Het allergieboek : wegwijzer in leven met allergieën
Jan Derksen
J.M. Otto (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Amsterdam University Press, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 391.6 OTTO |
31/12/2007
Naar aanleiding van de toenemende spanningen in de Nederlandse samenleving met de allochtone gemeenschappen en het beladen debat over het moslimfundamentalisme, kreeg professor J.M. Otto, directeur van het Leidse Van Vollenhoven Instituut, de opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid van de Nederlandse regering om de relatie tussen de sharia (het islamitische religieuze recht) en het nationaal recht in twaalf moslimlanden te onderzoeken. Over de sharia en de toenemende invloed ervan zijn de laatste jaren in Nederland en bij ons door geestelijken, politici, journalisten en deskundigen vele polariserende en angstaanjagende uitspraken gedaan. Daarbij wordt het recht in de moslimlanden vaak met de sharia gelijkgesteld en die staat dan weer synoniem voor het stenigen van overspeligen en het afhakken van handen van dieven. Otto stelt dat het onderwerp "zo kolossaal, zo complex en onoverzichtelijk is dat menigeen zich voor zijn oordeel baseert op recente nieuwsfeiten. Een stevige kennisbasis voor een evenwichtige meningsvorming lijkt te ontbreken".
Otto's ploeg heeft de opdracht zeer grondig en wetenschappelijk aangepakt. Op 12 april 2006 werden aan de Nederlandse regering drie boeken overhandigd. Het eerste boek Sharia en nationaal recht in twaalf moslimlanden bevat twaalf uitvoerige landenstudies door befaamde onderzoekers uit binnen- en buitenland. Bij de keuze van de landen werd naar respresentativiteit gestreefd. Uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn Egypte, Marokko, Saoedi-Arabië, Soedan en Turkije bestudeerd, uit Centraal- en Zuid-Azië zijn Afghanistan, Iran en Pakistan geselecteerd, in Zuidoost-Azië zijn Indonesië en en Maleisië onderzocht en in West-Afrika werd gekozen voor Nigeria en Mali. De twaalf artikels zijn volgens een strak stramien opgebouwd. Om de trends te kunnen blootleggen wordt de historische ontwikkeling geschetst in vier perioden en dan volgt de actuele stand van zaken op de drie cruciale rechtsgebieden: het staatsrecht, waarin de verhouding tussen staat, recht en religie is vastgelegd, het familie- en erfrecht, dat de betrekkingen tussen mannen en vrouwen en ouders en kinderen regelt en het strafrecht waarover de klassieke sharia zo'n opmerkelijke bepalingen bevat. Het tweede boek is een knappe monografie van Maurits Berger, waarin hij aantoont hoe de nieuwe interpretatiemethoden van de islamitische rechtswetenschap kunnen leiden tot hervormingen van de sharia. De derde publicatie Sharia en nationaal recht is van de hand van Otto zelf. Het is een vlot geschreven, monumentaal synthesewerk met een vergelijkende analyse van hoe de sharia en het nationaal recht zich in de twaalf moslimlanden tot elkaar verhouden, hoe die verhouding zich historisch heeft ontwikkeld vanaf 1920, wat de huidige juridische stand van zaken is, hoe politieke en maatschappelijke factoren die uitkomst bepaalden, welke dilemma's meespelen en hoe het Nederlandse beleid hiermee op een constructieve wijze rekening zou moeten houden.
Otto gaat in zijn boek ? dat nu reeds wereldwijd als absoluut pionierswerk wordt beschouwd ? dwars in tegen het in 2005 verschenen werk Radical islam's rules van de Amerikaan Paul Marshall, die aan de hand van de ontwikkelingen in acht moslimlanden de verbreiding van de sharia in kaart brengt. Terrorisme, de hele moslimwereld, het kalifaat en de reactionaire sharia vormen volgens Marshall een gigantische, levensbedreigende samenzwering, waarmee we de strijd moeten aanbinden. Otto's vaststellingen zijn veel genuanceerder. Globaal wegen de voorbeelden van verstatelijking, liberalisering en matiging binnen de nationale rechtssystemen van de islamlanden ruimschoots op tegen het oprukken van de extreme versie van de sharia. Uit het vergelijkend onderzoek komt scherp naar voren dat wie systematisch spreekt van de sharia als "het recht" voor "alle moslims" een onjuiste indruk van uniformiteit wekt. Vergelijkende statistieken over de positie van de vrouw laten geen duidelijk verband zien tussen een grote rol voor de sharia en een zwakkere maatschappelijke positie van de vrouw in onderwijs, werkgelegenheid en politieke participatie. Wanneer we in nationale rechtssystemen van vandaag naar de vele modernistische interpretaties kijken, zien we versies van de sharia die met de meeste elementen van het rechtstaatsbegrip te verenigen zijn. Otto concludeert dat extern geïnitieerde regime changes in de moslimlanden inopportuun en contraproductief zijn. In de meeste moslimlanden vindt de ontwikkeling van een rechtsstaat plaats in een "langdurig incrementeel proces met horten en stoten".
Otto en zijn medewerkers leveren een meesterlijke studie af, die voor het publieke debat, het regeringsbeleid en de wetenschappelijke wereld van cruciaal belang is. Het syntheseboek Sharia en nationaal recht mag in geen enkele bibliotheek ontbreken. [Gunter Bousset]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.