Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ELDE |
Besprekingen
31/12/2007
Literatuur gaat over mensen, hoe ze zich voelen, wat ze dromen, wat ze denken."Het is een wijze uitspraak van Jonathan, de hoofdpersoon van het nieuwste boek van Stan van Elderen. Hij vertelt in dit boek het verhaal van de pubers Jonathan en Charlie, een dromer en een doener, een denker en een prater. De twee jongens zijn in alles elkaars tegenpolen, maar komen wonderwel bij elkaar. Van Elderen laat precies dat zien wat literatuur volgens zijn hoofdpersoon zou moeten zijn. Hij vertelt over verschillende mensen, wat ze voelen, wat ze uitspreken, wat ze graag zouden willen. Maar belangrijker nog: hij vertelt over jonge mensen en beschrijft nauwkeurig een wereld die in het echte leven, voor volwassenen, vaker gesloten en onzichtbaar blijft. Een wereld van innerlijke strijd en onzekerheid.
Stan van Elderen debuteerde in 2002 met het jeugdboek De dertiende tovenaar (10 +), dat twee vervolgen kreeg, De vloek van de magiër (2004) en Het verraad van zilver (2005); tezamen de Trilogie van het Dertiende Koninkrijk. Charlie Wallace richt zich duidelijk op een ouder lezerspubliek, dat zich zal herkennen in de worsteling van het opgroeien en de ontdekking van de waarde van vriendschap.Charlie is net verhuisd naar New York. Zijn eerste schooldag begint in een koffiezaak, waar hij met zijn extraverte houding indruk maakt op iedereen, maar vooral op Jonathan, die ook op zijn koffie wacht. Hij houdt zich liever op de vlakte en vindt Charlie maar een uitslover. Later blijkt dat de jongens bij elkaar in de klas zitten. Ondanks het onbegrip trekken de twee naar elkaar toe en besluiten de hele dag te spijbelen. Hoewel Jonathan nog lange tijd moeite heeft met de ongedwongen manier waarop Charlie alles en iedereen, in al zijn openheid, tegemoet treedt, krijgt hij al snel bewondering voor hem. Charlie knoopt confronterende gesprekken aan met zwervers, museumwachters en pizzabakkers; hij waagt het zelfs een docent tegen te spreken. Dat zou Jonathan nooit durven, geeft hij de lezer in gedachten mee.
Jonathan groeit op in een individualistisch gezin. Zijn vader werkt meer dan dat hij thuis is, zijn moeder houdt van kunst en zoekt haar heil in het buitenland. Zo brengt Jonathan vele uren alleen thuis door, waar hij veel nadenkt en leest. De enige gesprekspartner aan wie hij wat zou kunnen hebben, is zijn therapeut. Die bezoekt hij om te praten over 'het voorval', waarover de lezer slechts summier geïnformeerd wordt. Dat is weliswaar jammer, maar niet onoverkomelijk om de pijnlijke situatie van Jonathan te begrijpen. Duidelijk is dat het voorval te maken heeft met een jongen op zijn vorige school, zijn 'roommate' en klasgenoot Duane. Duidelijk is ook dat Duane hem iets heeft aangedaan en ze een gewelddadige ruzie hebben gehad. De manier waarop hij op die strijd terugkijkt, verandert gedurende het verhaal, dat vooral de ontwikkeling van Jonathan laat zien. Hij zegt: "De laatste tijd is het gemakkelijker om erover na te denken, over alles wat er is gebeurd. De scherpste kantjes zijn eraf. Als je maar lang genoeg wacht wordt alles minder pijnlijk." Van Elderen laat maar een glimp zien van wat Jonathan heeft meegemaakt, hoe hij zich verdedigd en vervolgens teruggetrokken heeft, maar zijn eenzaamheid in het verwerken van het voorval spreekt des te meer. We weten al snel dat Jonathan weinig troost vindt. Niet bij zijn ouders, niet bij zijn therapeut ("onze sessies gaan werkelijk nergens over", denkt Jonathan), niet bij zijn vrienden, die hij nauwelijks heeft. Typerend voor zijn eenzaamheid en zijn onvermogen ermee om te gaan is zijn reactie op de geboorte van een chimpansee in de dierentuin, waar hij een paar uur per week de hokken van de dieren schoonmaakt. Enkele dagen na de geboorte blijkt dat de moederaap haar jong heeft verstoten. Dit raakt Jonathan zo, dat hij verdriet en woede voelt voor de moeder en zich ontfermt over het kleine aapje. Zelfs wanneer het aapje wordt overgeplaatst naar een andere dierentuin, wil hij het blijven bezoeken. De verstoting van het aapje is vergelijkbaar met het gemis van zijn ouders dat Jonathan zelf voelt. Als Charlie, die ongevraagd opeens in de dierentuin verschijnt, voorstelt om het aapje samen te gaan bezoeken en de reis van ruim drie uur samen te maken, leeft Jonathan op.
Hier blijkt de onvoorwaardelijke vriendschap die Charlie Jonathan te bieden heeft. Als Charlie in zijn leven komt, verandert er dan ook langzaam iets. Jonathans angst voor mensen, en zeker voor mensen met gezag, is Charlie vreemd. Jonathan wordt voortdurend met zijn angst, die bij het verwerkingsproces lijkt te horen, geconfronteerd: als hij een beurt krijgt in de klas, als hij door jongens uit zijn klas aangesproken wordt, als hij spijbelt en vooral als hij in Charlie een ongeremdheid ziet die hij zelf ook graag zou hebben. Hij denkt in alles de enige te zijn, de enige die iets niet kan, de enige die iets niet durft. Charlie laat hem zien dat het leven niet eng is, dat mensen niet eng zijn. Bovendien vult Charlie de leegte die Jonathan voelde. Het gezin van Charlie is groot, gezellig en uitbundig. Ze ontvangen Jonathan met open armen. De instelling van Charlie om het leven aan te gaan is ook merkbaar bij de rest van het gezin. Maar het is juist die instelling die Charlie fataal zal worden.
Van Elderen slaagt waar velen maar gedeeltelijk slagen: hij is wijs waar hij wijs mag zijn zonder het contact met zijn jonge lezer te verliezen. Hij is ernstig waar het gepast is, grappig waar het nodig is. Maar vooral en heel constant is hij puur in zijn formuleringen. Vanaf de eerste zin weten we met wie we van doen hebben. We zien Charlie en Jonathan lopen, samen, maar toch heel verschillend. Ze lijken tot elkaar veroordeeld, maar zoeken de spanning die het verschil van hun karakters met zich meebrengt, doelbewust op. "Ik realiseerde me ineens dat ik niet wist waar Charlie vandaan kwam. Waarschijnlijk uit zo'n dorp waar iedereen elkaar kent", denkt Jonathan.
Dat niet Charlie (naar wie de titel van het boek verwijst) de hoofdpersoon is, maar Jonathan, bewijst des te meer dat het vooral om de invloed gaat die Charlie op Jonathan heeft. Hij is het die hem confronteert met zichzelf, met hoe hij zich presenteert en hoe hij worstelt met van alles. Jonathan leert hoe hij open en eerlijk kan zijn, hoe hij minder angstig in het leven kan staan. Bovendien vindt hij in Charlie een maatje dat hem begrijpt. De stijl van het boek is er een van rake zinnen, zonder overbodigheden, die boeit van begin tot eind. De vele verwijzingen naar literatuur en boeken, waaronder On the origin of species, Macbeth en Lord of the flies, benadrukken Jonathans belezenheid en de relevantie van zijn gedachten. Toch is het vooral het eind dat als een zware donderwolk over het verhaal neerstrijkt en nog lange tijd indruk maakt. In amper twee bladzijden wordt de vriendschap die zich in de voorgaande hoofdstukken heeft ontvouwd, wreed verstoord. Door een ongeluk verdwijnt Charlie uit Jonathans leven. Van Elderen lijkt daarmee te suggereren dat het niet altijd verstandig is een extraverte persoonlijkheid te bezitten, naïef in de wereld te staan. De keuze tussen spreken of zwijgen, denken of doen is in het echte leven niet makkelijk te maken, maar door Charlie als het ware te laten 'boeten' voor zijn ongeremdheid benadeelt hij zowel Jonathan als zijn lezers. De moraal van het verhaal komt niet alleen uit de lucht vallen, maar bederft de prachtige vriendschap die ontluikt en die zo haarscherp uitgetekend wordt. Jonathan beschouwt het gemis van zijn vriend als iets waar hij nu eenmaal ook mee moet leren omgaan. Alleen Charlie zelf had het kunnen voorkomen, zegt hij. Daarmee wordt de vriendschap, die zo prachtig en regelmatig ontstond, gereduceerd tot een wijze les voor Jonathan. Had Van Elderen dat laatste hoofdstuk nu maar vervangen door een flinke hoeveelheid pagina's ter verdieping van die vriendschap. Dan was het volkomen en onomkeerbaar een klein meesterwerk geweest. Maar de vraag of dit literatuur is, volgens de gegeven definitie, is een overbodige ? het is het bij uitstek. Literatuur om over na te denken. [Josine Schuilenburg]
Drs. A.W.M. Duijx
De middelbare scholier Charlie is net in New York komen wonen en ontmoet op zijn eerste schooldag Jonathan, met wie hij die eerste dag al direct spijbelt. Charlie legt heel eenvoudig contact, terwijl Jonathan veel terughoudender is. Dit levert soms ruzies tussen de twee jongens op, maar om een of andere reden voelen ze zich toch erg tot elkaar aangetrokken. Jonathan heeft een jaar geleden in een soort ziekenhuis gelegen, maar wil daarover eigenlijk niet praten. Binnen een week ontstaat er een heel hechte vriendschap die aan het slot heel abrupt op fatale wijze wordt afgebroken. Indrukwekkende en goed geschreven jongerenroman waarin de ontluikende vriendschap van Jonathan en Charlie, in veel aspecten elkaars tegenpolen, zeer invoelbaar wordt uitgewerkt. Het perspectief ligt bij Jonathan, de ik-figuur. De spanning over wat er in zijn verleden is gebeurd, houdt de lezer betrokken bij het verhaal en uiteindelijk wordt eigenlijk weinig expliciet uitgesproken. De lezer moet zelf op basis van de gegeven informatie een interpretatie maken, waarbij het slot als een totale verrassing komt. De auteur debuteerde in 2002 met het kinderboek 'De dertiende tovenaar'*, dat twee vervolgen kreeg. Vanaf ca. 14 jaar.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.