Tsotsi
Gavin Hood
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2653 |
31/12/2006
Dankzij de oscarwinnende verfilming wordt Tsotsi, de enige roman van de grote Zuid-Afrikaanse toneelschrijver Athol Fugard (geb. 1932), eindelijk naar het Nederlands vertaald. Het is een bedwelmend boek omdat Fugard diep binnendringt in de verduisterde ziel van een crimineel, maar ook het leven in de zwarte townships van het Zuid-Afrika van vijftig jaar geleden knap en op bijna etnografische wijze evoceert. Het boek is niet af, wat alles te maken heeft met het zoekende schrijverschap van de jonge Fugard.
Het moeizame ontwaken van een schrijver
De late vertaling past eigenlijk wel bij het geaccidenteerde parcours van deze roman. Fugard schreef begin jaren '60 lang aan zijn roman, in horten en stoten, met verschillende versies, en liet hem medio 1962 onafgewerkt liggen. Hij wou het manuscript vernietigen, maar zijn vrouw Sheila, die later zelf een romanauteur werd, hield hem tegen. De stilte waarop zij Fugard trakteerde wanneer hij passages uit het werk voorlas, was nochtans een van de redenen waarom hij zijn schrijven staakte, naast "mijn eigen gevoelens terwijl ik van de ene verwarde paragraaf naar de volgende overging". Pas aan het eind van de jaren '70 vonden academici, die de ondertussen succesvolle theatercarrière van Fugard onderzochten, het manuscript terug. In 1979 werd de roman uitgegeven en goed ontvangen.
Zijn negatieve houding tegenover dit jeugdige werk heeft Fugard altijd wat behouden. Hij vindt niet dat een auteur zowel goed theater als proza kan schrijven, maar is ook niet te beroerd om toe te geven dat hij de roman niet wil herlezen omdat hij dan misschien wel zou ontdekken dat hij beter proza schrijft dan toneel, en dus zijn talent zou hebben verkwist. Dubbeltalenten in toneel en proza zijn er echter wel, en Fugard mag daarbij gerekend worden. Zijn theater, dat in de Lage Landen maar sporadisch werd opgevoerd (begin jaren '60 werkte hij wel intens samen met Tone Brulin, en acteerde hij op Vlaamse en Nederlandse podia), werd en wordt in Zuid-Afrika, maar ook in de rest van de Engelstalige wereld, vaak en succesvol op scène gebracht. Ook na de val van de apartheid bleef Fugard een grote naam in het Zuid-Afrikaanse theater en wordt hij aangehaald als een van de weinige protestschrijvers die de transitie succesvol wist te overleven. Met Tsotsi bewees Fugard dat hij proza van hoog niveau kan schrijven. De roman is niet af en vaak voel je te veel sentimentaliteit en boodschap, alsook een zoeken naar vorm en conclusie. Dat heeft alles te maken met het zoekende schrijverschap van de jonge Fugard en het feit dat de roman effectief niet werd afgewerkt. Waar Fugard wel al in slaagt, is een bijzondere karakter- en sfeertekening in lange, intense scènes, geschreven zijn in een vloeiend, meeslepend Engels.
Het verhaal is wellicht bekend genoeg: een efficiënte, maar kille en sombere bendeleider, Tsotsi genaamd naar het slangwoord voor een boef, verandert wanneer hem een baby in de handen wordt geduwd. De zorg voor de baby, maar eigenlijk eerder al de kritische vragen van een bendelid, doen hem ontwaken als mens, stimuleren zijn morele gevoelens maar ook de herinnering aan zijn jeugd, die volledig weggedrongen was door het rauwe leven als crimineel in de krottenwijk. Het ontwaken is traag en moeizaam, en wordt, wanneer ze eindelijk voltooid lijkt, abrupt afgebroken wanneer Tsotsi en de baby bedolven worden onder het steenpuin waartoe bulldozers een deel van de township herleiden. Dit einde werd in de verfilming danig veranderd omdat, zoals regisseur Gavin Hood het enigszins terecht opmerkt, het van Tsotsi te veel een 'held' maakt, in christelijke zin dan. De roman neemt aan het eind inderdaad een religieuze wending, die echter schetsmatig is uitgewerkt, helemaal anders dan de rest van het boek, waarin Fugard steeds diep indringt in de psychologie van de personages en de voortgang van de actie. Ook de flashbacks naar de achtergronden van de slachtoffers van de bende of de jeugd van de tsotsi's komen heel overtuigend over, als afgewerkte verhalen op zich. Het mooist is nog de wijze waarop Fugard het leven in de township weergeeft, door in te zoomen op kleine, maar sprekende situaties als de lange wachtrij aan de enige waterkraan van de wijk. Veel directe verwijzingen naar de misdaden van de apartheid komen er niet, wel indirect, in bv. de voortdurende dreiging dat delen van de wijk vernield zullen worden, of in de constante afwezigheid van de vaders in de zwarte gezinnen, die er niet zijn wegens arbeidsmigratie, politierazzia's of criminaliteit.
De juiste toon waarmee de blanke Athol Fugard het zwarte leven in de Zuid-Afrikaanse townships van eind de jaren '50 neerzet, mag het grootste succes van deze roman worden genoemd. Ook voor de schrijver zelf. Hij schreef de tekst na twee toneelstukken, 'No-Good Friday' (1958) en 'Nongogo' (1959), waarin hij eveneens het leven in de townships schetste (de drie teksten samen worden in retrospect de 'Sophiatown trilogie' genoemd, naar de beroemde, maar later vernielde township van Johannesburg). Voor die twee toneelstukken ging Fugard een eerste samenwerking aan met zwarte acteurs, en schiep hij het werk op locatie. Dat ging niet zonder slag of stoot, wegens de kloof tussen blank en zwart (en sowieso waren het ongehoorde ondernemingen tijdens de apartheid), maar het toont het participerende zoeken van Fugard naar de omstandigheden en betekenis van het zwarte leven, dat hij in Tsotsi verderzette. Het lange zoeken loonde korte tijd daarna, toen hij in 1961 het eerste van zijn grote stukken, 'The blood knot', creëerde. [Chris Bulcaen]
Drs. Cees van der Pluijm
Athol Fugard (1932) is een blanke Zuid-Afrikaanse toneelschrijver, acteur en regisseur die al tijdens de Apartheid werkte met zwart en blank in sociaal-politiek bewustmakende producties. Tegenwerking van de regering weerhield hem niet en Fugards werk werd en wordt over de hele wereld opgevoerd. 'Tsotsi' is zijn enige roman. De gelijknamige film won in 2006 de Oscar voor de beste buitenlandse film. Het verhaal speelt in Johannesburg. Tsotsi is een jonge zwarte bendeleider die de dagelijkse strijd om te overleven met veel geweld en cynisme voert in een samenleving vol onderdrukking, haat en ongelijkheid. Zijn bestaan krijgt een wending als hij zich gedwongen ziet zich te ontfermen over een baby. Er gloort hoop in de harde werkelijkheid. Fugard schrijft verbijsterend trefzeker en soms cru, maar zijn boek is daarnaast doortrokken van groot rechtvaardigheidsverlangen en poëtisch optimisme. Een echte klassieker, altijd actueel. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.