gewisse dood te redden, en hij vat het idee op dat zulke dingen niet zomaar gebeuren. Daardoor groeit de obsessie in hem dat het leven en de dood slechts door een dunne grens gescheiden worden, en dat niets het noodlot tegenhoudt om ook met een gewone puber uit een banaal provinciestadje af te rekenen: "Twee seconden. Er zat niet meer dan twee seconden verschil tussen het normale leven van elke dag en een volslagen, complete ramp." Davids fantasie slaat op hol bij de gedachte aan alle moordenaars die zich schuilhouden in de barre werkelijkheid: een beroerte, een auto-ongeluk, kometen, sluipwespen, vijandige legers, seriemoordenaars... In principe ben je nergens veilig.
Vanaf dat moment zal David achtervolgd worden door een sinistere stem in zijn hoofd, die hem des te meer de stuipen op het lijf jaagt. David beslist dat dit gepersonifieerde noodlot nooit de kans mag krijgen om nog maar in zijn buurt te komen, en beslist dan maar dat hij daar zelf de omstandigheden voor moet creëren. De jongen is zo al niet al te doorsnee en misschien wat te gevoelig voor de overmacht van de puberteit, maar nu lijkt hij zich helemaal te zullen verliezen in paranoïde fantasieën over zijn toekomst, die lijkt vast te liggen met "de onherroeplijkheid van een officieel decreet." David denkt dat hij verdoemd is, en besluit om te vluchten voor de vloek van een leven dat nooit alleen in je eigen handen ligt. Om dat te doen, ontvlucht hij alvast eerst zichzelf: David wil niet meer dat schrale, bange jongetje zijn dat aan die naam vast hangt, en doopt zich met veel puberale overmoed om tot Justin Case, "voor het geval dat" zijn angsten gegrond zouden zijn.
Omdat hij het gevoel krijgt dat hij de controle verliest, creëert Justin zijn eigen fantasiewereld, waarin hij beslist wat wel en niet gebeurt: "Er kon Justin Case niets ergs overkomen, omdat hij niet bestond." Al gauw zal Justin zich een heleboel tics en verdringingsmechanismen eigen maken, waardoor de grens tussen werkelijkheid en fictie nauwelijks nog bestaat. Zo fingeert hij zich de windhond boy, die wel erg veel lijkt op de hond die vanop straat Charlie stond aan te gapen op het fatale moment toen Justin voorgoed verdoemd werd. Als Justin leert hij al meteen de oudere en bijzonder flamboyante Agnes kennen. Samen met haar bouwt hij zich om tot een aantrekkelijke zonderling, die de meisjes op school intrigeert. Ook Agnes is erg geïntrigeerd en begint foto's te nemen van de "verdoemde jongeling". Justin zelf lijkt alleen maar meer in de war te geraken van de seksuele spanning. Na een tijdje lijkt hij dan ook niet meer te weten waar hij nu juist staat: "Ergens verwisselden werkelijkheid en fantasie van plaats zodat zijn droomwereld levendiger werd dan zijn werkelijke wereld."
Op de vlucht voor zijn onzekerheid en zijn fantasieloze ouders, belandt hij op Luton Airport, waar hij als in een roes een aantal dagen anoniem rondzwerft. Net op het moment dat hij denkt dat hij het noodlot overwonnen heeft, wordt Justin ei zo na het slachtoffer van een vliegtuigcrash. Een neerstortend vliegtuig belandt nl. exact op het punt waar hij zich nog maar net bevond, en de werkelijkheid lijkt zijn angsten dus alleen nog maar te bevestigen. De paranoia die al op de eerste pagina's van het boek aanwezig is, begint dan ook stilaan neurotische proporties aan te nemen. Totaal ontregeld belandt hij bij Agnes, die hem op het foute moment ook nog eens inwijdt in de onzekere wereld van de seksualiteit, om daar even later erg veel spijt van te krijgen. Justin gaat ook van huis weg om bij Agnes weken aan een stuk op de bank te liggen, totaal verlamd door de gedachte dat hij zijn leven zelf niet meer in de hand heeft. Al gauw loopt het op veel ruzie uit en uiteindelijk ziet Justin zich genoodzaakt bij zijn beste vriend Peter, zijn zussen Dorothea en Anna en het konijn Alice (!) in te trekken.
Het is niet de enige keer in het boek dat Rosoff dergelijke subtiele verwijzingen inlast. Wanneer Justin, Peter en Agnes tijdens de kerstperiode in een fel verlicht winkelcentrum terecht komen, schreeuwt Peter bv. de danteske opmerking "Mijn god, het lijkt de negende circel van de hel wel." En net zoals de dwarsverbanden tussen verschillende elementen (zoals de eerder aangehaalde windhond, die aan het begin slechts langs de neus weg vermeld wordt), vragen dergelijke citaten de lezer om aandachtig te zijn en wekken ze het gevoel op dat er een systematiek in de waanzin is. Kleine explosies in Justins hoofd en argeloze vermeldingen van vliegtuigen monden uit in de verschrikkelijke crash, en alle waanideeën die Justin heeft over de persoonlijke vete die het noodlot met hem heeft, lijken uiteindelijk ook bewaarheid te worden. Als lezer word je daardoor niet alleen meegesleurd in de neerwaartse spiraal van zijn leven, je weet na een tijdje ook zelf niet meer wat echt is: vervult Justin net zijn eigen ongeluk door zich te laten leiden door de ingebeelde stem van het noodlot, of heeft die het inderdaad op hem gemunt?
Die verwarring heerst bovendien nog op een aantal andere niveaus. Tijdens de passages waarin Justins leven helemaal van de rails geraakt, duikt de sardonische commentaarstem van het noodlot meer en meer op, om daarna voor een tijd niets meer van zich te laten horen. Op die manier weet Rosoff de dreiging slim op te voeren en vaak is het dan ook bang afwachten voor nog ergere aanslagen. Wanneer aan het einde van het boek de noodlottigheid escaleert, komt de commentaarstem ook prominenter naar voren en treedt Justin zelfs helemaal in dialoog met zijn eigen (?) demonen. En natuurlijk is er ook de suggestie dat Justin inderdaad een marionet is, nl. die van de schrijfster die haar personage stuurt waar ze hem hebben wil. Dat betekent ook dat je er op attent wordt gemaakt dat Justins wereld niet de Wereld is, maar wel een fictionele afgeleide daarvan, waarin andere wetten gelden. Het boek is dus maar een vuil fictief spel, of zoals het noodlot het aan het einde zelf stelt: "Ik voel me een beetje triest nu het voorbij is. Ik heb van ons spel genoten. Het gaat bijna nooit mis. Behalve wanneer dat wel gebeurt, natuurlijk. En dat kan ook interessant zijn."
Uiteraard krijg je in Het toevallige leven van Justin Case ook heel veel suggesties over de puberteit en gelukkig weet Rosoff daarbij de meligheid erg goed te vermijden. Justins bildung leidt bv. niet tot een openbaring van een al aanwezige volwassen identiteit, maar doet hem belanden in de schizofrene schemerzone die de puberteit voor velen is. Hij voelt zich op zijn 15 immers het ene noch het andere, en ontdekt dat je identiteit ook voor een groot deel zelf maakt, en zelfs tot op zekere hoogte veinzen moet. Ondertussen wordt hij voortdurend op de hielen gezeten door zijn gierende hormonen en ook daarin doet Rosoff niet flauw. Wanneer Justin een hele avond zijn libido van zich af heeft willen lopen, lezen we: "Het werkte niet, natuurlijk, maar in elk geval was hij te moe om zich de hele nacht af te trekken."
Die bedenkingen van Justin tonen ook aan dat Het toevallige leven van Justin Case ondanks het onderwerp nergens zwaar op de hand is. Rosoff hanteert immers een bijzonder vinnige en afwisselende taal, zonder dat er geforceerd naar de doelgroep gehengeld wordt. Het boek is dan ook soms erg grappig en bijna altijd tragikomisch. Rosoff portretteert Justin als een beautiful loser, die een beetje zielig is, maar die tegelijk ook erg gevat en lekker cynisch uit de hoek komt. Maar wat dit erg zelfbewuste boek vooral aantoont, is dat puberromans meer kunnen brengen dan alleen een mooi of stichtend verhaal. Literaire spelletjes maken daarbij niet alleen een groot deel van het leesplezier uit, ze houden evengoed een eerlijk en interessant perspectief in op de werkelijkheid. En doordat er zoveel uiteenlopende dingen gebeuren in dit boek, zal het jongeren misschien meer aanspreken dan rechtlijniger en braver werk. [Koen Sels]
Inger Bos
Het leven van de 15-jarige David Case verandert als hij zijn 1-jarige broertje Charlie in het raam ziet staan. David is er nog net op tijd bij en voorkomt zo zijn val. Vanaf dat moment ontstaat bij David het allesoverheersende idee dat het noodlot hem achtervolgt. Hij probeert zijn noodlot te ontlopen door een andere persoon te worden: Justin Case ('voor het geval dat'). Hij koopt andere kleding en bedenkt voor zichzelf een imaginaire hond. De auteur, bekend van ‘Hoe ik nu leef’*, zet met Justin een zeer zwartgallig en angstig karakter neer. In combinatie met de andere, eigenzinnige karakters - een kunstenares en een in wetenschap geïnteresseerde jongen; beiden personages die met een bepaald filter naar de wereld kijken - beschrijft ze een complexe situatie waarin de puber Justin steeds verder wegzakt tussen realiteit en fantasie en waarin zijn moeder en vrienden hem steeds lastiger kunnen bereiken. De vele originele beeldspraken maken de sfeer beklemmend en grillig. De stem van het noodlot wakkert, als een soort duiveltje in Justin, continu een onbehaaglijk gevoel aan. Stom toeval zorgt ervoor dat zijn leven voor een periode tijdloos lijkt; het moment om de dialoog met het noodlot aan te gaan. Niet echt vrolijk, maar wel mooi geschreven verhaal met diepgang. Vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.