De ei- en spermarace : hoe zeventiende-eeuwse geleerden de geheimen van seks, leven en groei ontraadselden
Matthew Cobb (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 600.4 COBB |
Besprekingen
31/12/2007
Vandaag de dag weet zelfs het kleinste kind wel alles af van sperma, eicellen en bevruchting. Er zijn tonnen voorlichtingsboekjes voor kleine én grote mensen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Doctor Matthew Cobb is bioloog en bestudeert onder meer het paargedrag van fruitvliegen. Daarnaast is hij echter ook gepassioneerd door wetenschapsgeschiedenis. In het boek De ei- en spermarace gaat hij op zoek naar het verhaal achter de wetenschappers die in de 17e eeuw het raadsel van de voortplanting onderzochten. Het is een verhaal doorspekt met wetenschappelijke naijver, stukgelopen vriendschappen, vooruitgang in de technologie en een flinke dosis geluk, waarin drie jongemannen in het Nederland van de 17e eeuw centraal staan.
Stel dat u zelf de relatie tussen seks, bevruchting en voortplanting zou moeten onderzoeken, zonder enige voorkennis. Dat is een enorme en moeilijke taak. Een eerste probleem is dat bij mensen zélf seks is losgekoppeld van bevruchting. Pas sinds de mens zich als landbouwer vestigde en huisdieren kweekte, werd het verband tussen copulatie en zwangerschap duidelijk. Vele eeuwen lang bleven twee voortplantingstheorieën uit de oudheid overeind. Volgens Aristoteles vermengde het mannelijke zaad zich met het vrouwelijke menstruatiebloed en ontstond hierdoor het nieuwe leven. Tenminste, bij de hogere diersoorten, want lagere levensvormen zoals insecten ontstonden spontaan uit rottingsprocessen. De Romeinse arts Galenus schatte de rol van de vrouw bij de voortplanting hoger in. Hij vermoedde dat vrouwen een mysterieus 'vrouwelijk zaad' afscheidden, dat min of meer equivalent was aan het zaad van de man, maar dat niemand ooit had waargenomen. Gedurende de middeleeuwen leefden deze twee ideeën naast elkaar voort.
In de 17e eeuw veranderde het wetenschappelijk klimaat en spreken de meeste historici van de 'wetenschappelijke revolutie' ? een periode waarin denkers zich afkeerden van het klassieke denken uit de oudheid en waarbij nieuwe instrumenten werden ontwikkeld die de wetenschap met sprongen vooruit deden gaan. Empirische waarnemingen en experimenten kwamen in zwang. Zo werd de basis voor de moderne wetenschap gelegd. In het onderzoek naar de voortplanting nam de Brit William Harvey het voortouw. Hij probeerde empirisch onderzoek uit te voeren door hinden te ontleden, op zoek naar sporen van bevruchting. Hoewel hij geen concrete bewijzen voor zijn theorie vond, was zijn empirische aanpak revolutionair. Zijn gebrek aan experimenteel bewijs weerhield hem er niet van de gedurfde 'eitheorie' te formuleren. Volgens Harvey ontstonden alle soorten, inclusief de mens, uit eieren.
Vijftien jaar later zouden drie jongemannen die elkaar ontmoetten aan de Universiteit van Leiden, de draad opnemen waar Harvey hem had losgelaten. Niels Stensen, alias Steno, Jan Swammerdam en Reinier de Graaf verschilden qua achtergrond en afkomst, maar geraakten toch bevriend in de bruisende studentenstad. Alledrie studeerden ze geneeskunde en geraakten ze na een retraite naar Parijs geïntrigeerd door de voortplanting.
Niels Stensen hield zich bezig met de studie van eieren. Hij ontleedde een levendbarende haai en merkte op dat ook hier eieren te zien waren in de eileider. Hij postuleerde dat deze eieren naar de baarmoeder werden getransporteerd. Hiermee gaf hij opnieuw een impuls aan de 'eihypothese' van Harvey, maar Steno's waarnemingen waren concreter en juister. Toch bleef Steno zelf redelijk rustig onder zijn eihypothese. Enkele jaren later verdween hij ook van het wetenschappelijke toneel en wijdde zijn leven aan het priesterschap. Jan Swammerdam bestudeerde de voortplanting van insecten en toonde aan dat de larven die uit eitjes kwamen na verpopping wel degelijk leidden tot de volwassen insecten. Deze ingewikkelde ontwikkeling van ei naar larve naar insect betekende een doorbraak in de biologie. Reinier De Graaf wijdde zich aan de anatomie en fysiologie van menselijke voortplanting. Hij kwam keer op keer in conflict met andere wetenschappers die bijna gelijktijdig dezelfde ontdekkingen deden als hij. Steeds draaide het om de vraag wie nu een structuur het eerst had beschreven De Graaf reageerde altijd bijzonder onverdraagzaam, hetgeen leidde tot gemene polemieken en uiteindelijk ook tot een breuk met zijn vriend Swammerdam. De twee vochten een vete uit over wie de eitheorie had bewezen. Uiteindelijk werd deze theorie zo algemeen aanvaard dat niemand er nog om maalde wie nu de ontdekking had gedaan.
Maar het idee dat de mens uit een mysterieus ei kwam, werd enkele jaren later alweer ontkracht. Antoni van Leeuwenhoek onderzocht menselijke ejaculaten met zijn microscoop en ontdekte daarin "levende dierkens" met staartjes: de spermatozoa. Hiermee legde hij de basis voor de 'zaadtheorie', die haaks stond op de eitheorie. Van Leeuwenhoek stelde dat alleen het mannelijk sperma van belang was voor de voortplanting. Dus aan het einde van de 17e eeuw werd de biologie in twee kampen verdeeld, dat van de ovisten en dat van de spermisten. Deze tweespalt zou nog bijna 180 jaar lang blijven voortbestaan. Pas in de 19e eeuw zouden wetenschappers werkelijk een eicel bij een zoogdier ontdekken ? tot dan toe waren ovisten er wel van overtuigd dat er eitjes waren, maar had niemand ze echt gezien. Pas in de jaren 1870 kwam het inzicht dat er zowel één eicel als één zaadcel nodig zijn voor de bevruchting en dat mannelijke en vrouwelijke organismen dus in gelijke mate bijdragen aan voortplanting. Nadien legde de ontwikkeling van de genetica de laatste ontbrekende puzzelstukjes op hun plaats.
Matthew Cobb levert een uitstekend boek af. Hij schildert met levendige beschrijvingen het wetenschapsklimaat van de 17e eeuw en maakt ook verhelderende zijsprongen naar politiek en kunstgeschiedenis. Het geheel wordt opgefleurd met bizarre anekdotes waarbij wetenschappers menselijke 'eieren' (eigenlijk de follikels) koken en opeten, of kikkers broekjes aandoen om te voorkomen dat ze kikkerdril zouden bevruchten. Maar bovenal weet Cobb de lezer zijn voorliefde voor wetenschapsgeschiedenis bij te brengen. Wetenschap is net als het leven dat wij leiden, zegt hij bij zijn inleiding: "Wat achteraf onvermijdelijk lijkt, is in feite ontstaan door een reeks toevalligheden". Wetenschap volgt nooit een rechte weg, maar verloopt via een labyrint van doodlopende sporen, omwegen en kruispunten. Ook wil hij de vergeten wetenschappers opnieuw eer aan doen. Zij dreigen te verzinken in de tijd, enkel nog gekend door een handvol wetenschappers. Cobbs wil dat voorkomen, want "zij gaven vorm aan de wijze waarop de menselijke kennis zich ontwikkelde [...] Zij lieten zien waar wij vandaan komen." [Jeroen Stevens]
M.A.M. Bomhof, neuroloog-psychiater
Waar komen wij vandaan? Gedurende duizenden jaren hadden wij ondanks Aristoteles en Plato nauwelijks een idee van wat zich in de baarmoeder afspeelt. In de zeventiende eeuw was er in nauwelijks tien jaar een doorbraak. Die vond plaats in het centrum van de toenmalige (wetenschappelijke) wereld: de Nederlanden. Reinier de Graaf, Niels Steno, Jan Swammerdam, Antonie van Leeuwenhoek en anderen speelden daarbij een rol van betekenis. Zowel samenwerkend als in competitie met elkaar vonden zij de betekenis van de eicel en het sperma. Nadat zij de fundamenten gelegd hadden, duurde het nog 150 jaar voor de bevruchting duidelijk geworden was. Cobb, zoöloog aan de universiteit van Manchester, focust op de hoofdrolspelers in deze onderbelichtte en buitengewone periode uit de wetenschapsgeschiedenis. Het is een spannend en meeslepend boek geworden dat veel meer diepgang geeft dan de titel doet vermoeden. Met een aantal illustraties in zwart-wit, een literatuuropgave en een register.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.